Never born, never died

Het was 19 januari 1990 en ik zat in de meditatiehal van de ashram in Poona met honderden andere sannyasins, te wachten op de komst van Osho. Het was de dagelijks White Robe Brotherhood bijeenkomst en wij waren allen in het wit. De gezondheid van de meester was zo broos, dat hij vaak niet kwam. Dan werd een scherm neergelaten en keken we naar een video van hem. Op de voorste twee rijen, voor het podium, zaten altijd de vaste medewerkers van de ashram, ook wel de ‘Angels’ genoemd. Het viel mij op dat die rijen nog leeg waren. Zou er iets zijn? Ondertussen speelde de band  mooie muziek. Opeens kwamen door de ingang naast het podium alle Angels tegelijk binnen. Niet grappend en vrolijk zoals gewoonlijk, maar met ernstige gezichten. Het rumoer in de zaal verstomde. De muziek stopte. De lijfarts van Osho, Amrito, beklom het podium met een handmicrofoon. Het werd doodstil en de spanning was voelbaar. In precieze, duidelijke bewoordingen kondigde Amrito aan dat hij slecht nieuws had. Osho was een paar uur geleden overleden, rustig en in volle bewustzijn.
Lees meer: Sanatan 12

Never born, never died