Mannelijkheid kan twee richtingen uitgaan, net zoals vrouwelijkheid twee richtingen kan uitgaan. De mannelijke geest kan agressief, gewelddadig en destructief zijn – dat is slechts één van de mogelijkheden. Mannen hebben dat geprobeerd, en de mensheid heeft er veel onder geleden. En wanneer mannen dit negatieve aspect van mannelijkheid uitproberen, gaan vrouwen van nature over naar het negatieve vrouwelijke, alleen maar om bij de mannen te blijven. Anders wordt de kloof te groot, onoverbrugbaar. Wanneer het vrouwelijke negatief is, is het inactiviteit, lethargie, onverschilligheid. Een negatieve man kan alleen een brug slaan met een negatieve vrouw.
Maar er is ook een positief aspect. Niets kan alleen maar negatief zijn; elke negativiteit heeft ook een positief aspect. Elke donkere wolk heeft een zilveren rand, en elke nacht wordt gevolgd door een dageraad. Positieve mannelijkheid is initiatief, creativiteit, avontuur. Dit zijn dezelfde kwaliteiten, maar dan op een ander vlak. De negatieve mannelijke geest wordt destructief, de positieve mannelijke geest wordt creatief. Destructiviteit en creativiteit zijn geen twee dingen, maar twee aspecten van één energie. Dezelfde energie kan agressie worden en dezelfde energie kan initiatief worden. Wanneer agressie initiatief wordt, heeft het een schoonheid van zichzelf. Wanneer geweld avontuur wordt, wanneer geweld verkenning wordt, verkenning van het nieuwe, van het onbekende, dan is dat enorm heilzaam.
En zo is het ook met het vrouwelijke. Inactiviteit is negatief, ontvankelijkheid is positief. Ze lijken allebei op elkaar, ze lijken erg op elkaar. Je hebt zeer doordringende ogen nodig om het verschil te zien tussen het inactieve en het ontvankelijke. Het ontvankelijke is een verwelkoming, het is een wachten, het heeft een gebed in zich. Ontvankelijkheid is een gastheer, ontvankelijkheid is een baarmoeder. Inactiviteit is gewoon saaiheid, dood, hopeloosheid. Er is niets om op te wachten, niets om te verwachten, er gaat nooit iets gebeuren. Het is vervallen in lethargie, het is vervallen in een soort onverschilligheid. En onverschilligheid en lethargie zijn vergiften.
Maar hetzelfde wat onverschilligheid wordt, kan ook onthechting worden, en dan heeft het een heel andere smaak. Onverschilligheid lijkt op onthechting, maar is het niet; onverschilligheid is gewoon geen belangstelling. Onthechting is niet de afwezigheid van interesse – onthechting is absolute interesse, enorme interesse, maar nog steeds met de capaciteit van niet-afhankelijkheid. Geniet van het moment zolang het er is en wanneer het moment begint te verdwijnen, zoals alles gedoemd is te verdwijnen, laat het dan gaan. Dat is onthechting.
Lethargie is een negatieve toestand. Je bent als een klomp modder die daar maar ligt – geen mogelijkheid tot groei, geen uitbundigheid, geen bloei. Maar dezelfde energie kan een poel worden, een grote poel van energie – die nergens heen gaat, die niets doet, maar de energie hoopt zich op en hoopt zich op en hoopt zich op. En wetenschappers zeggen dat op een bepaald punt de kwantitatieve verandering een kwalitatieve verandering wordt. Bij honderd graden hitte verdampt het water. Bij negenennegentig graden is het nog niet verdampt; bij negenennegentig komma negen graden is het nog steeds niet verdampt. Maar één graad meer, en het water zal een kwantumsprong maken.
Positief vrouwelijk zijn is niet als lusteloosheid, het is als een enorme poel van energie. En als de energie zich verzamelt en ophoopt, ondergaat het vele kwalitatieve veranderingen. Een man, om echt mannelijk te zijn, moet avontuurlijk zijn, moet creatief zijn, moet zoveel mogelijk initiatieven in het leven kunnen nemen. De vrouw, om echt vrouw te zijn, moet een poel van energie zijn achter de man, zodat het avontuur zoveel mogelijk energie kan hebben. Er is energie nodig om het avontuur inspiratie te geven, om het avontuur poëzie te geven, om zijn avontuurlijke ziel in de vrouw tot rust te laten komen, en zich met leven te laten verjongen.
Osho, The Book of Wisdom # 8