Beste vrienden van Harm Grasdijk, wij zijn hier om zijn leven te vieren, want hij had een mooi en rijk leven. Teveel haast om op te noemen, maar ik zal mijn best doen om wat stukjes eruit te lichten. Hij wist hoe hij van het leven moest genieten, en deelde dat met zijn naasten. Hij heeft veel gereisd, en zocht altijd naar fijne plekjes en wandelingen.
Ik wou jullie graag vertellen over zijn reizen naar India, Nepal en de Himalaya’s, want die plaatsen hadden toch een speciale plaats in zijn hart. Hij ging eerst vanwege Bhagwan Shree Rajneesh naar Poona in centraal India, maar later ook naar Rishikesh en Kathmandu. Het waren de Tibetanen die vooral zijn sympathie hadden, hij bezocht tempels en stupas en grotten waar befaamde meesters hadden gemediteerd. Hij zei dat die een goede energie hadden.
Mijn vader had een sterke interesse in alternatieve wijsheden. Hij keek naar YouTube video’s over Edgar Cayce, en las de boeken van bijvoorbeeld Graham Hancock. Wij hadden het een paar dagen voor zijn ziekenhuis opname nog over Walter Russell, die in 1937 beweerde dat fysieke materie in realiteit gekristalliseerd licht was. Niet geheel onjuist, want Einstein ontdekte later dat materie en energie één zijn.
Geen gesprek over mijn vaders leven zou compleet zijn zonder te spreken over Osho, die vroeger Bhagwan Shree Rajneesh heette. Mijn vader kreeg van Osho de naam Swami Deva Subuddho, wat betekent ‘goddelijk bewustzijn’, toen hij net 29 was, en luisterde veel naar zijn wijsheden. Hij heeft samen met mij ook een aantal jaren in de Osho communes gewoond. Toch dacht hij uiteindelijk op 76 jarige leeftijd spiritueel op eigen benen te moeten staan, om een licht voor zichzelf te zijn.
Hij had dus een mystieke kant, maar was tegelijkertijd in zijn jeugd ook opgeleid tot wiskundige en heeft zelfs een ingenieurs titel behaald. Hij is in zijn leven software developer geweest en leraar in de informatietechnologie. Zelfs na zijn pensioen heeft hij nog voor zijn eigen plezier wiskunde cursussen gevolgd bij de Khan Academy website.
Hij heeft altijd zijn eigen weg ingeslagen. Toen ik jong was en hij een goed betaalde baan bij de TU Eindhoven had, besloot hij minder uren te gaan werken, om zich te kunnen ontspannen en met zijn zoontje te kunnen spelen. Dit werd een patroon in zijn leven, minder uren werken en tijd vrij maken om te mediteren en te ontspannen. Veel mensen jagen groots materieel succes na, maar niet hij. Hij haalde zijn genoegen uit de kleine pleziertjes: een biertje in de avond, een concert in het Mosterdzaadje op Zondag, af en toe een yoga les.
De vrouwen in zijn leven waren bijzonder voor hem. Ik zei in het ziekenhuis nog tegen hem dat ik dacht dat hij stuk voor stuk hun leven had verrijkt, en hij wiebelde een beetje met zijn linkerhand, een klassiek vaders gebaar van twijfel. Hij kon natuurlijk niet spreken want hij zat met een beademingstube in zijn keel. Maar van wat ik heb gezien, gaf hij van zijn energie, ideeën en helderheid aan hen.
Als zijn zoon heb ik vele mooie herinneringen aan onze tijden samen. Een die ik eruit zou lichten was onze vakantie dertig jaar terug in Bayrichszell in de Duitse Alpen. Toen hij na een lange rit de auto moest parkeren moest ik hem signaleren of hij niet te dicht bij de geul was, en wat ik ook deed ik kon niet aan hem duidelijk maken dat hij te ver was gegaan. Uiteindelijk reed hij achteruit de geul in, en het was een gelukje dat de broer van de herbergier een tractor had waarmee onze auto weer op het rechte kon worden getrokken. Soms maakte mijn vader wel een rare schuiver.
Onze connectie kwam pas echt tot bloei toen ik volwassen was. Nadat ik weer in Zandvoort was komen wonen, spraken wij regelmatig af voor koffie op de strandtent The Spot, waar wij vaak tussen de surfers en de sportieve mensen zaten te genieten. Dat sfeertje beviel Subuddho wel. Wij praatten over koffiebonen, wijnen, koopjes, restaurants, wandelingen, en veel andere dingen.
Hij hield veel van wandelen, en kwam op 76 jarige leeftijd nog goed mee. Daarom ook had hij besloten om een pacemaker te laten plaatsen, zodat hij niet meer zo moe zou zijn van het continu fibrilleren van zijn hart. Helaas, slechts twee dagen na die operatie kreeg hij de herseninfarct, die hem uiteindelijk fataal zou worden.
Mijn vader geloofde dat de dood niet het einde was; ik ben het nog steeds met hem eens. Osho zegt het is goed om de dood te vieren, en dat vind ik mooi. Dus niet van dat trieste, goede vrienden, misschien zullen wij hem in het hiernamaals opnieuw treffen.
Nityaprem
Zodra je begrijpt dat de dood niet het tegenovergestelde is van het leven, maar er deel van uitmaakt, een intrinsiek onderdeel ervan, dat er nooit los van kan worden gezien – zodra je de dood als vriend accepteert, vindt er plotseling een transformatie plaats. Je bent getransfigureerd, je visie heeft nu een nieuwe kwaliteit. Nu is er geen strijd, geen oorlog, je vecht tegen niemand, nu kun je ontspannen, nu kun je thuis zijn.
Zodra de dood een vriend wordt, wordt het leven pas een vriend. Dit lijkt misschien paradoxaal, maar het is zo, alleen de schijn is paradoxaal. Als de dood de vijand is, dan is het leven diep van binnen ook de vijand, want het leven leidt tot de dood.
Osho, De kunst van leven en sterven.