De waarnemer wordt het waargenomene

Krishnamurti blijft steeds iets heel moois zeggen: dat de waarnemer in diepe meditatie het waargenomene wordt. Dit is waar, maar je zult voelen dat dit er absurd uitziet. Als je naar een bloem kijkt, bedoelt Krishnamurti dan dat je de bloem wordt? Hoe kom je dan weer thuis? En iemand kan je plukken en dan zit je in de problemen.

‘De waarnemer wordt het waargenomene.’ Betekent het dat jij de bloem wordt? Nee – maar toch, in zekere zin, wel. Je wordt de bloem niet in die zin dat je geplukt kan worden en iemand je kan dragen en je geen man meer bent. Nee, niet in die zin. Maar wanneer er geen mind is, is er geen grens aan jou die jou van de bloem scheidt, geen grens aan de bloem die haar van jou scheidt. Jullie zijn beiden een subjectieve poel geworden, jullie versmelten en ontmoeten elkaar. Jij blijft jij, de bloem blijft de bloem, niemand kan je per ongeluk plukken – maar er is een samensmelting. 

Het gebeurt alleen in je leven soms in sommige momenten wanneer je van iemand houdt. Ook dat is zeldzaam, want de mind van de mens verlaat hem nooit, zelfs niet in liefde. Hij blijft zijn eigen onzin creëren, met het creëren van zijn eigen wereld. En de geliefde wordt niet meer zo’n nabijheid toegestaan dat hij op de achtergrond raakt. De figuur, het ego, staat er altijd tussenin. Maar een paar keer gebeurt het.
Natuurlijk moet het ondanks jou gebeuren. Het is zo natuurlijk dat je, zelfs als je alles hebt geregeld, de realiteit je soms tegen het lijf loopt. Met al je afspraken, met al je dromen, soms dringt het tot je door, soms ben je niet op je hoede. Soms vergeet je het, of ben je zo met iets bezig dat er een raam opengaat en je niet naar dat raam kijkt en de realiteit binnenkomt. 

Een paar momenten, in de liefde, gebeurt dit, wanneer de waarnemer het waargenomene is geworden. Dit is een prachtige meditatie: als je van iemand houdt, ga dan bij die persoon zitten en kijk in elkaars ogen – denk nergens aan, denk niet wie hij is, creëer geen denkproces, kijk gewoon in elkaars ogen.
Er kunnen een paar blikken zijn waarin de waarnemer het waargenomene wordt, waarin je verdwaalt en niet weet wie je bent – of jij de geliefde bent geworden of de geliefde jou. Ogen zijn prachtige deuren om bij elkaar naar binnen te gaan. 

En waarom zeg ik dat dit alleen in liefde mogelijk is? Omdat je alleen in de liefde niet op je hoede bent. Je ontspant. Je bent niet bang voor de ander, je kunt je kwetsbaar opstellen, je kunt het je veroorloven. Anders ben je altijd op je hoede, want je weet niet wat de ander zal doen, je weet niet of hij je pijn zal doen. En als je niet op je hoede bent, kan de pijn heel diep gaan.
In de liefde kun je in elkaars ogen kijken. Er zullen glimpen zijn wanneer de achtergrond en de figuur in elkaar oplossen. Je zult tot op je grondvesten worden geschud. Plotseling zul je een glimp opvangen: je bent het niet, toch ben je het. Ergens diep is er een ontmoeting geweest. 

Dit gebeurt met een echte mediteerder met het universum zelf – niet dat hij een boom wordt, maar toch wordt hij een boom. Wanneer hij bij een boom is, zijn er geen grenzen. En wanneer hij afgestemd raakt op dit land zonder grenzen, dan beweegt hij zich zonder grenzen.
Dit is wat de betekenis van Sosan is. Wanneer de mind verdwijnt, verdwijnen objecten. Wanneer de objecten verdwijnen, verdwijn jij, verdwijnt het ego. Ze zijn verwant. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #5.

Meer: De waarnemer wordt het waargenomene