Leven en sterven – op een onbekende reis

We leven te midden van de dood, dus elk moment kan het gebeuren. Zie hem onder ogen en ontmoet hem en die knoop in je maag is de juiste plek om hem te ontmoeten. Dat is precies de deur waardoorheen je het leven binnentreedt en waardoorheen je het leven verlaat.
Aldus Osho in Leven en sterven – op een onbekende reis, een uitgave van Osho Publikaties uit 2004, een vertaling van The Art of Living and Dying (jongste uitgave 2013). Deze titels zijn al eens door Ma Donna besproken (Leven en Sterven op een Onbekende Reis – Osho Boeken Besproken).

 

Op 27 februari was het een jaar geleden dat de coronapandemie zich in Nederland begon te manifesteren. Dat heeft veel pennen in beweging gebracht. Het fenomeen is dagelijks breed uitgemeten en van alle kanten belicht, en terecht, want zoiets als dit, van deze omvang, maak je in een mensenleven misschien maar één maal mee. Toch heb ik de indruk dat er nog een olifant in de kamer staat, dat wil zeggen een aspect waar we stilzwijgend met een grote boog omheen zijn blijven lopen. De dood.
Ontkenning is een patent middel om angsten te bezweren, dat zien we ook in deze tijd weer gebeuren. Over de ziekte: ‘Een wat zwaarder uitgevallen griepje’. Over de slachtoffers: ‘Dor hout’.

Het valt dus eigenlijk allemaal wel mee met die corona. Het is niet zoiets als de pest in de middeleeuwen, toen in sommige landstreken de helft van de bevolking werd weggevaagd. Waar maken we ons eigenlijk druk over? Waarom zou je je laten vaccineren? Wordt de bevolking niet gepiepeld met al die maatregelen? Etc.
Dit zijn zienswijzen die niet onmiddellijk als complotdenken van tafel moeten worden geveegd. Alle opvattingen, ook de extreme, dienen voortdurend rationeel en met een open mind te worden bekeken en waar nodig dienen we onze omgang met het virus dan aan te passen.
Maar het gaat mij hier om het element van de ontkenning. De dood. Juist deze tijd sméékt om de dood niet langer uit de weg te gaan. Want zo lang we daarin volharden gaan we ook het leven uit de weg. Terwijl Osho voortdurend – ook in deze bundel – duidelijk maakt dat de dood een onlosmakelijk onderdeel van het leven vormt.

De dood is het hoogtepunt, het crescendo. Je bent er bang voor omdat je erin verloren zult raken, je zult erin oplossen. Je bent er bang voor vanwege het ego – het ego kan de dood niet overleven. (-)
En het ego is alles wat je kent van jezelf, vandaar die angst, een diepe angst: ‘Ik zal niet meer bestaan in de dood.’ Maar er is ook een grote aantrekkingskracht. Het ego zal verloren gaan, maar niet je realiteit. In feite zal je werkelijke identiteit aan je onthuld worden door de dood; de dood zal je masker wegnemen en je oorspronkelijk gezicht onthullen. (-)
De aantrekkingskracht is veel belangrijker dan de angst. Wie mediteert moet boven de angst uitstijgen. Wie mediteert moet van de dood gaan houden. Wie mediteert moet de dood uitnodigen – wie mediteert moet er niet op wachten, je moet hem uitnodigen, want de dood is een vriend voor iemand die mediteert. En wie mediteert sterft voordat het lichaam sterft. En dat is één van de allermooist ervaringen in het leven: het lichaam gaat door met leven – aan de buitenkant blijf je net zo in beweging als tevoren – maar van binnen is het ego er niet meer, het ego is gestorven.

Leven en sterven is in beide talen tweedehands nog wel verkrijgbaar, zeker het meer courante Engelstalige origineel.

Boekbespreking door Swami Anand Frank.