Deel 4 van Osho’s verhandeling over Hakim Sanai’s ‘Hadiqa’, Unio Mystica Vol. 1.
Vandaag voelde ik mezelf zo oppervlakkig en nep en onecht toen ik tijdens de toespraak naar u keek. Het lijkt wel of er niets diepers in mij zit. Laten deze gevoelens zien dat ik nog geen centrum heb? Het is ook een schok voor me dat dit op dit moment mijn gezicht lijkt te zijn.
Bhagavato, niemand kan bestaan zonder centrum. Leven is onmogelijk zonder een centrum – je bent je er misschien niet van bewust, dat is iets anders. Het moet niet gecreëerd worden, maar alleen herontdekt. En let wel, ik zeg niet ‘ontdekt’, ik zeg ‘herontdekt’.
Het kind in de moederschoot blijft zich helemaal bewust van het centrum. Het kind in de moederschoot is in het centrum, vibreert in het centrum, pulseert in het centrum. Het kind is het centrum in de moederschoot, hij heeft nog geen omtrek. Hij is alleen essentie, hij heeft nog geen persoonlijkheid.
Essentie is het centrum, dat wat je natuur is, dat wat door God gegeven is. Persoonlijkheid is de omtrek, dat wat gecultiveerd is door de samenleving; het is niet door God gegeven. Het is door de opvoeding (nurture), niet door de natuur (nature).
Als het kind uit de baarmoeder komt, komt het voor het eerst in contact met iets buiten zichzelf. En dat contact creëert de omtrek. Langzaam maar zeker wijdt de samenleving het kind op zijn eigen manier in. De christelijke samenleving zal van het kind een christen maken, en de hindoe een hindoe, enzovoort, enzovoort. Dan wordt conditionering laag voor laag aan het kind opgelegd.
Meer: Osho: Unio Mystica Vol. 1 #2 deel 1
Image by tookapic from Pixabay