De in Duitsland geboren Hermann Hesse (2 juli 1877 – 9 augustus 1962) schreef veelgeprezen boeken als Demian, Steppenwolf, Narcissus en Goldmund, en Het glazen kralenspel, naast andere werken en novellen.
Honderd jaar geleden, in 1922, verscheen Hesse’s novelle Siddhartha, waaruit zijn liefde voor de Indiase cultuur en de boeddhistische filosofie bleek. De naam ‘Siddhartha’ bestaat uit twee woorden uit het Sanskriet: siddha betekent volbracht en artha betekent doel of rijkdom. Beide woorden samen willen zoveel zeggen als hij wiens doel is volbracht of hij van wie elke wens is vervuld. Boeddha’s naam was oorspronkelijk prins Siddhartha Gautama.
Hermann Hesse’s Siddhartha is een van de zeer zeldzame boeken, iets uit zijn diepste binnenste. Nooit meer kon Hesse een juweel brengen dat mooier en kostbaarder is dan Siddhartha; hij kon niet hoger reiken. Siddhartha is Hesse’s hoogtepunt.
Siddhartha zegt tegen Boeddha: ‘Wat u ook zegt, het is waar. Hoe kan het anders zijn? U heeft alles uitgelegd wat nooit eerder uitgelegd was. U heeft alles duidelijk gemaakt. U bent de grootste leraar die er is. U heeft deze verlichting op eigen kracht bereikt. U was geen discipel. U heeft niemand gevolgd; u heeft alleen gezocht. U bent alleen tot deze verlichting gekomen. U heeft een pad bewandeld zonder iemand te volgen.’
‘Ik moet U verlaten,’ zegt Siddhartha tegen Gautama Boeddha, ‘niet om een grotere leraar te vinden dan u, want die is er niet, maar om zelf de waarheid te zoeken.’
Met deze leer ben ik het eens, – want dit is de leer van Boeddha – ‘wees een licht voor jezelf.’ Volg niemand. Blijf zoeken, maar volg niemand.
‘Hier ben ik het mee eens,’ zegt Siddhartha, ‘dus zal ik weg moeten gaan.’
Hij is bedroefd. Het moet heel moeilijk voor hem zijn geweest om Boeddha te verlaten, maar hij moet gaan – om te zoeken, of om te sterven. Hij moet het pad vinden.
Wat is mijn commentaar daarop? Er zijn twee soorten mensen in de wereld. Negenennegentig procent die niet alleen kan gaan… Alleen, als ze het proberen, zullen ze voor eeuwig en altijd in een diepe slaap blijven. Alleen, aan zichzelf overgelaten, is de mogelijkheid nihil. Ze zullen iemand nodig hebben om ze wakker te maken; ze zullen iemand nodig hebben om ze uit hun slaap te schudden, om ze te shockeren. Ze hebben iemand nodig om hen te helpen. Maar er is ook een ander type, dat slechts één procent is, dat zijn weg op eigen kracht kan vinden.
Boeddha behoort tot het eerste type, het zeldzame type, de één procent. Siddhartha behoort ook tot hetzelfde type. Hij begrijpt Boeddha, hij houdt van Boeddha, hij vereert hem. Hij voelt de droefheid en de pijn en het hartzeer als hij hem verlaat, maar hij weet dat hij moet vertrekken. Hij moet zijn eigen weg vinden. Hij moet zelf op zoek gaan naar de waarheid. Hij kan geen schaduw worden; dat is niet mogelijk voor hem, dat is niet zijn aard. Maar dat betekent niet dat iedereen alleen moet zoeken.
Osho, Yoga: The Alfa and the Omega, Vol 7