Dromen zijn bedrog

Eén heel fundamenteel ding moet je begrijpen: een droom en een visioen lijken op elkaar, maar het zijn twee totaal verschillende verschijnselen. Een droom is een projectie van de mind. Het heeft geen geldigheid van zichzelf. Het is alleen maar een gedachte in beeldvorm.
Kleine kinderen kunnen niet in gedachten denken, maar zij kunnen beelden begrijpen; vandaar dat je in hun boeken grote afbeeldingen ziet, prachtige kleuren, en heel weinig tekst. Langzaam maar zeker, naarmate het kind opgroeit, worden de plaatjes steeds kleiner en de tekst in zijn boeken steeds groter. Tenslotte, als hij op de universiteit zit, verdwijnen de plaatjes en blijft alleen de tekst over. Je hebt zich misschien niet afgevraagd waarom dit zo is….

Als je een kind op de kleuterschool een boek zonder plaatjes geeft, zal het helemaal niet geïnteresseerd zijn, want het heeft nog niet geleerd om in woorden te denken. Maar het kan perfecter dromen dan jij kunt dromen; het droomt zo perfect dat je af en toe een kind zult aantreffen dat ‘s morgens wakker wordt en huilt: ‘Daarnet had ik mijn fiets nog. Waar is hij gebleven?’ Het droomde van een ritje op zijn fiets, en als het zijn ogen open doet ligt het in zijn bed en is de fiets weg. En zijn droom is zo duidelijk dat het heel moeilijk voor hem is om een onderscheid te maken tussen de echte fiets en een droomfiets; ze lijken bijna op elkaar.
Wij zijn volwassen, maar ons onderbewustzijn groeit nooit, het blijft een kind. Dus in de slaap, wanneer je bewuste mind — die taal, begrippen, woorden heeft geleerd — vast slaapt, begint je onbewuste te dromen. Het is een kind, dus elke gedachtevorm moet door het onderbewustzijn worden vertaald in een beeldvorm. Dit is een van de grote ontdekkingen van Sigmund Freud, luisteren naar je dromen. En hij doet het omgekeerde proces, vertaalt je droom terug van beeldvorm in taal, in concepten, in woorden. Daar is een enorme expertise voor nodig. Toch kan niemand er zeker van zijn.

Als je naar Sigmund Freud gaat, zal elke droom eindigen als iets seksueels — want dat is zijn idee, dat alle seks verdrongen is. Het is waar dat veel seksualiteit onderdrukt wordt, maar er zijn ook veel andere dingen die onderdrukt worden. Het is niet alleen seks. Maar dat is een probleem bij uitvinders en pioniers in het bijzonder; ze raken zo geobsedeerd door hun bevindingen dat ze andere mogelijkheden niet in ogenschouw nemen.
Freud’s eigen leerling, Adler, nam afstand van hem juist omdat Adler zei dat seks een onderdeel kan zijn van onderdrukking, maar dat is niet alles. Zijn eigen idee was dat ambitie, wil tot macht, veel belangrijker is, en dat een belangrijk deel van je dromen wil tot macht betreft.
Bijvoorbeeld, je droomt dat je een vogel bent geworden en dat je vliegt. Voor Sigmund Freud zal dit alleen symboliseren dat je dezelfde seksuele vrijheid wilt als de vogels en de dieren, niets anders. Maar voor Adler zal het betekenen dat omhoog vliegen betekent dat je ambitieus bent, dat je minister-president wilt worden. Maar dit is allemaal speculatie.
Een andere leerling, Carl Gustav Jung, nam ook afstand van Freud omdat hij meer geïnteresseerd was in de oude mythologieën, en hij dacht dat onze dromen een deel zijn van onze vorige levens. Dus als je een vogel bent die vliegt, zal hij het interpreteren dat je in sommige van je vorige levens een vogel bent geweest.

Wat moet je nou met deze mensen, en hoe kom je eruit? De taal van beelden kan niet precies zijn. Het is bijna zoals een schilderij: veel mensen kijken ernaar en interpreteren het op verschillende manieren. Net zoals het kind een beeldentaal heeft, heeft jouw onbewuste een beeldentaal.
Ik ben niet geïnteresseerd in het interpreteren van je dromen omdat het zo’n rommelklus is. Je kunt jaren en jaren doorgaan met interpreteren, en er komt geen einde aan de dromen — elke dag, elke nacht zes uur lang moet je dromen. En je hebt onuitputtelijke bronnen om te dromen.
En het gaat heel snel — de droomtijd is niet dezelfde als je gewone tijd. Als je gewoon je krant leest, kun je een minuut in slaap vallen en een droom zien die jaren beslaat; en als je wakker wordt kijk je op je horloge en is er maar één minuut voorbij. Je zegt: ‘Mijn God, in één minuut heb ik een droom gezien die zich over een heel jaar, of zelfs jaren, uitstrekt.’

Droomtijd is totaal anders.
Tot nu toe is er het niet mogelijk geweest om droompolshorloges uit te vinden, en misschien zal die mogelijkheid er ook nooit komen, want je hebt luie mensen en je hebt snelle mensen; sommige mensen lopen hard, andere blijven gewoon zitten. Ook in dromen bestaan dezelfde verschillen: luie mensen dromen op een luie manier, snelle mensen dromen op een snelle manier; je droom weerspiegelt jou. Ik denk dus niet dat het mogelijk is een horloge te maken dat voor iedereen kan functioneren. Het is niet mogelijk, omdat ieders droomsnelheid anders is.

Osho: Beyond Enlightenment # 6 vraag 2.

Een bijdrage van Antar Marc.