Door de ogen van de verlichte: Tamo-san

Geschreven door haar dochter Shizuru Kikuchi, 25 januari 2009.

De eerwaarde Ryoju Kikuchi (alias Tamo) werd geboren als derde kind van een boeddhistische priester in 1908. De grootvader zag het kind als zeer uniek en besloot haar af te zonderen van de andere kinderen en de rest van de familie, zodat het kind niet beïnvloed zou worden door de mensen die meestal zo bezig zijn met hun eigen problemen. De grootvader had woonruimte aan de achterkant van een altaar, weg van de andere familieleden, waar de zuigeling verbleef.

De baby kreeg de naam Tatsu en groeide op met een unieke perceptie. Dit kind was mijn moeder die mij leerde begrijpen dat ‘alles wat natuurlijk is gloeit, en de schoonheid ervan was genoeg om haar altijd gelukkig te maken’. Wat zij niet kon begrijpen waren de emotionele reacties van andere kinderen, die raasden en tierden als ze niet kregen wat ze wilden, of geen aandacht kregen van anderen, want zij was altijd tevreden, ongeacht de situatie.

De puzzel werd opgelost toen ze de leeftijd van tweeëntwintig jaar bereikte, toen ze gewijd zou worden door de Nishi Honganji hoofdtempel van de Jodo-Shinshuu sekte. Terwijl ze in de kamer op de ceremonie zat te wachten, brak de rol aan de muur met de tekst ‘De waarheid zien’ plotseling in miljoenen gouden deeltjes en stroomde in haar lichaam. Ze zag de geboorte van het heelal, alles in het heelal en hoe de dingen van elkaar gescheiden leken, terwijl ze in feite niet te scheiden zijn. Alles is in wezen licht en licht is niet te scheiden. Ze zag dat het een illusie is om onszelf als afzonderlijke mensen te zien, terwijl we in werkelijkheid uit dezelfde levenskracht zijn geboren. De hoeveelheid informatie die in haar hoofd binnenstroomde was zo enorm dat het haar ongeveer tien dagen kostte om het te verwerken. 

   Tamo-san

Na die ervaring begreep ze haar roeping. Om eeuwige vrede op aarde tot stand te brengen, moet de hele mensheid ontwaken. Een andere weg is er niet! Ze wist dat de ervaring die ze had gehad gedeeld moest worden door ieder mens op aarde, anders zou het lijden van alle levende wezens, inclusief de planeet, nooit ophouden. Als jonge priesteres,  met de gewijde naam Ryoju, reisde ze tien jaar lang door heel Japan en andere landen om te prediken. Ondertussen probeerde ze te schrijven zoals ze de dingen ziet en voelt, maar dat was moeilijk omdat ze niet vaak naar school was geweest en daarom niet was opgeleid om goed te schrijven. Tegen de tijd dat het boek werd gepubliceerd richtte Ryoju de nieuwe sekte Butsugen-shu op, waar mensen van alle geloven bijeenkwamen. De mensen noemden haar Tamo-san, wat de eerste moeder betekent.

Tamo-san’s lessen waren heel simpel. Wees gelukkig, er is geen reden om dat niet te zijn. Kijk om je heen, je bent omringd door schoonheid. Alles gloeit met schitterend licht -nu bewezen door de kwantumfysica- en we maken allemaal deel uit van hetzelfde wezen dat natuur heet. Het enige wat we moeten doen is de dingen met andere ogen, die we allemaal hebben, bezien. Dus moeten we Butsugen (het oog van God) in onszelf openen. Als dat gebeurt, zal alles terugkeren naar zijn natuurlijke orde en tot die tijd zal het lijden blijven bestaan.

Helaas zien mensen het ideaal duidelijk in, maar hoe ze het ideaal moesten bereiken was een ander verhaal. Tamo vertelde me, dat er tijd voor nodig is voordat de hele mensheid zal ontwaken, maar als het gebeurt, gebeurt het met ons allemaal tegelijk. De donkerste tijd van de dag is vlak voor zonsopgang. Nu is de donkere tijd, dus de dageraad is nabij.

Tamo overleed op 21 november 2001. We waren met zijn tienen om die ochtend afscheid van haar te nemen. De kamer was gevuld met gouden deeltjes die we bijna allemaal zagen. Ze vertrok in een vloed van gouden licht.


Tamo-san was een boeddhistische priesteres en zieneres die in 1989 in Poona was en daar Osho ontmoette in de Boeddha Hal. Hij strooide rozenblaadjes over haar uit.

Youtube 13:15 min.