Maharshi ligt op sterven

Er valt nergens heen te gaan. Dit is het enige bestaan dat er is.
 
Eens gebeurde het, Maharshi Raman lag op sterven. Op donderdag 13 april 1950 kwam een arts met een middel om de embolie in zijn longen te verzachten, maar hij wilde het niet hebben. ‘Dat is niet nodig, het komt allemaal wel goed binnen twee dagen,’ zei hij. En twee dagen later ging hij dood.

   Maharshi Raman

Zo rond zonsondergang zei Maharshi tegen de bediende dat hij hem rechtop moest zetten. Ze wisten al dat elke beweging, elke aanraking, pijnlijk was, maar hij zei dat ze zich daar geen zorgen over moesten maken. Hij leed aan kanker – hij had keelkanker, heel erg pijnlijk. Het was onmogelijks om zelfs maar water te drinken, het was onmogelijk om iets te eten, het was onmogelijk om zijn hoofd te bewegen. Het kostte veel moeite om ook maar een paar woorden te uiten.
Hij ging rechtop zitten terwijl een van de bedienden hem onder zijn hoofd steunde. Een arts begon hem zuurstof te geven, maar met zijn rechterhand wuifde hij hem weg. Een groepje volgelingen, die op de veranda buiten de hal zaten, begon onverwachts ’Arunachala-Siva’ te zingen – een bhajan waar Maharshi heel dol op was.

   Arunachala

Hij was heel erg dol op die plek, Arunachala, de heuvel waar hij woonde. Die heuvel heet Arunachala. En de bhajan was een lofzang, een lofzang op de heuvel. Toe hij dat hoorde, gingen Maharshi’s ogen open en begonnen te stralen. Hij gaf een korte glimlach van onbeschrijfelijke tederheid. Uit zijn ooghoeken rolden tranen van geluk naar beneden.
Iemand vroeg aan hem: ‘Maharshi, gaat u ons echt verlaten?’
Het kostte hem veel moeite om iets te zeggen, maar toch uitte hij deze paar woorden: ‘Ze zeggen dat ik doodga – maar ik ga niet weg. Waar zou ik heen kunnen gaan? Ik ben altijd hier.’
Nog één ademhaling – en toen niets meer. Geen strijd, geen stuiptrekking, niets wat ook maar op de dood wees: alleen dat de volgende ademhaling niet kwam.
 
Wat hij zegt is van enorm veel betekenis. ‘Waar zou ik heen kunnen gaan? Ik ben altijd hier.’ Er valt nergens heen te gaan. Dit is het enige bestaan dat er is, dit is de enige dans die er is. Waar kun je naar toe?
 
Osho, Zen, The Path of Paradox, Talks on Zen.Volume 2, Chapter 6.
 
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.  

Afbeeldingen:
http://www.onelittleangel.com/common/images/auteur/Ramana-Maharshi-199.jpg
https://www.sriramanamaharshi.org/wp-content/uploads/2013/01/Arunachala_gallery-1.jpg