Na het avontuur van Rajneeshpuram en een vergeefse wereldtour om een nieuw land voor een internationale commune te vinden, was Osho teruggekeerd naar de ashram in Poona. Een nieuwe fase met de bijnaam: Poona 2.
Nu hij daar weer bereikbaar was, wilde ik naar India, maar mijn hoofdredacteurschap bij de Rajneesh Times blokkeerde dat. Het blad kwam eens in de twee weken uit en ik was verantwoordelijk. Ik adverteerde voor een nieuwe redactie en die werd na twee maanden geïnstalleerd. Ik was vrij, maar had weinig geld. Met hulp van vrienden scharrelde ik voldoende bij elkaar om naar India te gaan en daar enige tijd te blijven. Ik besloot de commune te verlaten en kocht een ticket Bombay. Moe van de druk van headlines en deadlines van de krant, ging ik eerst naar Goa om uit te waaien, bij te kleuren en te mediteren op de verre horizon van de Indische Oceaan.
Na twee maanden voelde ik me uitgerust en sterk en nam de rammelende, tochtige nachtbus naar Poona. In een sannyashuis kon ik goedkoop een reserve keukentje huren als kamer. Ik legde een matras op de grond en was de enige met stromend water op de kamer. Ik had gehoord dat als je bij de ashramkeuken werkte, je gratis etensbonnen kreeg en dus meldde ik me daarvoor aan. Heerlijk werk: koken, afwassen, tafel dekken en ruimen, eetvloeren boenen. Zonder enige verdere verantwoordelijkheid.
Het ontroerde me om Osho weer te zien in een nieuwe, pas gebouwde meditatiehal met een vloer van wit marmer onder een grote koepel van gespannen wit canvas, met rondom muren van klamboe dat de avondbries naar binnen liet en de muggen buiten.
Meer: Sanatan 11