Kalligrafie

In China, in Japan, in het gehele Verre Oosten, is de taal nog niet overgegaan van het picturale naar het alfabetische. Het alfabet begon overal als beeldtaal, en uiteindelijk kwam men erachter dat een beeldtaal erg omslachtig is — een onnodige verspilling van tijd die geen exacte betekenissen geeft. Eén beeld kan voor veel dingen worden gebruikt, maar omdat het een kunst werd, kalligrafie, raakten mensen verslaafd aan kalligrafie. Kalligrafie is mooi, maar alfabetische talen kunnen geen kalligrafie gebruiken.
Dus door de kalligrafie bleven de landen van het Verre Oosten picturaal. Maar voor iemand die niet als Chinees of Japanner is geboren, is het heel moeilijk te leren.
Het duurt vele jaren omdat je duizenden plaatjes moet leren voordat je zelfs maar een gewone krant kunt lezen.
Osho, Hyakujo: The Everest of Zen, # 4


In Japan en China wordt de kunst van kalligrafie beoefend op rijstpapier, op een bepaald soort papier, een zeer gevoelig papier, zeer breekbaar. Als je een beetje aarzelt, kan men eeuwenlang weten waar de kalligraaf aarzelde — omdat meer inkt zich in het rijstpapier verspreidt en er een puinhoop van maakt. Het is heel moeilijk om te misleiden op rijstpapier. Je moet blijven vloeien; je mag niet aarzelen. Geen enkel moment zelfs. Een enkel moment, als je aarzelt – gemist, al gemist. En iemand met een scherp oog zal onmiddellijk zeggen: ‘Het is helemaal geen Zen schilderij.’ Omdat een Zen schilderij een spontaan schilderij moet zijn, vloeiend.
Osho, A Sudden Clash of Thunder, # 5

Een kalligrafie is dus niet alleen dat wat geschreven is, zij draagt ook iets in zich van de meester die het gedaan heeft — de stroom. Verandering is niet toegestaan, je kunt het niet corrigeren; je moet het gewoon in één streek doen. Een zeer bekwame meester, een zeer opmerkzame staat is nodig. Je kunt het niet veranderen, je kunt het niet corrigeren. Als je het corrigeert, is het hele punt verloren omdat dan het ego binnenkomt. Je moet er gewoon mee stromen.
Er staan prachtige letters gegraveerd boven de poort van de Obaku tempel in Kyoto waarop staat: HET EERSTE PRINCIPE. Mensen komen van heinde en verre om ze te bewonderen. De originele kalligrafie werd op papier gemaakt door de meester Kosen. Toen Kosen de tekens tekende, stond er een leerling bij die de inkt had gemengd. De inkt moet voortdurend vers worden gemengd; kant-en-klare inkt wordt niet gebruikt. Dit zijn allemaal symbolische dingen — alles moet vers zijn, bewegend in het moment. Een leerling staat klaar om de inkt te bereiden, en de meester gaat door met kalligraferen.
Maar toen de leerling de eerste kalligrafie voltooid zag, zei hij: ‘Niet zo goed.’ Bij de eerste poging van Kosen werd dit het probleem: onmiddellijk werd de meester zich bewust van de leerling, dat hij daar stond te oordelen, te kijken. En als iemand staat te oordelen is het heel moeilijk om onbewust te blijven. Hij werd zelfbewust; een lichte trilling in de hand, een lichte angst, een lichte inspanning, omdat iemand ging oordelen – hij werd bang, een lichte nervositeit drong tot hem door.
Niet alleen werd deze kalligrafie een meesterwerk, maar door deze kalligrafie werd Kosen een Volmaakte Meester; nooit meer kon iemand hem lastig vallen, nooit meer was hij nerveus, nooit meer was hij zelfbewust — nooit meer! Dit werd een openbaring, een realisatie. Hij kon door en door zien wat het probleem was: het was niet de leerling, het was hijzelf; het was niet zijn oog en oordeel, het was zijn eigen ego.
Osho, Returning to the Source, # 8

Kalligrafie komt uit het Grieks: καλός (kalos) mooi en γράφειν (grafein) schrijven.