Henri David Thoreau

In een artikel in Happinez, titel ‘Verlangen naar Eenvoud’, wordt Henri David Thoreau beschreven die in de 19e eeuw, op de leeftijd van 22 jaar, solitair in een boshut verbleef, twee jaar, twee weken en twee dagen. Hij wilde weten hoe het was te leven in volstrekte eenvoud en stilte, zonder afleidingen. Hij schreef er een boek over. Een samenvatting van de uitspraken van Thoreau wordt hieronder weergegeven.

   Henri David Thoreau

Op zoek gaan naar de essentie van de natuur, zegt hij, is op zoek gaan naar de essentie van je ziel oftewel het zelf. Die twee lopen in elkaar over en zijn onmogelijk van elkaar te scheiden. Thoreau was dus op zoek naar de essentie van zijn ziel en die van de natuur, in stille afzondering, a.h.w. een retraite.
Boeddha verkoos op een dag het bos boven het luxe leven van zijn rijke familie, op zoek naar zichzelf, naar de waarheid en ontdeed zich van alle afleidingen. En Thoreau wilde het leven tot de absolute basis reduceren, het echte leven. Terug willen keren naar iets waarvan je nooit los bent geweest, dat is wat we hopen te vinden in die rust in dat bos, die afzondering. Goddelijkheid kun je het noemen, God in alle dingen.


Hutje in het bos van Henry David Thoreau

Thoreau was een aanhanger van het transcendentalisme. De mens was op zijn best als hij zelfstandig, sober en zelfvoorzienend leefde. En door het uitbannen van afleidingen en materialisme stond je meer in contact met dat goddelijke, je ware aard.
Om de somberte tegen te gaan wandelde Thoreau in die periode elke dag 4 uur.
In Zen noemen ze die goddelijkheid die ook menselijkheid is, je boeddha-natuur. Een essentie die je hebt, die je niet kunt kwijtraken, maar waar je wel blind voor kunt zijn. Je moet daar dus voor ontwaken. Satori: verlichting.

Thoreau keerde uiteindelijk terug naar de samenleving, zoals Boeddha dat ook deed. In het geval van Thoreau is de werkelijkheid wat minder spiritueel dan zijn boek aangeeft. Hij bezocht vaak het dorp in de buurt, nodigde ook wel vrienden uit en zijn moeder kwam hem avondeten brengen.

Er zijn ook voorbeelden van monniken die eenzaam rondzwierven of zich jarenlang terugtrokken in een grot.
De Boeddha-natuur zegt: Wandel lang genoeg in het bos, zonder gezelschap, zonder telefoon en gaandeweg begint er iets te veranderen, de grenzen van je identiteit vervagen, je gedachten lijken steeds meer los te staan van wie ‘jij’ bent en het bos voelt wezenlijk, intiemer.
Het boek van Thoreau is een verslag van het menselijke en het alledaagse, maar dan ervaren in stilte, in de natuur, daar waar alles ontstaat, en bestaat, in een veel helderder bewustzijn. Hij stierf in 1862, op zijn vierenveertigste. Na het uitblazen van zijn laatste adem brak de echte stilte aan.

Wikipedia: Henri David Thoreau (1817-1862).

Osho over eenvoud

Eenvoud is het leven zonder idealen. Die idealen creëren complexiteit vanuit gescheidenheid in je. Tevreden zijn met jezelf zoals je bent, is eenvoud. De toekomst brengt complexiteit; als je volkomen in het heden leeft, ben je eenvoudig.
Eenvoud betekent niet een leven van armoede, want iemand die dat zichzelf oplegt, is helemaal niet eenvoudig. Die behoefte betekent diep vanbinnen een hunkering naar volkomen tegenstelling. Eenvoud is gewoon jezelf zijn, in volledige acceptatie, zonder doel, zonder ideaal. Er is moed voor nodig, want je bent dan nooit aangepast aan de z.g. bedorven maatschappij die om je heen bestaat. Je bent dan continu een outsider, maar wel eenvoudig en eenvoud heeft iets moois. Je bent dan volkomen in harmonie met jezelf, geen conflict, geen splitsing in je.

