De Taj Mahal in Agra

Dit is deel 5 van de vooraankondiging van het boek ‘DE ONWETENDHEID VOORBIJ – Een meditatiereis door Osho’s India.’ Dit deel  gaat over Shah Jahan, keizer van het Mogolrijk in de 17e eeuw, die de Taj Mahal, een mausoleum, voor zijn geliefde Mumtaz liet bouwen. Het is een vorm van objectieve kunst oftewel kunst gemaakt door een gerealiseerd mens. Dat maakt dat de Taj Mahal bij volle maan het grootste meditatie-object is, dat de mens ge­maakt heeft.
 
Vandaag gaan we naar de legendarische Taj Mahal, een enorm gebouw van meer dan 350 jaar oud, maar van een tijdloze schoonheid.
In de The Razor’s Edge, hoofdstuk 10 gaat Osho in op de mystieke beteke­nis van de Taj Mahal. Hij vertelt over George Gurdjieff en ik begrijp van Osho dat die er van uitging dat er twee soorten kunst zijn. Negenennegentig pro­cent van de kunst in de wereld beschouwt hij als subjectieve kunst. Daarmee drukt de kunstenaar zijn gevoelens uit, zijn verlangens of dromen. Slechts één procent ziet hij als objectieve kunst. Dat is kunst die een gerealiseerd mens maakt. Hij wil je met zijn muziek, poëzie, zang of dans iets laten voe­len van zijn extase, zijn innerlijke dans, zijn vreugde, zijn gelukzaligheid.
Voor Gurdjieff is de Taj Mahal een vorm van objectieve kunst. Wanneer het volle maan is, wanneer de maan precies in het midden van de hemel komt, wordt de Taj Mahal het grootste meditatie-object dat de mens heeft ge­maakt. Je zit gewoon stil en kijkt ernaar, en als je er alleen maar naar kijkt, verdwijnen je gedachten. De schoonheid ervan is zo enorm dat je geest het niet kan bevatten, dus wordt hij stil.

Ook de tempels van Khajuraho, waar we morgen heen zullen gaan, vindt Gurdjieff objectieve kunst, omdat ze je herinneren aan je diepste Zelf. Het geeft mensen de komende eeuwen telkens weer de kans om hun innerlijke dans, hun gelukzaligheid te ervaren.
Ik lees verder op het internet dat Shah Jahan (1592–1666) zorgde voor de bouw van de Taj Mahal als mausoleum voor zijn meest geliefde vrouw, die in het kraambed was gestorven. Hij was keizer van het Mogolrijk, dat destijds niet alleen India omvatte, maar ook Nepal, Pakistan, Afghanistan en Bangla­desh. Een groot rijk dat steeds meer tot armoede verviel omdat de Shah al het geld besteedde aan de Taj Mahal. Toen dat gebouw klaar was, wilde de Shah beginnen aan een nog grotere, zwarte Taj Mahal voor hemzelf. De fun­dering was al klaar, toen zijn zoon ingreep en zijn vader afzette. Hij kreeg een plek in het even verderop gelegen Rode Fort dat uitzicht bood op de Taj Mahal. Het fort was een luxe gevangenis waarin de Shah zijn oude koninklijke leefstijl kon handhaven.

Vanaf een parkeerplaats, zo’n vijfhonderd meter voor de ingang, gaan we met een mooi versierd koetsje, getrokken door een paard, naar de toegangspoort. Ik vond dat ontzettend leuk!
Als we eenmaal op het terrein van de Taj Mahal zijn, praat ik niet meer, maar voel alleen wat het gebouw met me doet. We lopen langzaam langs het kanaaltje dat in een rechte baan loopt vanaf de toegangspoort naar het hart van de Taj Mahal. Ik voel me naar dit hart toegetrokken.

Agra: met paard en open koetsje naar de Taj Mahal

Als we bij de ingang zijn, doen we onze schoenen uit en sokjes aan. Dat is overal in India. Tempels mag je niet met je schoenen betreden. Daar wordt heel goed op gelet. Zo ook hier. Binnen de Taj Mahal kunnen we de graven van Shah Jahan en zijn geliefde Mumtaz goed zien. Ondanks de drukte kunnen we een goed beeld van dit schitterende mausoleum krijgen. Het graf van Mumtaz ligt in het hart van de tempel in een grote achthoekige zaal. Ernaast ligt het graf van de Shah. De sarcofagen zijn omgeven door een prachtige opengewerkte wand van marmer, een jali genaamd. Ik krijg de neiging mijn handen te vouwen als een gebaar van eerbied. Later lees ik dat dit niet de echte graven zijn. Die liggen in de kelder. We lopen in een boog om de graven heen en de weg vervolgt zich als vanzelf naar de achterkant, waar we er weer uitgaan. Daar zien we de rivier, de Yamuna. Het uitzicht is prachtig.
Links en rechts van de witte Taj Mahal staan twee rode gebouwen, een mos­kee en een gasthuis. Die zijn niet toegankelijk. Ik ga ze even bekijken, maar voel er niet veel bij.

Agra: uitzicht op het hart van de Taj Mahal

Nadat ik het tempelterrein nog eens over gelopen ben, besluit ik opnieuw de Taj Mahal binnen te gaan. Het is er dan zo verschrikkelijk druk dat ik niets meer voel. Bovendien schreeuwt er een bezoeker door de ruimte heen.
Samen met iemand anders wandel ik terug langs het kanaaltje. We komen bij een klein platform. Als ik daar in het midden ga staan en langs het kanaaltje naar de Taj Mahal kijk, voel ik dat ik rechtstreeks in het hart van de tempel kom. Dat is voor mij toch wel de kern van wat ik voel: het me aangetrokken voelen tot het hart van de tempel.

Volgende keer deel 6: De legende van Shiva en Shakti.

Uit: ‘DE ONWETENDHEID VOORBIJ – Een meditatiereis door Osho’s India’.
Door Surya Cliné.
 
Verkrijgbaar bij Amazon als e-book en paperback.