Geld

Wat is geld en waarom voelen de meeste mensen zich er op de een of andere manier zo ongemakkelijk bij?

Het is een netelige vraag, want geld is niet wat het lijkt. Geld zit dieper geworteld. Geld is niet alleen daar buiten in de geldbiljetten, het heeft iets te maken met je innerlijk, je geest, je houding. Geld is je liefde voor dingen, geld is je ontsnapping aan personen, geld is je beveiliging tegen de dood, geld is je poging om het leven te beheersen, geld is duizend en één dingen. Geld zit niet alleen in de geldbiljetten, anders was het wel heel gemakkelijk geweest. 

Geld is je liefde – liefde voor dingen, niet voor personen. De meest comfortabele liefde is voor dingen, omdat dingen dood zijn, je kunt ze gemakkelijk bezitten. Je kunt een groot huis bezitten, een paleis – het grootste paleis kun je gemakkelijk bezitten – maar je kunt zelfs de kleinste baby niet bezitten; zelfs die baby verwerpt, zelfs die baby vecht voor zijn vrijheid. Een kleine baby, hoe klein ook, is gevaarlijk voor de man die hem wil bezitten. Hij zal in opstand komen, hij zal opstandig worden, maar hij zal niet toestaan dat iemand hem bezit.

Mensen die niet van mensen kunnen houden, beginnen van geld te houden, omdat geld een middel is om dingen te bezitten. Hoe meer geld je hebt, hoe meer dingen je kunt bezitten; en hoe meer dingen je kunt bezitten, hoe meer je mensen kunt vergeten. Je zult veel dingen hebben, maar je zult geen tevredenheid hebben, want diepe tevredenheid komt alleen als je van een persoon houdt. Het geld zal niet in opstand komen, maar het kan ook niet reageren, dat is het probleem.

Daarom worden gierige mensen zo lelijk – niemand heeft ooit op hun liefde gereageerd. Hoe kun je mooi zijn zonder liefde die op je valt, zonder liefde die als bloemen op je neerdwarrelt – hoe kun je mooi zijn? Je wordt lelijk. Je wordt gesloten. Iemand die geld bezit of probeert geld te bezitten, is gierig en hij zal altijd bang zijn voor mensen, want als ze dichterbij mogen komen, kunnen ze gaan delen. Als je iemand nabijheid toestaat, moet je ook wat delen toestaan.

Mensen die van dingen houden worden als dingen – dood, gesloten. Niets trilt in hen, niets danst en zingt in hen, hun hart heeft de slag verloren. Ze leven een mechanisch leven. Ze slepen, beladen, beladen met veel dingen, maar ze hebben geen vrijheid, want alleen liefde kan je vrijheid geven en liefde kan je alleen vrijheid geven als je vrijheid geeft aan de liefde.

Mensen die bang zijn voor de liefde worden bezitterig over geld. Mensen die liefhebben worden niet bezitterig, geld maakt niet veel uit. Als het er is, is het oké, het kan gebruikt worden; als het er niet is, is ook dat oké, want liefde is zo’n koninkrijk dat door geen geld gekocht kan worden. Liefde is zo’n diepe vervulling dat je een bedelaar op straat kunt zijn en je kunt zingen als je liefde in je hart hebt. Als je hebt liefgehad en je bent geliefd, kroont de liefde je, maakt een koning van je. Geld maakt je alleen maar lelijk.

Ik ben niet tegen geld. Ik zeg niet dat je het moet weggooien, want dat is een ander uiterste. Dat is ook de laatste stap van de gierige geest. Iemand die te veel heeft geleden vanwege geld, die zich heeft vastgeklampt aan geld en niemand kon liefhebben of open worden, raakt uiteindelijk zo gefrustreerd dat hij het geld weggooit, er afstand van doet en naar de Himalaya gaat, een Tibetaans klooster binnengaat en lama wordt. Deze man heeft het niet begrepen. Als je het begrijpt, kan geld gebruikt worden, maar mensen die het niet begrijpen zijn ofwel misleiders, ze kunnen het geld niet gebruiken, of ze doen afstand van het geld, omdat ze door afstand te doen ook dezelfde geest redden. Nu zal er geen moeilijkheid zijn om het te gebruiken: je doet afstand van alles en ontsnapt. Maar zij kunnen het geld niet gebruiken, zij zijn bang om het te gebruiken.

