Groei is een bijproduct van het onderzoek naar de waarheid. Gelovigen groeien nooit, zij blijven kinderachtig. En vergeet niet, kinderlijk zijn en kinderachtig zijn, het zijn twee verschillende dingen, ze zijn niet hetzelfde.*
Het is mooi om kinderlijk te zijn. De man van vertrouwen is kinderlijk en de man van geloof is kinderachtig. Kinderlijk zijn is het toppunt van groei; dat is het toppunt — het bewustzijn heeft het ultieme hoogtepunt bereikt. Kinderlijk zijn betekent wijs zijn, en kinderachtig zijn betekent gewoon niet volwassen zijn. De gemiddelde mentale leeftijd van de mens op aarde is tegenwoordig niet meer dan twaalf jaar.
Toen dit voor het eerst werd ontdekt, was dat een schok. Niemand had er ooit over nagedacht; het was gewoon bij toeval dat het bekend werd. In de Eerste Wereldoorlog werden voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid de mensen die kandidaat waren voor het leger onderzocht. Hun mentale leeftijd werd onderzocht, hun IQ werd bepaald. Dit was een grote openbaring — dat ze niet ouder waren dan twaalf jaar; de gemiddelde leeftijd was slechts twaalf jaar.
Dit is kinderachtigheid. Het lichaam blijft groeien, en de mind is er op twaalfjarige leeftijd mee opgehouden. Wat voor soort mensheid hebben wij op deze aarde geschapen? Waarom stopt de mind op twaalfjarige leeftijd? Omdat men allerlei overtuigingen heeft verzameld tegen de tijd dat men twaalf is; men is al een gelovige, men ‘weet’ al wat de waarheid is. De één is christen, de ander communist; de één gelooft in God, de ander niet; de één gelooft in de Bijbel en de ander in Das Kapital; de één gelooft in de Bhagavad Gita, de ander in het Rode Boekje van Mao Zedong.
We hebben concepten en ideologieën gedrild in de onschuldige minds van arme kinderen. Zij worden al kenners. Weet je – op zevenjarige leeftijd weet een kind al vijftig procent van alles wat hij ooit zal weten. En tegen de tijd dat hij veertien is, is hij bijna aangekomen; nu kan hij nergens meer heen, hij hoeft alleen nog maar te vegeteren. Nu zal hij een bestaan als een kool leiden. Als hij gaat studeren dan kan hij, zoals men zegt, een bloemkool worden. Een kool met een universitaire opleiding is een bloemkool. Maar er is niet veel verschil, alleen het etiket verandert. De kool wordt een drs., een Dr., dit en dat, en om respect te tonen noemen we hem een bloemkool. Maar de mentale leeftijd is twaalf.
De echte mens groeit tot het einde. Zelfs terwijl hij sterft, groeit hij. Zelfs het laatste moment van zijn leven zal nog een onderzoek zijn, een zoektocht, een leren. Hij zal nog steeds onderzoek doen — nu naar de dood. Hij zal gefascineerd zijn: de dood is zoiets onbekends, zo’n mysterie, veel mysterieuzer dan het leven zelf – hoe kan een intelligent mens bang zijn? Als hij in het leven niet bang is geweest om zich in het onbekende te begeven, zal hij op het moment van de dood verrukt, extatisch zijn. Nu is het laatste moment aangebroken: hij gaat de duisternis in, de donkere tunnel van de dood. Dit is het grootste avontuur dat iemand ooit kan meemaken; hij zal veel leren.
Een echt iemand gelooft nooit; hij leert. Een echt iemand wordt nooit wijs; hij blijft altijd open, open voor de waarheid. En hij onthoudt altijd: ‘Het is niet zo dat de waarheid zich aan mij moet aanpassen, maar juist andersom: ik moet mij aanpassen aan de waarheid.’ De gelovige probeert de waarheid aan zichzelf aan te passen, de zoeker past zich aan de waarheid aan.
Osho, The Book of Wisdom # 5
* childlike (Engels) – kinderlijk; childish (Engels) – kinderachtig.