De donateur moet dankbaar zijn. Alleen dan is het iets delen.
Het is met Dozo, een zen monnik, gebeurd.
Er kwam eens een rijke man bij Dozo met tienduizend goudstukken. Dat is heel veel, een grote hoeveelheid. Hij wilde daarmee een gift doen aan de tempel waar Dozo priester was. Dozo nam het aan alsof het niets was. De man raakte er verstoord door.
Hij zei: ‘Weet u wel dat dit tienduizend goudstukken zijn?’
Dozo zei: ‘U heeft dat zo vaak gezegd, ik heb het zo vaak gehoord. U heeft het al veel te vaak gezegd. Denkt u dat ik doof ben?’
De man vroeg om dank, alleen om dank, verder niets.
Toen zei hij: ‘Tienduizend goudstukken is een heleboel, zelfs voor mij. Ik ben wel erg rijk, maar dit is een grote hoeveelheid.’
Dozo zei: ‘Wat wilt u nou? Wat vraagt u nou eigenlijk? Is het dankbaarheid waar u om vraagt? Vraagt u mij om dankbaarheid naar u toe?’
De man zei: ‘Dat zou je op zijn minst verwachten.’
Toen zei Dozo: ‘Neem die gouden munten maar weer mee terug. Anders zult u mij dankbaar moeten zijn dat ik ze aanneem, als u ze aan deze tempel wilt geven.’
Het staat nog steeds op de tempel geschreven…
Er staat geschreven dat de donateur dankbaar moet zijn. Alleen dan is er sprake van delen. Iemand heeft geaccepteerd wat jij geeft. Dat is zoiets geweldigs, want hij had het ook kunnen weigeren. Iemand heeft jou geaccepteerd door wat jij geeft. Hij had dat ook kunnen weigeren, het was niet noodzakelijk om dat te accepteren.
De donateur moet dankbaar zijn. Dan wordt het iets wat je deelt, anders is er altijd iets van onderhandelen. Je verwacht iets, iets wat meer waard is dan je hebt gegeven…
Iets delen betekent dat je nooit iets terugverwacht, je geeft gewoon. Je verwacht er zelfs geen dankbaarheid voor terug.
Osho, Vedanta, Seven steps to Samadhi – Discourses on the Akshya Upanishad, pp. 66-67.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.