Eén zaadje is genoeg

Je moet één ding onthouden: dat elk van mijn sannyasins iets van mij meedraagt. 
Elk van mijn sannyasins wordt een deel van mij: spiritueel, fysiek, op elke mogelijke manier. Mijn sannyasins zijn geen gelovigen, mijn sannyasins hebben een liefdesrelatie. Het is iets waanzinnigs!
Dus waar mijn sannyasins elkaar ontmoeten, zal mijn aanwezigheid voelbaar zijn. Waar mijn sannyasins feest vieren, wordt mijn boodschap gerealiseerd;
want feest is mijn boodschap.

Wees blij!
Zing!
Dans!
Dans zo totaal, dat jullie ego’s smelten en verdwijnen.
Dans zo totaal, dat de danser er niet meer is; maar alleen de dans blijft.
Dan zul je me vinden, waar je ook bent.

En het moet nu een bekend en erkend feit zijn dat mijn boeddhaveld niet beperkt zal blijven tot de kleine plaats waar ik zal leven met een paar duizend sannyasins. 
Alle kleine communes, ashrams, centra, overal ter wereld zullen kleine boeddhavelden worden.
We moeten de hele aarde vullen met boeddhaveld.  We moeten een keten van boeddhavelden creëren, en dat kan. Als je wat van mijn vreugde, liefde en lachen met je meeneemt, waar je ook gaat, neem je de geur van het boeddhaveld mee. 
Je neemt zaadjes mee. 

Wetenschappers zeggen dat in het begin slechts één zaadje  door een of ander toeval de aarde moet hebben bereikt – misschien een botsing van sterren, of de ontploffing van een ster.
Eén zaadje, en de hele aarde werd langzaam aan groen. 
Eén zaadje is genoeg om de hele aarde in een tuin te veranderen.

Hetzelfde geldt ook op hogere niveaus. Slechts één zaadje van liefde, bewustzijn, vreugde, is genoeg om het boeddhaveld te creëren. 
Dus waar je ook gaat, waar je ook bent, je moet nooit vergeten dat je niet ver van mij verwijderd bent. Tussen een meester en een discipel gaat het helemaal niet om fysieke afstand. Je kunt hier fysiek zitten, maar je bent misschien niet op één lijn met mij; dan ben je niet hier. 

Je kunt duizenden kilometers ver weg zijn – misschien op de Maan, op Mars – het maakt niets uit! Maar als je hart met mij klopt, als je op mij bent afgestemd, als er een innerlijke verbinding is, dan ben je ‘in mijn fysieke aanwezigheid’.
Tijd maakt geen verschil, noch ruimte. Wat het verschil maakt is liefde.

Osho: Come, Come, Yet Again Come #14