De trein naar de hemel en de trein naar de hel

Ik heb eens gehoord… er was eens een Engelse denker, Edmund Burke. Hij ging op zondag altijd naar de kerk – hij was geen gelovige, maar hij mocht de prediker wel en de manier waarop hij sprak.
Iemand vroeg aan hem: ‘U bent geen gelovige en u bent geen godsdienstig mens, waarom gaat u dan elke zondag en met zoveel regelmaat?’
Hij zei: ‘Zo af en toe zie ik graag iemand die echt gelooft. Het is op zichzelf al prachtig, gewoon om iemand te zien die een geloof heeft. Ik heb helemaal geen geloof maar deze prediker is een man van geloof. Misschien heeft hij het wel mis – ik weet dat hij het mis heeft, maar dat maakt niets uit. Hij is prachtig in zijn geloof. Het lijkt wel of hij het voor elkaar heeft. Misschien leeft hij wel in een illusie, maar dat is het punt niet. Ik ben voortdurend bezig om iets te bereiken en hij heeft het al voor elkaar. Daarom ga ik daarheen, gewoon om naar hem te kijken.’

   Edmund Burke

Op een dag vroeg hij aan de priester -want de priester had die avond gepreekt dat mensen die goed zijn en deugdzaam, en in God geloven, naar de hemel zullen gaan- Burke vroeg na de preek aan de priester: ‘Hoe zit het met mensen die goed en deugdzaam zijn, maar niet in God geloven? Waar gaan zij naar toe? Gaan zij naar de hemel? Als u ja zegt dan is het niet nodig om in God te geloven. Dan heeft het geloof, heel die hypothese, geen enkele zin! Als iemand alleen door deugdzaam te zijn naar de hemel kan gaan, wat heeft het geloof dan voor zin? En als u zegt dat mensen die deugdzaam en goed zijn en niet in God geloven naar de hel zullen moeten gaan, wat heeft het dan voor zin om deugdzaam en goed te zijn? Dan is het genoeg om alleen in God te geloven.’

Deze Burke was een logicus en de priester stond voor een raadsel. Hij zei: ‘Geef me een paar dagen, ik zal op onderzoek uit moeten gaan. Ik weet niet wat er precies gaat gebeuren.’ Zeven dagen lang probeerde hij vanuit alle hoeken en kanten iets te bedenken, maar hij kon het niet vatten, want de puzzel lag daar.
Als hij ja zegt dan is er een probleem.
Als hij nee zegt dan is er ook een probleem.
Op de zevende dag ging hij naar de kerk, een uur voor zijn preek. Hij ging naar het terras, zat daar te piekeren, deed zijn ogen dicht. Hij had die hele nacht niet kunnen slapen want hij lag maar te denken en te denken en te denken. En toen viel hij in slaap en begon hij te dromen. In de droom zag hij zichzelf in een trein op weg ergens naar toe. ‘Waar gaat die trein heen?’

En de mensen zeiden: ‘We gaan naar de hemel.’
Hij zei: ‘Dat is goed. Dat is juist. Ik zal eens vragen waar die deugdzame mensen gebleven zijn, zoals bijvoorbeeld Socrates: goed, deugdzaam, maar hij geloofde nooit in God. Waar zijn ze?’
Zo ging hij dus de hemel binnen. Maar het stond hem niet aan zoals het eruit zag. Het zag er een beetje vervallen uit, geen blijdschap, een beetje saai, geen opwinding. Stil natuurlijk, maar het zag er doods uit. Hij kon maar niet geloven dat dit de hemel was.

Toen vroeg hij: ‘Wanneer vertrekt de trein naar de hel?’
De trein stond klaar, dus stapte hij in. De trein ging naar de hel. Weer kon hij zijn ogen niet geloven want het zag er allemaal echt prachtig uit. Prachtige bomen, bladgroen, bloemen, zingende vogels en iedereen was blij.
Hij zei: ‘Er is iets mis! Dit lijkt wel op de hemel.’
Hij ging de stad in. Hij vroeg aan de mensen: ‘Is Socrates hier?’
Ze zeiden: ‘Ja, hij werkt op het land.’
Dus ging hij naar Socrates toe en zei: ‘Bent u hier? U, goed en deugdzaam, maar u geloofde niet in God? Bent u daarom in de hel gegooid?’
Hij zei: ‘Ik weet helemaal niets over de hel, maar sinds we hier zijn aangekomen hebben we het in de hemel veranderd.’
Hij was in een shock, deed zijn ogen open. Edmund Burke stond beneden te wachten. Hij ging naar hem toe en zei: ‘Ik weet het niet precies, maar ik zal je vertellen wat voor een droom ik heb gehad. In die droom kwam ik tot het besef: mensen die goed en deugdzaam zijn, waar ze ook heengaan, die plek wordt de hemel. Zo is het mij in mijn droom geopenbaard.’

Osho, Tao, The Three Treasures –Talks on fragments from Tao Te Ching by Lao Tzu, Volume 4, pp. 40 – 43.
 
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.   
Afbeeldingen:

http://peter-moore.co.uk/wp-content/uploads/2013/08/edmund-burke.jpg
http://www.powerpoetry.org/sites/default/files/styles/large/public/634376-bigthumbnail.jpg?itok=FIm61Idh
https://i.ytimg.com/vi/GMMNufuub7w/hqdefault.jpg