De zenmeester in de wagen

Wie heel vriendelijk is kan evengoed vriendelijk als onvriendelijk zijn.
Ik heb eens gehoord van een zenmeester die samen met een vrouw en haar kind in een wagen reed. Het sneeuwde heel erg en het was die ochtend heel erg koud, geen zon aan de hemel, het was bewolkt.
De meester begon te bevriezen en de vrouw in de wagen ook. Hij zag dat ze geleidelijk aan blauw werd en buiten bewustzijn begon te raken. Dus nam hij het kind weg, duwde de vrouw uit de wagen en reed verder.
De vrouw was geschokt. Ze was daar achtergelaten in de vallende sneeuw, haar kind was van haar afgenomen – wat was dit voor man? En hij had de wagen ook nog meegenomen.
Ze begon te rennen en te schreeuwen en te vloeken – en door al dat rennen en vloeken en schreeuwen en gillen was ze binnen een halve mijl helemaal in orde!
Toen hield de meester de wagen stil, liet haar weer binnen en zei: ‘Nou is het goed. Ik moest dat wel doen, anders was je doodgegaan.’

Soms moet je niet vriendelijk kunnen zijn.
Wie heel vriendelijk is kan evengoed vriendelijk als onvriendelijk zijn.
Wie heel vriendelijk is moet ook hard kunnen zijn. Als je vriendelijk bent omdat je niet anders kan, dan is het geen kracht, maar zwakheid.
Als je niet op een andere manier kunt handelen, betekent het gewoon dat je vast zit, je bent niet vloeiend.
Soms moet je wel hard zijn…
Soms betekent heel vriendelijk zijn dat je ook onvriendelijk kunt zijn.
Als je niet onvriendelijk kunt zijn, dan stelt je vriendelijkheid niet zoveel voor. Het is gecultiveerd. Het komt niet uit voort uit bewustwording.

Osho: Tao: The Pathless Path – Talks on extracts from ‘The Book of Lieh Tzu’, Volume 2, pp. 238 – 239.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.