India en Gandhi

Osho, waarom is India zo arm?

De zogenaamde heiligen zijn daar verantwoordelijk voor. Door de eeuwen heen heeft India geleefd met een verkeerde filosofie – een filosofie die wereldvreemdheid onderwijst, een filosofie die onderwijst dat de wereld een illusie is en dat alleen de andere wereld waar is. Je hebt de andere wereld, de ware wereld, niet gezien; je moet geloven. En de wereld die je hebt gezien, en elke dag ziet en elke dag ervaart, is een illusie, is maya.
Deze dwaze filosofie is de hoofdoorzaak van India’s armoede. Als de wereld een illusie is, waarom zou je je dan druk maken om wetenschap, waarom zou je je druk maken om technologie? Wat heeft het voor zin? Als de wereld een illusie is, dan is armoede ook een illusie, de bedelaar op straat is ook een illusie, de hongerende mens is ook een illusie.

Het Westen heeft geleefd met het idee dat alleen deze wereld echt is. Daarom is het rijk geworden, althans uiterlijk rijk. Het Westen heeft de andere wereld ontkend: God is dood. En het Westen begon pas rijk te worden toen het het idee van de andere wereld begon te laten vallen; toen was al zijn energie gericht op deze wereld. Het werd rijk in materieel opzicht, maar arm in geestelijk opzicht.
De andere wereld is ook echt, en echt op een hoger niveau. Het Oosten werd arm in materieel opzicht. De andere wereld is echt, maar de andere wereld kan alleen gebaseerd zijn op de werkelijkheid van deze wereld. Deze wereld fungeert als een fundament. Dus misschien, af en toe, was iemand in India in staat om innerlijk rijk te worden. Maar de miljoenen, de massa’s, blijven naar buiten toe arm. En omdat er geen fundament is, zijn zij ook innerlijk arm gebleven.
Deze houdingen zijn twee helften van één geheel geweest. De nieuwe mens waar ik het over heb, en de nieuwe mensheid, zal niet Oosters of Westers zijn. Hij zal niet geloven in deze wereld alleen of in die wereld alleen, hij zal geloven in de totaliteit van de mens. Hij zal geloven in het lichaam van de mens, hij zal geloven in de ziel van de mens; hij zal geloven in het materiële, hij zal geloven in het geestelijke. In feite zal de nieuwe mensheid het spirituele en het materiële als twee aspecten van één fenomeen beschouwen. Dan zal de wereld in beide opzichten rijk zijn, van binnen en van buiten.

India moet zich ontdoen van zijn obsessie van de andere wereld. Ze moet leren om ook van deze wereld te houden, ze moet leren dat deze wereld ook echt is. Zodra dat gebeurt zal dat een grote verandering in India’s leven betekenen. Maar de heiligen, de zogenaamde heiligen, blijven nog steeds onderwijzen dat deze wereld onecht is. En de arme mensen worden erdoor getroost, dus blijven ze zich vastklampen aan de filosofie. Als de wereld onwerkelijk is, geeft dit troost: er is niets om je zorgen over te maken, het is slechts een kwestie van een paar jaar, dan zul je de echte wereld binnengaan. Waarom dan nog moeite doen?
De Oosterse geest blijft onwetenschappelijk vanwege deze in wezen verkeerde filosofie; wetenschap kan alleen tot stand komen als de wereld als echt wordt aanvaard. En als de wetenschap er is, dan is de technologie er, en technologie is de enige manier om rijkdom te scheppen. De zogenaamde heiligen zijn verantwoordelijk, en de zogenaamde leiders, de politici, zijn verantwoordelijk, omdat de politici anti-wetenschappelijke houdingen aan het land blijven onderwijzen. Gandhi’s filosofie is anti-wetenschappelijk. Het zal u verbazen te weten dat hij tegen de trein, het postkantoor, de telegraaf en de moderne geneeskunde was. Hij was tegen de basistechnologieën die het land vooruit kunnen helpen. En hij is nog steeds de vaderfiguur, hij domineert nog steeds de Indiase mind, vooral de mind van de Indiase politicus.

India moet zich ontdoen van Gandhi, anders kan het niet rijk worden. Maar Gandhi troost ook, want hij prijst de arme man. Hij noemt de arme man daridra narayan: hij zegt dat God in de arme man is, de arme man is goddelijk. Zijn leer is dat de rijke man iets verkeerds is en de arme man iets goeds. Armoede heeft iets spiritueels in zich, volgens hem.
Als je armoede prijst als spiritualiteit, wordt het ego van de arme natuurlijk bevredigd. Vandaar dat de armen in India Gandhi blijven vereren; elke stad heeft zijn standbeeld. De arme man heeft niets anders om zich bevredigd over te voelen. Dit idee geeft hem grote voldoening, dat hij iets spiritueels in zich heeft, dat zijn armoede spiritueel is.

Osho, The Book of Wisdom #23 vraag 5