Een monnik draagt een vrouw de rivier over

Je innerlijk blijft zich op allerlei manieren weerspiegelen, ook al onderdruk je het, wijs je het af, gooi je het in de kelder.

Twee monniken, die bij een ondiepte de rivier overstaken, kwamen een vrouw tegen, heel jong en heel mooi. Ze wilde naar de overkant maar ze was bang. Dus nam een van de monniken haar op zijn schouders en droeg haar naar de overkant.
De andere monnik was woest, de andere monnik stond in vuur en vlam: ‘Dat is verboden! Een boeddhistische monnik mag niet aan een vrouw komen. Dat gaat te ver. Niet alleen er aan gekomen: hij heeft de vrouw op zijn schouders gedragen!’
De monnik hield zich weliswaar stil, maar van binnen kookte hij.

De mijlen verstreken. Toen ze bij het klooster aankwamen, toen ze de deur binnengingen, draaide de andere monnik zich naar de eerste toe en zei: ‘Luister eens, ik moet hier met de meester over praten. Ik moet hier een melding van maken. Het is verboden!’
De eerste monnik zei: ‘Waar heb je het over? Wat is verboden?’
Hij zei: ‘Ben je dat vergeten? Je hebt die mooie jonge vrouw op je schouders gedragen. Je mag er niet aankomen!’
De eerste monnik lachte en zei: ‘Ja, ik heb haar gedragen, maar ik heb haar op de overkant achtergelaten, mijlen terug. Draag jij haar nog steeds?’

Osho, The Discipline of Transcendence, Discourses on the forty-two sutras of Buddha, Vol. 4, page 220.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.