Humor en verveling

Probeer het te begrijpen: alleen de mens kan lachen — geen enkel ander dier. Als je een ezel tegenkomt die lacht, word je gek. Of een paard dat lacht — dan zul je niet meer kunnen slapen. Dieren lachen niet. Ze hebben niet zoveel intelligentie. Voor lachen is intelligentie nodig — hoe groter de intelligentie, hoe dieper de lach.
De lach is een symbool dat je echt menselijk bent. Kun je niet lachen, dan ben je minder menselijk. Kun je wel lachen, dan ben je mens geworden. Lachen is een zekere indicatie van menselijkheid.


Aristoteles zegt dat de mens een rationeel dier is. Ik geloof dat niet, want ik heb de mens bekeken en ik zie geen rationaliteit in hem. Mijn definitie is: de mens is een lachend dier. Lachen betekent dat je je bewust wordt van de belachelijkheid van dingen. En ook: de mens is het enige dier dat zich kan vervelen. Verveling en humor zijn twee aspecten van dezelfde medaille, twee kanten van dezelfde medaille.
Alleen de mens kan zich vervelen en alleen de mens kan lachen.
Dit zijn de twee specifieke kwaliteiten die in de mens bestaan. Zij vormen de definitie van menselijkheid. Dieren vervelen zich niet. Zij doen elke dag dezelfde routine, jaar in, jaar uit, van geboorte tot dood — zij vervelen zich nooit. Je ziet geen verveling op hun gezicht, want voor verveling is ook intelligentie nodig.

Hoe intelligenter iemand is, hoe meer hij zich verveelt in de wereld. Boeddha raakte verveeld met de hele onzin die het leven heet. Hij verveelde zich met geboorte, hij verveelde zich met liefde, hij verveelde zich met de dood. In het Oosten is religie niets anders dan een zoektocht om uit dit saaie bestaan te geraken, dit voortdurend komen en gaan, deze voortdurende geboorte en dood. Het is saai! Er zit niets nieuws in.
En het idee van vele levens maakt het nog saaier.

Christenen vervelen zich minder, Mohammedanen vervelen zich minder, Joden vervelen zich minder, omdat zij maar één leven hebben. Je kunt je niet veel vervelen in één leven. Je wordt geboren, en dan sterf je na tachtig jaar. En in die tachtig jaar: twintig jaar leer je, dertig jaar werk je en dertig jaar slaap je. Als je alle activiteiten van de mens telt, dan is scheren, staan voor de spiegel ….het gaat over mannen, niet over vrouwen — tachtig dagen onafgebroken, in zijn hele leven. Tachtig dagen staat hij alleen maar voor de spiegel. Kijk naar de absurditeit ervan.
En dit gaat over mannen — ik denk dat ze de gegevens over mannen hebben gegeven en niet over vrouwen omdat het niet geteld kan worden. Vrouwen blijven gewoon voor de spiegel staan en kijken naar zichzelf. Als je eenmaal gekeken hebt, klaar! Wat zoek je nu verder? Ontbreekt er iets? Of kun je niet geloven dat jij het bent?

Als je de hele activiteit van het leven ziet, is het saai. Maar als het leven er maar één is, is het niet zo saai. Daarom kunnen Christenen, Mohammedanen en Joden niet erg religieus zijn. Het hindoeïsme, het Jainisme en het Boeddhisme hebben een andere kwaliteit aan religie gegeven. Zij zeggen dat het miljoenen keren zo is geweest: wedergeboorte, steeds weer; reïncarnatie, steeds weer. Het is niet één leven; één leven is slechts één beweging van het wiel. Het wiel beweegt al sinds een begin-loos begin. En je hebt miljoenen keren hetzelfde gedaan, en toch verveelt het je niet?
Dan moet je wel heel dom zijn. Een intelligent persoon moet zich vervelen. Verveling is menselijk. En omdat de mens zich kan vervelen, kan de mens ook lachen. Lachen is een ander uiterste van dezelfde energie. Het hele spectrum ligt tussen verveling en lachen.

Daarom gebruik ik zoveel grappen — omdat ik weet dat religieuze waarheden erg saai zijn. Dus eerst neem ik je mee naar de verveling, ik ga in op delicate zaken — mm? — Ik neem je mee naar de verveling. Wanneer ik zie dat het te veel is en je niet meer kunt verdragen, dan vertel ik je een grap. De slinger zwaait terug. Je bent weer blij. Ik kan je weer vervelen. Je bent fris, je bent er weer klaar voor. Je kunt nog eens tien, vijftien minuten verdragen. Wanneer ik zie dat je aan je grens komt, dat je boos op me wordt — ik wil niet vermoord worden — praat ik meteen weer over iets zodat je kunt lachen, en je me kunt vergeven.

Osho: The Discipline of Transcendence, Vol 3. # 10