Oost en West: er is geen conflict

Een passage uit een onlangs verschenen toespraak van Osho op Osho TV:
The Rebel #2 vraag 1

De mind is in staat allerlei soorten illusies, hallucinaties te creëren. Maar mind is niet in staat de illusie van meditatie te creëren, om de eenvoudige reden dat meditatie een afwezigheid is van de mind. Alle andere illusies en hallucinaties hebben de tegenwoordigheid van de mind nodig; ze zijn mind projecties. Alleen meditatie is voorbij de capaciteit van de mind. Omdat het voorbij de mind is, heeft de mind geen ervaring van meditatie; het kan jou niet misleiden. Als jij je meditatief voelt, stil, zonder gedachten, onschuldig, een zuivere ruimte, kun je erop vertrouwen dat je de tempel van meditatie bent binnengegaan.

De mind is zeker sluw, maar er is een grens aan die sluwheid, en mind vindt die grens in meditatie. Meditatie is in feite de dood van de mind; de mind kan het niet aan. Dus als er iets van meditatie gebeurt, kun je het totaal vertrouwen. De vragen komen slechts op als je terug in de mind komt. Jouw meditatie is er slechts een paar momenten, dan ben je weer terug in de mind; en de mind begint wantrouwen te creëren. Dat is de natuur van de mind, wantrouwen creëren. Het begint vragen te creëren. Maar als je in meditatie bent – deze paar ogenblikken – kan de mind helemaal niets zeggen. Gedurende deze paar ogenblikken, bestaat de mind praktisch niet; zijn functie stopt.

Een katholieke priester, een dominee, en een rabbi ontmoeten elkaar op de golfbaan en besluiten te wedden over wie er gaat winnen. Maar eerst moesten ze besluiten welke hoeveelheid van hun winst ze terug aan god zullen geven. ‘Laten we een kleine cirkel op de grond tekenen. Onze winst omhoog gooien, en wat in de cirkel landt gaat naar god,’ stelde de priester voor.
‘Nee, laat ons een grote cirkel tekenen,’ zei de dominee, “Het geld omhoog gooien en wat buiten de cirkel valt zal naar god gaan.’
‘Wacht,’ riep de rabbi uit. ‘Vergeet al die cirkels. Laten we het geld omhoog gooien, en wat boven blijft kan god houden.’

De mind is erg slim. Maar wat meditatie betreft is de mind absoluut impotent. Jouw vraag is: ‘De laatste paar weken ben ik in staat geweest te zitten en mijn mind stil te laten zijn – soms voor slechts een seconde, maar soms voor langere tijd. Sinds dat gebeurde, heb ik veel moois ervaren alsof deze stilte als het ware het universum naar binnen uitnodigt. Tijdens deze glimpen is er geen twijfel, geen ‘mij’ om te twijfelen. Daarna twijfel ik. Ik weet niet of deze twijfel van mijn mind komt of van een innerlijke wetenschap dat er nog zoveel meer is. Meester, kan ik erop vertrouwen dat ik op weg ben naar meditatie, of is mijn mind zo sluw om te maken dat ik geloof dat ik dat ben?’

De mind is daar niet toe in staat. Maar er is nog iets wat je moet onthouden: wat voor mooie ervaringen je ook zullen overkomen, jouw innerlijk wezen weet perfect dat er nog heel veel meer is. De mind weet dat niet, de mind is erg arm. Al zijn ervaringen zijn erg werelds – over geld, over macht, over aanzien, over geleende kennis, over duizend en één dingen maar ze zijn allemaal onbelangrijk. Mind heeft geen inzicht, of zelfs maar een vermoeden dat er een droomwereld binnenin jou bestaat, een gouden plek.

De mind kan niet bevatten wat gelukzaligheid is, wat het is om totaal bewust te zijn, waar extase uit bestaat. De mind is daar niet voor bestemd. Maak het onderscheid duidelijk: de mind is voor de objectieve wereld – daar heeft het enorme capaciteit. De hele wetenschap is een creatie van de mind. Meditatie is voor de innerlijke, subjectieve wereld. Vandaar dat in het Oosten wetenschap zich niet kon ontwikkelen, en in het Westen Gautama Boeddha niet geboren kon worden. Het Westen bleef beperkt tot de mind, bereikte de diepste geheimen van de materie maar niet, zelfs geen enkele glimp van de innerlijke wereld. En in plaats van zijn onbekwaamheid te accepteren, zegt de mind eenvoudig dat er geen innerlijke wereld is. Op deze manier kan het zijn impotentie verbergen.

Eeuwenlang werkte het Oosten alleen op meditatie. Meditatie kan geen technologie creëren. Meditatie kan je geweldige ervaringen van je onsterfelijkheid geven, van de universele goddelijkheid, van een oceanische extase. Maar meditatie is niet capabel – op dezelfde manier als de mind niet capabel is — om iets over materie te weten. Vandaar dat in het Oosten de mystici het bestaan van de buitenwereld gewoon hebben ontkend, door te zeggen dat het een spel is, het is een illusie. Het is dezelfde logica. De mind ontkent de innerlijke wereld – dat er geen innerlijke wereld is, geen spirituele wereld, geen ziel, niets goddelijks, alles is solide materie. Meditatie ontkent aan de andere kant, op eenzelfde manier dat er niet echt iets buiten is – het echte is vanbinnen. Vandaar dat het Oosten arm is gebleven – tenminste uiterlijk arm; haar rijkdom is innerlijk. Het Westen is rijk geworden – tenminste van buiten; zijn armoede betreft het innerlijk. De mens die ik voor de toekomst zie zou geen van beiden moeten ontkennen; het is niet nodig – er is geen conflict, er is geen tegenstrijdigheid.

De mind is voor de materie, en materie is een werkelijkheid, niet een illusie. Meditatie is voor bewustzijn, en bewustzijn is een hogere werkelijkheid – niet een bijproduct van materie, of enkel een hypothese; het is een experimenteel feit. Zonder enige uitzondering heeft iedereen die naar binnen ging bewustzijn gevonden. Ik wil dat de nieuwe mens rebelleert tegen het Westen en rebelleert tegen het Oosten, want zij hebben de mens verdeeld en ze hebben de voorstelling van de mens verdeeld. Ze hebben allebei een zekere armoede gecreëerd, terwijl de mens aan beide zijden rijk kan zijn.

Meer: The Rebel #2 vraag 1

Image by Maab Hasan from Pixabay.
Image by 🆓 Use at your Ease 👌🏼 from Pixabay.