Op Osho TV deze week gaat het over ‘open zijn’: Light on the Path #25.
Je openstellen voor iets is eigenlijk een hulpmiddel. Er is niets om je voor open te stellen: het echte werk is je openstellen. Maar mensen zijn zo dat als je zegt ‘stel je gewoon open’, ze dat gek vinden. Ze willen zich voor iets openstellen. Hun mind functioneert altijd op basis van motivatie. Ze willen van iemand houden. Als je gewoon tegen hen zegt ‘heb lief’, dan vinden ze dat heel moeilijk. Het is absoluut zeker dat ze zullen vragen: ‘Wie? Dat is al eeuwenlang zo met meditatie.

Zelfs het woord ‘meditatie’ is niet juist, omdat er in de Engelse taal geen woord is dat het Sanskriet woord dhyana of het Japanse woord zen echt kan beschrijven. Het Japans had geen woord, het Chinees had ook geen woord; het Sanskriet woord dhyana werd zana omdat Boeddha geen Sanskriet sprak, hij sprak Pali. In het Pali wordt het woord zana, en vanuit het Pali werd het in China ch’an. En in Japan werd ch’an zen. Maar het is hetzelfde woord – dhyan.
In het Engels is dat nooit gebeurd. Er zijn drie woorden: concentratie, contemplatie, meditatie – maar geen van de drie is relevant, omdat concentratie je onmiddellijk doet denken: ‘Waarop?’ Contemplatie doet je onmiddellijk denken: ‘Waarop?’ En meditatie doet je ook denken: ‘Waarop?’ Als je iemand zegt te mediteren, zal de onmiddellijke vraag zijn: ‘Waarop?’ Alleen maar mediteren lijkt waanzin. Hoe kun je mediteren zonder een object? Hoe kun je liefhebben zonder een object?
En hetzelfde geldt voor je openstellen. Er zijn dus valse middelen gebruikt: ‘Stel je open voor de meester’, ‘stel je open voor het bestaan’, ‘stel je open voor God’ – maar stel je open voor iets. Dat is logisch voor de mind. Alleen maar tegen de mind zeggen ‘stel je open!’ heeft geen zin. Waarom zou ik mezelf openstellen? Waarvoor?
De mind is in wezen een gemotiveerd mechanisme. Dus wat je zegt – dat alleen al een beetje openen zo mooi is dat het irrelevant lijkt voor datgene waarvoor je je opent… Het is irrelevant. Er is niemand, er is niets waarvoor je wordt verteld je te openen.
Het is alleen maar om je mind te manipuleren, om te spreken in een taal die het kan begrijpen, terwijl je heel goed weet dat wanneer het zich opent, het zal begrijpen waarom een vals middel werd gebruikt. Alle middelen zijn vals. De echte vraag is je openheid. Hoe meer je gesloten bent, hoe meer je in duisternis verkeert; hoe meer je gesloten bent, hoe meer je dood bent. De dode persoon is volledig gesloten.
…
Het leven zit in openheid – steeds breder en breder worden, steeds groter en groter worden – tot een punt waarop niets in je ongeopend blijft. Het heeft niets te maken met iets anders – waarom je je opent, waarvoor je je opent. Dat is allemaal onzin. Maar als je mensen iets opdraagt, zullen ze onmiddellijk vragen: ‘Waarvoor?’
Het kan dus geen kwaad om hen een vals hulpmiddel te geven als dat valse hulpmiddel kan helpen. Door hun openheid zullen ze zich ervan bewust worden dat het hulpmiddel vals was, maar ze zullen je dankbaar zijn dat je voor hun bestwil zelfs hebt gelogen. En alle meesters hebben op veel belangrijke punten gelogen. Ze moesten wel liegen, anders konden ze niemand helpen. Maar de leugen was alleen bedoeld om je mind te laten begrijpen dat er iets te winnen viel; en om dat te winnen, kan het je wezen toestaan om open te zijn.
Je hebt gelijk: zelfs een klein beetje openheid is een geweldige ervaring, en het maakt helemaal niet uit dat er niets is om voor open te staan.
Meer: Light on the Path #25
Image by myungho lee from Pixabay.


