De wijsheid van het lichaam deel 1

Het lichaam moet goed functioneren – perfect. Het is een kunst, het is geen strengheid. Het is geen strengheid, je moet er niet mee vechten. Je moet het gewoon begrijpen. En het lichaam is zo wijs, wijzer dan je mind. Denk eraan, omdat het lichaam langer bestaat dan de mind. De mind is een zeer nieuwkomer, slechts ‘een kind’. Het lichaam is zeer oud; zeer, zeer oud. 

Je bewoog ooit als een rots. Het lichaam was er, de mind sliep. Toen werd je een boom. Het lichaam was er, met al zijn groen en bloemen; de mind sliep nog steeds. Niet zo slapend als in de rots, maar nog steeds slapend. 
Je werd een dier, een tijger: het lichaam was zo levendig van energie, maar de mind functioneerde niet. Je werd een vogel. Je werd een mens. 

Het lichaam functioneert al miljoenen jaren. Het lichaam heeft veel wijsheid verzameld. Het lichaam is heel wijs; dus als je te veel eet, zegt het lichaam ‘stop’!
De mind is niet zo wijs. De mind zegt ‘het smaakt heerlijk – nog een beetje’. En als je naar de mind luistert, wordt de mind destructief voor het lichaam, op de ene of andere manier.  
Als je naar de mind luistert, zal ze eerst zeggen ‘ga door met eten’, want de mind is dwaas, een kind. Zij weet niet wat ze zegt, zij is een nieuwkomer. Zij heeft geen geleerdheid in zich, Zij is niet wijs, zij is nog een dwaas.

Luister naar het lichaam. Als het lichaam zegt, ‘honger’ – eet.
Als het lichaam zegt ‘stop’ – stop.
Als je naar de mind luistert, is het alsof een klein kind een oude man leidt. Ze zullen allebei in een put vallen. En als je naar de mind luistert, zul je eerst te veel in de zintuigen zitten. En dan zul je er genoeg van krijgen. En elk zintuig zal je ellende brengen, en elk zintuig zal je meer angst, conflict, pijn brengen.
Als je te veel eet, krijg je pijn en moet je overgeven, en wordt het hele lichaam verstoord. Dan zegt de mind ‘eten is slecht, dus ga maar vasten!’ En vasten is ook gevaarlijk.
Als je naar het lichaam luistert, zal het nooit te veel of te weinig eten. Het zal gewoon de Tao volgen.

Enkele wetenschappers hebben zich met dit probleem beziggehouden en een heel mooi verschijnsel ontdekt: kleine kinderen eten wanneer ze honger hebben. Ze gaan slapen wanneer ze voelen dat de slaap eraan komt. Ze luisteren naar hun lichaam. Maar ouders storen hen, ze blijven maar forceren: het is ‘etenstijd’ of ‘lunchtijd’, of dit of dat, of ‘bedtijd’. ‘Vooruit.’ Ze laten hun lichaam niet toe.

Daarom probeerde iemand in een experiment kinderen alleen te laten.  Hij werkte met vijfentwintig kinderen. Ze werden niet gedwongen om te gaan slapen. Ze werden niet gedwongen om op te staan. Ze werden gedurende zes maanden helemaal niet gedwongen. En er kwam een heel diep begrip.
Ze sliepen goed. Ze hadden minder dromen. Geen nachtmerries, want die kwamen door de ouders die hen dwongen. Ze aten goed, maar nooit te veel. Nooit minder dan nodig, nooit meer dan nodig. Ze genoten van het eten en soms aten ze helemaal niet. Als het lichaam er geen zin in had, aten ze niet. En ze werden nooit ziek door het eten.

En er was nog iets dat niemand ooit vermoed had, en dat was wonderbaarlijk. Alleen Sosan kan het begrijpen, of Lao Tzu, of Chuang Tzu, want zij zijn de meesters van Tao. 
Dit was echt zo’n ontdekking: ze kwamen tot het inzicht dat als een kind ziek was, hij bepaald voedsel niet at. Toen probeerden ze te begrijpen waarom hij dat voedsel niet at. Het voedsel werd geanalyseerd en het bleek dat voor die ziekte dat voedsel gevaarlijk was. Hoe kwam het kind tot dat besluit? Gewoon, het lichaam!

En toen het kind groeide, at hij meer van wat nodig was voor zijn groei. Dat analyseerden ze weer en ze kwamen tot de ontdekking dat deze ingrediënten nuttig waren. En het voedsel zou veranderen, omdat de behoeften veranderden. De ene dag zou een kind iets eten en hetzelfde kind de volgende dag niet. En de wetenschappers vonden dat er een lichaamswijsheid bestaat. Als je het lichaam zijn zegje laat doen, ben je op de goede weg: ‘de grote weg’.

Osho: The Book of Nothing: Hsin Hsin Ming #6.