Het ideaal brengt de splitsing en hoe groter het ideaal hoe groter de splitsing. Eenvoud is geen ideaal. Je kunt het niet aan jezelf opleggen. Eenvoud betekent simpel dat wat is. Vanwege prestatie probeer je naar het bestaan je te verbeteren. En eenvoud betekent gewoon spontaan leven van moment tot moment, niet volgens een of andere filosofie, het Jaïnisme, Boeddhisme, Hindoeïsme. In dat geval heb je jezelf verraden, ben je een vijand naar jezelf. Eenvoud betekent in een diepe vriendschap zijn met jezelf. Het heeft lef nodig, want je leeft dan constant in onzekerheid. En de mens die met idealen leeft, is zeker voorspelbaar, dat is zijn zekerheid. Hij weet wat hij morgen gaat doen.
De eenvoudige mens weet niets over morgen, over het volgende moment, want hij handelt niet vanuit het verleden, maar vanuit zijn actuele gewaarzijn. Hij leeft van moment tot moment zonder idee hoe te leven; hij heeft dan geen enkele filosofie van het leven. Hij vertrouwt op zijn intelligentie. Het betekent dat als je een domoor bent je een filosofie van het leven nodig hebt zodat het je kan leiden. Met intelligentie heb je geen filosofie nodig, het is dan genoeg met jezelf, een licht in jezelf.

Het leven is onzeker. Maar de zekerheid is alleen maar een illusie die we om ons heen creëren en op grond daarvan doden we onze intelligentie. De mens die eenvoudig wil leven, moet in onzekerheid leven, dat niets zeker is en dat we ons bevinden op een onbekende reis. Behalve domme mensen heeft niemand illusies van zekerheid. Hoe intelligenter je bent, hoe onzekerder, hoe aarzelender je bent – want het leven is onmetelijk. Het leven is immens, onmeetbaar, mysterieus. Hoe kun je zeker zijn? Leven in onzekerheid, leven in onveiligheid, is eenvoud.

Osho, The Secret.

Osho over de natuur

Wat natuurlijk is, is gemakkelijk en juist, maar omdat je niet natuurlijk bent, ben jij noch gemakkelijk of juist. Je hele opvoeding maakt je kunstmatig, willekeurig; het vernietigt je natuur, het legt iets anders aan je op wat anderen willen, de opvattingen van anderen, gevestigde belangen. Ergens diep in de mens is er een angst voor de natuur, wat vele problemen heeft gecreëerd. Het heeft een lelijke civilisatie doen ontstaan, een bedorven cultuur, een anti-natuurlijke technologie, een wetenschap tegen ecologie, een religie die niet is afgestemd op je meest innerlijke wezen.

Maar waarom is de mens bang voor de natuur? Het heeft redenen. De eerste is: de natuur is groter dan je ego, en als de natuur wordt toegelaten, kan het ego niet in controle zijn. Dan controleert de natuur jou. Dus in plaats van natuurlijk te zijn, onderdruk jij je natuur en je claimt slechts een klein plekje van je wezen, maar één tiende van je wezen, dat door je ego kan worden gecontroleerd. Dan heb je het gevoel dat je de Meester bent. Met de natuur ben je niet de Meester, je bent niemand. Met de natuur ben je nergens, je bestaat helemaal niet. En het ego creëert alles, creëert moraliteit en dat is tegen de natuur.

De mens is zeer verfoeilijk geworden door civilisatie, want het was niet echt een zegening; het heeft bewezen een verwensing te zijn. Beschaving is niet echt een zegening geweest; het heeft bewezen een vloek te zijn. We moeten vroeg of laat een andere civilisatie uitproberen, en hoe eerder hoe beter, want deze beschaving is gedoemd te mislukken. Ze heeft al gefaald.
Deze beschaving is mislukt want het is tegen de natuur geweest. De mens heeft geprobeerd heel arrogant met de natuur te zijn, heeft geprobeerd de natuur te veroveren, wat volkomen dwaas is. We maken deel uit van de natuur, we zijn de natuur. Vechten met de natuur is vechten met onszelf. De mens kan enkel vreugdevol leven met de natuur, niet tegen de natuur. Als we in totale harmonie met de natuur mee glijden, groeit de liefde en wordt meer volwassen, raakt meer geïntegreerd. En het volwassen zijn van liefde is de grootste gift van het leven.