Jongeren voelen zich vaker eenzaam dan ouderen

1Vandaag Onderzoek wijst uit: vier op de tien (43%) jonge mensen voelt zich minstens één keer in de week eenzaam. Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt, onderdeel van het 1Vandaag Opiniepanel, op de dag dat de Week tegen Eenzaamheid begint. Dit betekent dat jonge mensen zich vaker eenzaam voelen dan volwassenen van 55 jaar en ouder: van hen voelt 16% zich ten minste een keer per week eenzaam. Voor veel jongeren is het een groot taboe om over eenzaamheid te praten.

Men komt niet verder dan ‘het probleem’ te signaleren en ‘het taboe’ te benoemen als het om de uiting van eenzaamheidsgevoelens gaat. Er wordt keihard weggerend voor een gevoel als ‘eenzaamheid’ omdat het negatief is en dat moet vermeden worden. De dialectiek die er in het leven is van positief en negatief, wordt NIET in ogenschouw genomen. ‘Hoe het positieve in het negatieve’ te transformeren, blijkt een brug te ver te zijn. Maar….zo kunnen er weer een aantal hulpverleners aan het werk. Tegelijkertijd ontstaat er echter een afhankelijke nieuwe generatie.
Een volwassen mensheid onderzoekt een verschijnsel, niet oppervlakkig, maar grondig en eventueel tot op de bodem. Zij daagt ook jongeren uit tot zelfonderzoek. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen ‘eenzaam zijn’ en ‘existentieel alleen zijn’? Alleen zijn is onze natuur.  De mens heeft zich altijd eenzaam gevoeld, want de mens is fundamenteel alleen. We worden alleen geboren en we sterven alleen. In de tussentijd kunnen we doen alsof we samenzijn. Alleen zijn blijft echter onaangetast. Het is een onderstroom, ondergronds zet zij zich voort.

Osho maakt hier het verschil tussen ‘eenzaam zijn’ en ‘alleen zijn’ glashelder: 
“Eenzaamheid betekent een negatieve staat van zijn: je hunkert naar de ander, je verlangt naar gezelschap, je mist de menigte. Je kunt jezelf niet verdragen; je ervaart jezelf als ondraaglijk. Je verveelt je met jezelf – dat is wat eenzaam zijn betekent – volkomen verveeld. Alleen zijn is totaal anders: het is volkomen extatisch. Alleen zijn houdt een positieve staat in. Je mist de ander niet; je bent blij met jezelf. Je ben niet verveeld met jezelf, je voelt je geïntrigeerd. Er kondigt zich een grote uitdaging aan vanuit je binnenste kern.”  
Osho: The Dhammapada, The Way of the Buddha.