Deze weken staan in het teken van de soefi’s. Osho bespreekt de poëzie van de Perzische mystieke dichter Hakim Sanai. Vorige afleveringen hiervan zijn te vinden op Unio Mystica.
Sanai zegt:
STA OP, HEB GENOEG VAN SPROOKJES.
LAAT JE ONEDELE PASSIES ACHTER EN KOM TOT MIJ.
Sanai zegt, zoals elke meester altijd heeft gezegd: Kom tot mij! Maar je zult een paar dingen moeten achterlaten, alleen dan kun je bij de meester komen. Als je die paar dingen niet kunt verlaten, zul je bij de priesters blijven en zul je de meester nooit vinden. En de priesters zijn de vijanden van alle meesters.
De priester is nooit de meester en de meester is nooit de priester; ze behoren niet tot dezelfde dimensie. De priester heeft niets met God te maken. De priester heeft van God een handel gemaakt. Hij buit de hypothese van God uit. De priester is zo lelijk dat hij zelfs het idee van God niet onbenut kan laten.
Volgens een zeker verhaal, toen God de wereld schiep en zag dat het goed was, deed Satan mee met de waardering en riep uit, terwijl hij van het ene wonder naar het andere staarde: ‘Het is goed! Het is goed! Laten we er een instelling van maken!’
Dat is nou de priester. De priester maakt van alles een handel, de priester maakt van alles een instelling. Elk inzicht van de grote boeddha’s wordt uiteindelijk gereduceerd tot een instituut, tot een kerk. De priester is in dienst van Satan.
STA OP, HEB GENOEG VAN SPROOKJES…
En het is de priester die je blijft voeden met sprookjes. Hij praat over God en hij praat over de hemel en de hel en de engelen en de beloningen die de deugdzame zal krijgen en de straffen die de zondaars zullen moeten ondergaan. Dit zijn allemaal sprookjes.
De priester blijft je voeden met sprookjes. En omdat je gehecht blijft aan sprookjes blijf je dom, je wordt nooit volwassen. Pas op: de priester is een handelsreiziger in dienst van Satan. En heel het werk van de priester bestaat uit het versieren van sprookjes. Hij verzint steeds meer sprookjes. Hij maakt zich niet druk over de waarheid, in feite is hij heel erg bang voor de waarheid.
Dus wanneer er een man als Boeddha is, is de priester tegen hem. Wanneer er een man als Jezus is, is de priester tegen hem. Onmiddellijk wordt de priester alert, er is gevaar – want die lui zoals Boeddha en Jezus zijn tegen sprookjes. Zij zullen alle kinderachtige onzin vernietigen die in naam van religie wordt uitgekraamd. En de priester leeft ervan, en door de eeuwen heen is hij echt vaardig geworden. De priester is de grootste handelsreiziger ter wereld.
Een man kwam een kruidenierswinkel binnen en vroeg om vijf cent zout. De eigenaar vroeg: ‘Wat voor zout wilt u?’
‘Wat voor zout wil ik? Ik wil zout, heel eenvoudig. Hoeveel soorten zout zijn er?’
‘Ha ha!’ grinnikte de winkelier. Wat weet u niet van zout! Komt u maar eens mee.’
En hij nam hem mee naar beneden en liet hem een kelder zien die maar liefst veertig of vijftig vaten zout bevatte. De klant stond verbaasd.
‘Zijn dat allemaal verschillende zouten?’ vroeg hij.
‘Ja, ze zijn allemaal verschillend. We hebben zout voor allerlei prijzen en toepassingen.’
‘Mijn hemel, u bent een specialist. Ik neem aan dat als u al die vaten met verschillende soorten zout hebt, u wel heel veel zout moet verkopen. U moet echt weten hoe je zout moet verkopen!’
‘Oh,’ zei de ander, ‘ik – ik ben niet zo goed in zout verkopen, maar de man die het allemaal aan mij verkocht heeft, jongen, die kan pas zout verkopen!’
De priester verzint voortdurend sprookjes. En hij verzint ze voor alle soorten mensen, voor alle soorten minds. Daarom zijn er driehonderd religies op aarde – dat betekent driehonderd soorten sprookjes, beschikbaar in alle maten, beschikbaar tegen alle prijzen, beschikbaar naar ieders behoefte. Waarom heb je anders driehonderd religies op aarde nodig? Je hebt geen driehonderd wetenschappen op aarde. Wetenschap is één, omdat de wetenschappelijke benadering één is en het fundament van de wetenschap één is.
Religie zal één zijn – als priesters verdwijnen en er alleen nog Boeddha’s en Bahauddins en Sanai’s en Sosans zijn, zal er maar één religie zijn. Er zal een soort religiositeit in de wereld zijn, geen enkele religie in feite – een soort religiositeit.
Je zult je sprookjes moeten laten vallen – christelijke, hindoeïstische, mohammedaanse.
STA OP, HEB GENOEG VAN SPROOKJES.
LAAT JE ONEDELE PASSIES ACHTER EN KOM TOT MIJ.
Er zijn lage passies: geld, macht, seksualiteit, hebzucht, woede, bezitterigheid, enzovoort, enzovoort. En de mens leeft alleen in die lage passies. Daar is niets mis mee, ze zijn de fundering van de tempel van het leven. Maar als er alleen het fundament is en geen tempel, dan is het fundament volkomen nutteloos. Het is nuttig in de context van de tempel; als de hele tempel gebouwd is, is het fundament nuttig. Maar als de tempel nooit gebouwd wordt en je blijft maar bouwen aan het fundament, voor eeuwig en altijd, dan is het volkomen futiel, zinloos, een verspilling van leven en energie.
Sigmund Freud bleef zich bezighouden met de lage passies. Dat is zijn onvolkomenheid. En daardoor is de psychoanalyse nog niet in staat geweest om een tempel te worden. Het is alleen maar een fundering, een kale naakte fundering. Het is nog geen huis waar je kunt wonen.
Hij schreef eens aan een vriend: ‘Ik heb me altijd beperkt tot de begane grond en de kelder van het bouwwerk dat de mens heet.’
Aldous Huxley heeft eens gezegd dat hij de kelder-kelder had moeten zeggen.
De mens heeft een kelder, dat is waar, maar hij heeft ook een zolder. De mens is onbewust, dat is waar, maar de mens heeft ook het potentieel voor superbewustzijn. En als je niet op zoek gaat naar het superbewustzijn zul je in de kelder blijven, of zelfs in de kelder-kelder. Je zult op de aarde blijven kruipen – terwijl je het vermogen hebt om te vliegen. Je kunt een vlinder worden, maar je opent je vleugels niet omdat je gehechtheid aan de aarde te groot is. Die gehechtheid moet getransformeerd worden. Je moet naar de sterren gaan kijken.
Dat is wat soefi’s adab noemen: in de aanwezigheid van de meester zijn. Hindoes noemen het satsang. In de aanwezigheid van de meester zijn betekent naar de sterren kijken, je bewust worden van de zolder, dat er iets hogers in je mogelijk is. Opgewonden worden dat je niet af bent zoals je bent, dat je vleugels kunt hebben, dat je zo hoog kunt vliegen als je wil, dat zelfs de hemel niet de limiet is.
Meer: Osho, Unio Mystica Vol. 1 #5 deel 3
Image by Moondance from Pixabay