Uit de toespraak op Osho TV: Guida Spirituale #8.
Ik zeg je, het leven is de enige waarheid die er is. Er is geen andere god dan het leven zelf. Sta jezelf dus toe bezeten te raken van het leven in al zijn vormen, kleuren, aspecten – de hele regenboog, alle toonaarden. Als je deze eenvoudige opdracht voor elkaar kunt krijgen… Het is simpel want het is alleen maar een kwestie van loslaten. Zwem niet tegen de stroom in, laat de rivier je meevoeren naar de oceaan. Ze is al onderweg. Ontspan je, wees niet gespannen en probeer niet spiritueel te zijn.
Breng geen enkele scheiding aan tussen materie en geest. Het bestaan is één. Materie en geest zijn gewoon twee kanten van dezelfde munt. Ontspan je, rust uit, en ga met de rivier mee. Wees een gokker, geen zakenman, en je komt meer over het goddelijke te weten, want een gokker durft te riskeren. Een gokker is niet berekenend, hij kan alles wat hij heeft op het spel zetten. Maar de kick die een gokker krijgt als hij alles op het spel zet en wacht… wat gaat er nu gebeuren? Op datzelfde moment kan er een venster opengaan. Precies op dat moment kan er een transformatie van je innerlijke gedaante plaatsvinden.
Wees een dronkaard, dronken van het leven, van de wijn van het bestaan. Wees niet nuchter. De nuchtere mens blijft doods. Drink de wijn van het leven. Die heeft zoveel poëzie in zich en zoveel liefde en zoveel aantrekkelijkheid. Je kunt de lente elk moment binnenhalen. Doe een lokroep aan de lente en laat de zon en de wind en de regen bij je binnenkomen.
Het is vanwege deze boodschap dat de spiritualisten tegen mij zijn, omdat ze menen dat ik god ontken. Ik misken god niet. Voor het eerst breng ik god in het juiste perspectief, ik breng hem tot leven, ik breng hem dichter bij je, dichterbij dan je eigen hart. Want hij is de kern van je eigen wezen, is niet los van je, is niet ver weg, niet boven in de hemel maar hiernu. Ik probeer dat hele idee van daar-en-dan te vernietigen. Heel mijn visie is die van hier-en-nu want er is geen andere ruimte dan het hier, en geen andere tijd dan het nu.
Spiritualisten zijn tegen mij omdat ze denken dat ik de mensen materialistisch maak. En de materialisten zijn tegen me omdat ze denken dat ik mensen in een meditatieve dronkenschap breng. De Shankaracharya zal het niet met me eens kunnen zijn want hij zegt: ‘God is waarachtig en al het andere is onwaarachtig.’ Ik kan het niet met hem eens zijn. En Karl Marx zal het niet met mij eens zijn want hij zegt: ‘Religie is de opium van het volk.’ Hij zegt dat religie iets uiterst bedrieglijks is, dat er geen god is, geen mind, geen leven, alleen materie. Dat waarvan jij denkt dat het je bewustzijn is, een bijverschijnsel is – alleen maar een nevenproduct. Dat op het moment waarop jij sterft, alles sterft.
Ik zeg je dat je geboren bent en dat je zeker zult sterven, maar dat er iets in jou was voor je geboorte, en iets in jou is dat zal voortbestaan na je dood. En dat iets is het leven. Het leven is eeuwig.