Als een man van begrip geld heeft, deelt hij het, want geld is er niet voor zichzelf, het is voor het leven. Als hij voelt dat het leven het nodig heeft, dat de liefde het nodig heeft, kan hij het helemaal weggooien, maar dat is geen afstand doen, het is het weer gebruiken. Liefde is het doel voor hem; geld is het middel, maar geld is nooit het doel. Voor mensen die op geld uit zijn, is geld het doel; liefde wordt slechts een middel. Zelfs hun gebed is voor geld; zelfs het gebed wordt een middel tot geld. Geld is een zeer complex fenomeen. Waarom houden mensen zich er zo mee bezig, en dan ook nog zoveel mensen? Het heeft een zekere aantrekkingskracht, een magnetische aantrekkingskracht. Geld heeft een hypnotiserende aantrekkingskracht en de aantrekkingskracht is dat je het volledig kunt bezitten. Geld is erg volgzaam. Het wordt een slaaf. Het ego voelt zich zeer voldaan. 

Liefde is niet volgzaam. Liefde is opstandig. Je kunt de liefde niet bezitten. Je kunt een vrouw bezitten, je kunt een man bezitten, maar je kunt nooit liefde bezitten. Als je een vrouw bezit, is de vrouw geld geworden, een ding; als je een man bezit, is de man geld geworden, een ding, een instrument. Een man is alleen een man en een vrouw is alleen een vrouw wanneer zij een doel op zichzelf zijn, niet een middel tot iets anders. Geld is het middel, en geobsedeerd raken door het middel is de grootste dwaasheid die een mens kan overkomen, en de grootste vloek.

Geld moet niet het doel worden, maar ik zeg tegelijkertijd niet dat je het moet afzweren en bedelaar moet worden – gebruik het, het is een goed middel. Ik ben niet tegen geld, ik heb er niets tegen in te brengen. Ik zeg iets over jou en je bezitsdrang, niet over geld. Geld kan mooi zijn – als het niet bezitterig is, als je er niet door geobsedeerd raakt. Het kan mooi zijn. Geld is als bloed dat circuleert in het lichaam: in het lichaam van de samenleving circuleert geld, het is bloed. Het helpt de samenleving te verrijken, te leven – maar het is als bloed.

Je hebt vast wel eens gehoord van ziektes waarbij het bloed stopt en niet meer kan circuleren, er bloedklonten ontstaan die blokkades vormen en waardoor het bloed niet meer kan circuleren in het lichaam. Dan ben je verlamd, en als de stolsels in het hart ontstaan ben je dood. Als geld circuleert, van de ene hand naar de andere gaat, blijft bewegen, hoe meer beweging hoe beter, dan circuleert het bloed goed, dan is het leven gezond. Maar als een vrek binnenkomt, is er een klont ontstaan; ergens is iemand aan het oppotten, niet aan het delen, en dat is een klont in de bloedsomloop. De man verstoort, hij leeft zelf niet en door zijn verstopping staat hij anderen niet toe te leven. Het geld is gestopt met circuleren. Bloed dat circuleert is leven, bloed dat stilstaat, geblokkeerd is, is dood. Geld dat circuleert is leven, geld dat gestopt is, geblokkeerd, is dood.

Ik ben voor een samenleving waar geld snel beweegt, niemand zich eraan vastklampt en iedereen het gebruikt. Onthoud, de simpele wet van geld is: hoe meer je het gebruikt, hoe waardevoller het is.

Osho, Living Tao # 6 vraag 5