De zon en de duisternis

Een enkel straaltje van weten over het leven en ons vaste geloof in de zekerheid van de dood zal voor altijd verdwenen zijn.

Er was eens een mysticus in Tibet met de naam Marpa. Iemand kwam naar hem toe en zei: ‘Ik ben gekomen om u iets te vragen over leven en dood.’
Marpa moest hard lachen en zei: ‘Als je iets over het leven wilt weten, ben je van harte welkom, want ik weet wat leven is. Wat de dood betreft, ik heb de dood nog niet ontmoet, ik ben er niet mee vertrouwd. Als je de dood wilt kennen, vraag het dan aan hen die zo goed als dood zijn, of aan hen die al dood zijn. Ik ben vertrouwd met het leven, ik kan over het leven praten. Ik kan je laten zien wat leven is. Ik ben niet bekend met de dood.’

Dit verhaal lijkt op het verhaal van duisternis en licht. Misschien heb je het wel eens gehoord. Eens ging de duisternis naar God en smeekte: ‘Heer, die zon van u is erop uit om mij te pakken. Ik ben uitgeput. Hij begint me bij zonsopgang te achtervolgen en laat me pas ‘s avonds na veel moeite met rust. Wat heb ik misdaan? Wat is dit voor vijandigheid? Waarom achtervolgt deze zon me en treitert hij me? Ik heb nauwelijks kunnen uitrusten na een hectische dag als hij weer voor mijn deur staat bij zonsopgang. Weer moet ik rennen voor mijn leven, weer moet ik vluchten – dit gaat al zo lang door. Mijn geduld is op. Ik kan er niet meer tegen. Ik smeek u, laat het hem alsjeblieft duidelijk worden.’

Ze zeggen dat God de zon riep en zei: ‘Waarom zit je achter de duisternis aan? Wat heeft hij jou misdaan? Waarom de vijandigheid? Wat voor wrok heb je tegen hem?’
‘De duisternis?’ vroeg de zon. ‘Ik zwerf al sinds mensenheugenis door het universum, maar ik ben de duisternis nog nooit tegengekomen. Ik weet niet wie duisternis is. Waar is hij? Breng hem alsjeblieft bij me zodat ik hem om vergiffenis kan vragen, hem kan leren kennen en uit zijn buurt kan blijven.’

Er is oneindig veel tijd verstreken sinds dit incident plaatsvond. De zaak is nog steeds in behandeling bij God; hij is nog steeds niet in staat geweest om de duisternis voor de zon te brengen. Hij zal het nooit kunnen en deze zaak zal nooit opgelost worden.
Hoe kun je duisternis voor de zon brengen? Duisternis heeft helemaal geen eigen positief bestaan. Duisternis is slechts de afwezigheid van licht. Hoe kan de afwezigheid van de zon in de aanwezigheid van de zon worden gebracht? Nee, duisternis kan nooit voor de zon gebracht worden.
Het is zelfs moeilijk om duisternis voor een kleine lamp te brengen, laat staan voor de zon, die zo groot is. Het is moeilijk voor duisternis om de straal van licht rond een lamp te doordringen; het is moeilijk voor duisternis om een ontmoeting met een lamp te hebben.
Hoe kan duisternis zijn waar licht is? Hoe kan er dood zijn waar leven is? Of er is helemaal geen leven, of er is geen dood. Beide kunnen niet samen waar zijn.

We leven, maar we weten niet wat leven is. En deze onwetendheid doet ons geloven in de zekerheid van de dood.
Onwetendheid is dood. De onwetendheid van het leven zelf wordt het fenomeen van de dood. Als we, als God het wil, het leven dat in ons is zouden kunnen leren kennen, zou een enkele straal van dat weten voor altijd deze onwetendheid vernietigen dat je kunt sterven, of dat je ooit in het verleden bent gestorven, of dat je ooit in de toekomst zult sterven.

We kennen het licht dat we zijn niet en we worden bang voor de duisternis die we niet zijn. We maken geen kennis met het licht dat onze vitale energie is, ons leven, ons bestaan, en we zijn bang voor de duisternis die we niet zijn.
De mens is niet sterfelijk, hij is onsterfelijk. Het hele leven is onsterfelijk, maar we kijken nooit naar de onsterfelijkheid.We zoeken nooit in de richting van het leven; we zetten er niet eens één stap naartoe. En omdat we onbekend blijven met het leven, lijken we bang voor de dood.
De vraag is dus niet die van leven en dood, de vraag is alleen die van het leven.

Osho: And Now, And Here, Vol. 2, p. 2-4.

Uit de serie 1001 verhalen van Shanti.

Afbeelding: Wikimedia Commons.

Vorige verhalen

Een zeldzame vrouw bereikt de staat van verlichting

 

Meester Eckhart ligt op sterven

 

Het leven is en-en

 

Olifanten op olifanten

 

Socrates en de angst voor de dood