Het denken is dronken

Over de mysticus Jezus volgens het Thomas Evangelie

Zijn discipelen zeiden tot hem:
‘Wanneer zullen de doden rusten,
en wanneer zal de nieuwe wereld komen?’

Hij zei tot hen:
‘Wat jullie verwacht, is er al,
maar jullie weten het niet.’

Zijn discipelen zeiden tot hem:
‘Er hebben vierentwintig profeten gesproken in Israël
en allen hebben ze van u gesproken.’

Hij zei tot hen:
‘Jullie hebben de levende afgewezen
die voor je staat,
en je hebt over de doden gesproken.’

Jezus zei:
‘Ik heb vuur op de aarde geworpen,
en zie, ik bewaak de wereld
totdat ze in brand staat.’

Het gebeurt steeds weer opnieuw: Jezus komt, maar je herkent hem niet: Boeddha komt, maar je herkent hem niet. Hoe komt dat? En dan denk je eeuwenlang over Jezus en Boeddha. Dan worden er religies geschapen, er worden grote organisaties geschapen voor hem die je niet begrepen hebt toen hij er was. Waarom loop je een levende Christus mis? Dat moet je zien te begrijpen, omdat het door iets moet zijn dat diep in de geest is geworteld, dat in de aard van de geest zelf zit. Het is geen persoonlijke vergissing, het is geen fout die deze of gene maakt. Duizenden jaren werd hij door het menselijk denken gemaakt.

We moeten doordringen in dit denken en het begrijpen. Ten eerste: het denken kent geen heden, alleen maar een verleden en een toekomst. Het heden is zo klein dat het denken er geen vat op kan krijgen. Op het moment dat het denken er vat op krijgt is het al verleden geworden. Het heden is zo klein als een atoom, zo subtiel, dat het tegen de tijd dat je je er bewust van wordt voorbij is. Je kunt het heden alleen zien als je een zeer intens bewustzijn hebt. Je moet volkomen wakker zijn; als je niet helemaal wakker bent, kun je het heden niet zien. Je bent al dronken van het verleden of van de toekomst.

Het denken is dronken. Het kan het heden niet zien, dat voor zijn neus ligt. Het denken zit vol dromen en verlangens. Je hebt geen tegenwoordigheid van geest. Daarom loop je Jezus mis, en Boeddha, daarom loop je Krishna mis, en dan klaag je eeuwenlang steen en been, dan voel je je eeuwenlang schuldig. Eeuwenlang denk je, bid je, fantaseer je, en als Jezus er is loop je hem mis. Je kunt Jezus alleen ontmoeten als je tegenwoordigheid van geest verwerft, een tegenwoordigheid die geen verleden kent, die geen toekomst kent; alleen zó’n tegenwoordigheid kan in het heden kijken. En dan is het heden eeuwig. maar die eeuwigheid bestaat in de diepte, ze is geen lineaire beweging, ze is niet horizontaal – ze is verticaal.

En het tweede punt dat je moet onthouden is: je kunt het verleden begrijpen omdat je voor iets dat je wilt begrijpen tijd nodig hebt om na te denken, te theoretiseren, te filosoferen. Maar als Jezus aanwezig is, kun je niet denken – je hebt geen tijd om te denken. Het denken heeft tijd nodig voor zijn gedachten. Het tast in het duister. Op de een of andere manier schept het een soort inzicht dat helemaal geen inzicht is. Als je inzicht hebt kun je rechtstreeks naar een feit kijken en dan wordt de waarheid over dat feit je onthuld. Als je geen inzicht hebt moet je nadenken.

Bedenk wel dat een mens met inzicht nooit denkt, hij kijkt alleen maar naar het feit. Een man zonder inzicht denkt. Hij is net een blinde die zijn huis uit wil: voor hij zijn huis uitgaat moet hij denken: ‘Waar is de deur, waar is de trap, waar is het hek?’ Maar iemand die kan zien gaat gewoon naar buiten als hij dat wil.

Als je blind bent is het heel erg nodig te denken. Iemand die kan zien denkt nooit. Jezus is geen denker, Aristoteles is een denker, Boeddha is geen denker, Hegel is een denker. Een verlicht mens denkt nooit, hij kijkt alleen maar, hij heeft ogen om te zien. En die blik toont hem de weg, de deur, het hek.

Uit Osho: Het Mosterdzaad #20
Bron: Osho Dancing Buddhas.

Image by David Clode from Pixabay