Dit is deel 4 van de vooraankondiging van het boek ‘DE ONWETENDHEID VOORBIJ – Een meditatiereis door Osho’s India.’ Het gaat over de universiteit van Sagar, waar Osho ging studeren. En over twee professoren, Sri Krishna Saxena en S.S. Roy, aan wie Osho zulke goede herinneringen heeft. Ze leven beide niet meer. De gebouwen zijn nu oud en vervallen, net als Osho’s bungalow, maar je kunt het universiteitsterrein wel bezoeken.
Om half elf komt Swamiyogi ons in het hotel in Gadarwara ophalen nadat we eerst goed en uitgebreid hebben ontbeten. Hij neemt ons mee naar het oude universiteitsterrein in Sagar waar Osho zijn postgraduaat filosofie behaalt. Het was oorspronkelijk een kazerneterrein en dat werd het ook weer tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Swamiyogi vertelt dat Osho op deze universiteit professor S.S. Roy ontmoet. Die heeft een mooi karakter. Osho waardeert hem als enige van de docenten. Dr. Roy ziet de potentie van Osho en voelde zich zijn leerling in plaats van andersom. Op een keer dat dr. Roy jurylid was voor de nationale debatwedstrijd voor studenten, waaraan Osho ook meedoet, gaf hij Osho negenennegentig punten en de andere deelnemers nul. Osho ontvangt een gouden medaille voor zijn debatvaardigheden. Hij heeft niets met die medaille en gooit hem in een diepe put achter de universiteit, die we later gaan bekijken.
Osho krijgt van dr. Roy een bungalowtje. Het is eenvoudig, maar Osho vindt het een prachtige plek. Dit vanwege het uitzicht op een meertje vol met lotusbloemen. Dat meertje is er nu niet meer. Osho loopt er graag in de regen naartoe. Hij haalt er elke dag vijftig vaten water waarmee hij zich kan afspoelen en zo zijn lichaam kan afkoelen. Een hogere staat van bewustzijn wekt veel lichaamswarmte op en mensen gaan dan graag naar koelere gebieden zoals de Himalaya. Osho doet het dus met water.
Swamiyogi vertelt hierover het volgende:
Osho zegt dat het een prachtige bungalow is, erg ruim en schoon, hij voelt zich er als een kind, hij is vol waardering. Het was hier helemaal omgeven door dichte bossen. Toch kan Osho vanuit de bungalow het meer van Sagar zien omdat het meer zo groot is.
Zelfs als het regent, wandelt Osho naar een punt van de heuvel waar hij niet verder kan. Hij raakt dan helemaal doorweekt. De familie van één van de andere professoren vond dat maar raar. Ze moesten er hard om lachen, zijn hele familie, zijn vrouw en kinderen. Toen deze professor Osho op een keer mee naar huis nam en ze Osho zagen, schoten ze weer in de lach en vluchtten naar binnen. De professor voelde zich verlegen met de situatie. Osho zegt daarom: ‘De volgende keer wanneer het regent, ga je met mij mee om in de regen te wandelen.’ Vanaf dat moment wandelde de professor met Osho mee.
In Glimpses of a Golden Childhood, sessie 20 en sessie 34 vertelt Osho ons zelf over deze periode van zijn leven als student aan de Sagar Universiteit en over professor S.S. Roy, die hem zeer toegenegen was.
Osho vertelt, zo begrijp ik, dat hij niet in staat zou zijn geweest om te studeren aan een andere universiteit dan deze. Voor hem is het geen punt om te moeten leven in verlaten militaire barakken. Hij vindt de plek op de heuvel mooi. Het is in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke plek geweest, maar het heeft na de oorlog zijn betekenis verloren. Osho houdt veel van het meer daar. Het lijkt een beetje op een oceaan met hoge golven. Sagar heeft zijn naam aan dit meer te danken. Sagar betekent oceaan.
Heel jammer vindt Osho het dat de oude toegangspoort naar de universiteit moest worden ontmanteld. Maar hij beseft net als iedereen dat het slechts een tijdelijke poort was.
Zeer goede herinneringen bewaart hij aan zijn oude professor, Sri Krishna Saxena, die als een vader voor hem was. Hij was een bijzonder mens omdat hij de enige was die begreep dat hij een student had die eigenlijk zijn meester had moeten zijn. Hij zei tegen Osho: ‘De toekomst van die andere studenten is hun eigen zaak, jouw toekomst is mijn toekomst.’ En hij probeerde Osho ervan te overtuigen te blijven en een beurs te aanvaarden om een doctorsgraad te halen. Osho is daar niet gevoelig voor en legt Saxena uit dat zijn toekomst in een andere richting gaat. Zelfs de gouden medaille die Osho wint, gooit hij voor de ogen van Saxena in een put.
Heel goede herinneringen bewaart Osho ook aan professor S.S. Roy. Deze was hoofd van de afdeling filosofie op de Sagar Universiteit en toen ook jurylid bij een nationale debatwedstrijd tussen de universiteiten. Osho wint, maar opvallend is dat professor Roy hem geen honderd procent van de punten gaf, maar negenennegentig procent. Als Osho ernaar vraagt, verklaart Roy dat hij gewoon laf was. Maar hij vertelde ook dat hij een volgeling is van Masta Baba, die tegen hem had gezegd: ‘Wanneer je op een gegeven moment deze man ziet, zul je mij niet meer nodig hebben.’ De ogen van Masta Baba herinnerden hem aan Osho, net als de ogen van Pagal Baba die hij ook had gezien.
Het debat en deze herinnering aan S.S. Roy doen Osho besluiten om na het behalen van zijn Bachelor or Arts (BA of kandidaatsexamen) in Jabalpur aan deze universiteit te gaan studeren. Hij wil alleen onder professor Roy postgraduaat student zijn. Deze professor kon zelfs in de collegezaal aan Osho vragen om hem iets uit te leggen dat hij niet begreep. Hij haalde niet alleen Osho’s inzichten aan in zijn colleges, maar vertelde er ook bij dat ze van Osho afkomstig waren. Voor Osho is deze man anders, hij was authentiek.
Volgende keer deel 5: De Taj Mahal in Agra.
Uit: ‘DE ONWETENDHEID VOORBIJ – Een meditatiereis door Osho’s India’.
Door Surya Cliné.
Verkrijgbaar bij Amazon als e-book en paperback.