Kierkegaard

Soren Kierkegaard was een groot Deens filosoof. Hij schreef een boek, ‘Of/of’. Het was zijn eigen levenservaring — hij kon nooit ergens over beslissen. Alles was altijd zo dat als hij op deze manier besliste, dan leek die manier juist te zijn. Als hij op die manier besliste, dan leek deze manier juist te zijn. Hij bleef besluiteloos.

   Soren Kierkegaard (1813 – 1855)
Hij bleef ongetrouwd, hoewel een vrouw erg verliefd op hem was en hem had gevraagd. Maar hij zei: ‘Ik zal erover moeten nadenken — het huwelijk is iets groots, en ik kan niet onmiddellijk ja of nee zeggen.’
En hij stierf met de vraag, zonder te trouwen. Hij bleef maar discussiëren. Maar hij vond geen antwoord waarvan gezegd kon worden dat het het ultieme antwoord was, dat niet zijn gelijke tegenpool had.

Hij kon nooit professor worden. Hij had het formulier ingevuld, hij had alle kwalificaties – de best mogelijke kwalificaties – hij had vele boeken op zijn naam staan, van zo’n immens belang dat ze zelfs na een eeuw nog hedendaags zijn, niet oud, niet verouderd. Hij vulde het formulier in maar kon het niet ondertekenen — want ‘of/of’… of in dienst gaan of niet? Het formulier werd gevonden toen hij stierf, in de kleine kamer waar hij woonde. Zijn vader, die de situatie zag – en hij was zijn enige zoon – zag dat hij zelfs als hij ergens heen ging, urenlang op het kruispunt bleef staan om te beslissen of hij deze kant op ging of die kant…! Heel Kopenhagen werd zich bewust van de vreemdheid van deze man, en kinderen gaven hem de bijnaam ‘Of/of’, zodat pummels hem achterna liepen en waar hij ook heen ging ‘Of/of!’ riepen.

Zijn vader liquideerde al zijn bedrijven voordat hij kwam te sterven, verzamelde al het geld, stortte het op een rekening en regelde dat Kierkegaard elke maand op de eerste dag van de maand zoveel geld zou krijgen, dat hij in ieder geval zijn hele leven zou kunnen rondkomen. En je zult verbaasd staan: op de dag dat hij thuiskwam, op de eerste dag van de maand, nadat hij de laatste termijn van het geld had opgenomen – het geld was op – viel hij op straat en stierf. Met de laatste termijn! Dat was het beste wat hij kon doen. Wat moest hij anders? Want na deze maand, wat moet hij dan? En vanwege de pummels en andere mensen die hem lastig vielen en hem uitscholden, kwam hij maar één keer per maand buiten, alleen op de eerste dag, om naar het postkantoor te gaan. Maar nu was er niets meer — de volgende maand kon hij nergens meer heen.

Hij schreef boeken maar besliste niet of hij ze zou uitgeven of niet; hij liet al zijn boeken ongepubliceerd. Ze zijn enorm veel waard. Elk boek dringt diep door in de dingen. Over elk onderwerp dat hij heeft geschreven is hij tot de wortels gegaan, tot in de kleinste details… een genie, maar een genie van het verstand. Met het verstand, dat is het probleem — het is niet jouw probleem — en hoe beter verstand je hebt, hoe meer het probleem zal zijn. Mindere geesten komen dat probleem niet zo vaak tegen. Het is de geniale geest die tegengesteld is, met twee polariteiten, en niet kan kiezen. En dan voelt hij zich in een limbo.

Wat ik je heb verteld is dat het de aard van de mind is om in het ongewisse te verkeren. Het is de aard van de mind om midden tussen polaire tegenstellingen te zijn. Als je je niet verwijdert van de mind en getuige wordt van alle spelletjes van de mind, zul je nooit tot beslissen komen. Zelfs als je soms iets beslist – in weerwil van het verstand – zul je berouw hebben, omdat de andere helft waarvoor je niet beslist hebt je zal achtervolgen: misschien was dat juist en is wat je gekozen hebt verkeerd. En nu is er geen manier om het te weten. Misschien was de keuze die je links had laten liggen wel beter. Maar zelfs als je die had gekozen, zou de situatie niet anders zijn geweest; dan zou dat wat je terzijde had gelaten je achtervolgen. Verstand is in feite het begin van waanzin. En als je er te veel in zit, zal het je gek maken.

Wees je bewust van de mind — zijn heldere kant, zijn donkere kant, wat er goed aan is, wat er fout aan is. Welke polariteit het ook is, je hoeft je er alleen maar bewust van te zijn. Twee dingen zullen uit dat bewustzijn voortkomen: ten eerste, dat je niet de mind bent, en ten tweede, dat bewustzijn een besluitvaardigheid heeft die de mind nooit heeft. De mind is in principe besluiteloos, terwijl opmerkzaamheid in principe besluitvaardig is. Dus elke handeling uit bewustzijn is totaal, volledig, zonder berouw.

Ik heb nooit in mijn leven nog ergens over nagedacht – of iets anders beter zou zijn geweest. Ik heb nooit berouw getoond. Ik heb nooit gedacht dat ik een fout heb begaan, want er is niemand anders die deze dingen nog kan zeggen. Ik heb gehandeld vanuit mijn bewustzijn — dat is mijn hele wezen. Wat er nu gebeurt, is alles wat mogelijk is. De wereld kan het goed of fout noemen — dat is hun zaak, maar het is niet mijn probleem. Bewustzijn zal je dus uit het ongewisse halen. In plaats van tussen deze twee polariteiten van de mind te blijven hangen, zul je voorbij beide springen, en je zult in staat zijn te zien dat deze twee polariteiten alleen twee polariteiten zijn als je in de mind bent. Als je erbuiten staat, zul je verrast zijn dat het twee kanten van dezelfde medaille zijn – er is geen sprake van een beslissing. Met bewustzijn heb je de helderheid, de totaliteit, het loslaten — het bestaan beslist in jou. Je hoeft niet na te denken over wat goed en fout is; het bestaan neemt je hand bij de hand, en je beweegt je ontspannen. Dat is de enige manier, de juiste manier. En dat is de enige manier waarop je gezond kunt zijn; anders zul je verward blijven.

Soren Kierkegaard is een groot geest, maar omdat hij een christen is, heeft hij geen idee van bewustzijn. Hij kan denken, en heel diep denken, maar hij kan niet gewoon stil zijn en toekijken. Die arme kerel had nog nooit gehoord over iets als kijken, getuigen, bewustzijn. Denken was het enige waarover hij had gehoord, en hij had zijn hele genie in het denken gestoken. Hij had grote boeken geproduceerd, maar hij kon voor zichzelf geen groots leven produceren. Hij leefde in volslagen ellende.

Osho, Beyond Psychology # 22