Als je gewoon stil bent en je hoort een bepaald zoemen, dan is dat het geluid van het bestaan. Dat zoemen wordt al eeuwenlang door mediteerders gehoord. Dat zoemen heeft in het Oosten een speciale naam gekregen, OM. Het is niet precies OM, maar het is iets dat erop lijkt. We moeten niet vergeten dat in het Sanskriet – de oudste taal ter wereld, de moedertaal van alle beschaafde talen die er bestaan – OM niet in letters wordt geschreven. Ze hebben er een speciaal symbool voor gemaakt om een onderscheid te maken, om aan te geven dat het niets met taal te maken heeft, dat het boven de taal staat, en dat het geen deel uitmaakt van het Sanskriet alfabet.
De manier waarop het wordt geschreven is alleen met een symbool, en dat symbool kan door elke taal worden gebruikt. Het Sanskriet heeft er geen monopolie op, omdat het geen deel uitmaakt van het alfabet van het Sanskriet. Het is gehoord….
Jainas, Boeddhisten, Hindoes, ze verschillen op elk afzonderlijk punt in hun theologie, maar ze hebben allemaal de klank OM gehoord. Er is geen sprake van verschillen; het is geen hypothese en het is geen theorie die door iemand is verkondigd. Iedereen die volkomen stil wordt… het is de stilte zelf die zingt, het is het lied van de stilte. Vandaar dat Hindoes, Jainas en Boeddhisten het over OM allemaal eens zijn. Zij beginnen hun geschriften met OM, zij eindigen hun geschriften met OM omdat dat het universele geluid is.
Dit heeft een probleem geschapen — en er zijn veel van dat soort problemen — omdat alle mystici in dit land en in het verre Oosten de klank OM hebben gehoord. De mensen die de geschriften lezen beginnen te denken dat, ‘als OM het geluid is van de aard van het bestaan zelf, dan zullen we het snel kunnen horen als we OM herhalen.’ Het is logisch, maar het is niet realistisch. Als je het herhaalt, zul je nooit het echte ding horen; je zult blijven herhalen, en je zal je eigen herhaling kunnen gaan horen.
In Tibet, waar het meeste werk is verricht op het gebied van dit ‘geluidloze geluid’, zoals zij het noemen, hebben zij een speciaal instrument gemaakt. Het is een bepaald soort metalen kom gemaakt van verschillende metalen in speciale verhoudingen, en een klein staafje — weer gemaakt van verschillende metalen in verschillende verhoudingen. Je zet het staafje tegen de rand van de kom, en je beweegt het snel en er ontstaat een zeker zoemen. Dat is iets dat dichter bij het existentiële geluid komt dan OM.
In elk klooster in Tibet hoor je dat geluid – er is voortdurend iemand, een of andere lama, die het maakt. Als hij weggaat, dan is er iemand anders… vierentwintig uur per dag wordt dat geluid gemaakt, maar dat is een door de mens gemaakt geluid. Het is vergelijkbaar, maar het is niet hetzelfde.
Hindoes in India zijn in dezelfde misvatting getrapt. Zij hebben OM tot hun belangrijkste mantra gemaakt; herhaal het maar voortdurend van binnen zodat je hele wezen gevuld is met het geluid van OM, OM, OM. Je houdt jezelf voor de gek; dit is jouw geluid. Dus als je het niet creëert, dan hoef je je nergens druk over te maken. Als je het hoort zodra je stil wordt, dan is dat een enorme zegen. Het betekent dat je heel diep bent gegaan in de existentiële wereld van sereniteit.
Maar probeer het bestaan niet te misleiden. Je kunt je hele leven OM blijven chanten; het is zinloos, het heeft niets te maken met het bestaan. Met het bestaan moet je een luisteraar zijn, absoluut passief, ontspannen, in een let-go. Je moet jezelf niet opdringen. Jij bent de enige barrière, jouw opdringen is je enige zonde. Blijf gewoon volkomen passief in een niet-doen getuige zijn, luister naar wat er gebeurt, laat het gebeuren.
Het is helemaal goed, en van grote betekenis. Op het pad, als je OM begint te horen, word je aanvaard, word je verwelkomd. Je hoeft nergens te zoeken, je hebt de deur gevonden. Ontspan je gewoon meer, en laat alles in de handen van het bestaan… een totaal vertrouwen en een volledige passiviteit. Jouw afwezigheid is de aanwezigheid van goddelijkheid.
Zodra jij er niet bent, is het wonder geschied.
Osho, Beyond Enlightenment, #26 vraag 3