De soefi meester die zweeg

Het werk van een meester bestaat uit het duidelijk maken van je eigen vragen aan jou.

Een soefi mysticus was op weg naar Mekka voor zijn Hajj, zijn pelgrimage.
Hij kwam in een plaats, een klein plaatsje, en hij was daar nog niet aangekomen of het bericht had het dorp al bereikt dat er een groot mysticus onderweg was, dus kwam het hele dorp bijeen.
De meester was een hele stille en de dorpsbewoners vroegen hem, smeekten hem om een toespraak te houden. ‘Maandenlang hebben we zitten wachten en nu u er bent kunnen we u pas laten gaan als u ons iets heeft laten horen.’
De meester aarzelde. Hij zei: ‘Maar ik heb niets te zeggen.’ Maar ze wilden het niet horen, ze bleven aandringen.
De meester zei: ‘En wat ik weet kan niet gezegd worden!’ Maar ze wilden het niet horen. Hoe meer de meester aarzelde, hoe geïnteresseerder ze werden, dat spreekt vanzelf. En ze zeiden: ‘We blijven hier zitten, we zullen vasten en niets eten totdat u ons een boodschap geeft, want zelden is er zo’n verlicht iemand hier voorbijgekomen. We kunnen u niet laten gaan.’

Dus ging de meester akkoord. Ze gingen naar de moskee. Het hele dorp kwam bijeen, vol verwachting over wat de meester zou gaan zeggen. En ze wisten heel goed dat hij nog nooit eerder in een ander dorp een toespraak had gehouden. Hij was op reis geweest, van duizend mijlen ver, en iedereen had het aan hem gevraagd. Maar hij had gezwegen. Ze waren verheugd, het was een voorrecht dat de meester erin toegestemd had om een toespraak te houden.

De meester kwam. Hij keek zijn toehoorders aan en stelde één vraag: ‘Weten jullie wat ik jullie ga vertellen?’
Ze zeiden allemaal: ‘Natuurlijk niet, hoe moeten we dat nou weten? We weten het niet.’
De meester zei: ‘Dan kan ik niets zeggen tegen zulke onwetende mensen die niet eens weten waar ik het over ga hebben!’
De mensen keken heel verbaasd op en de meester liep weg. Hun verlangen laaide nog hoger op. Ze dachten, dat was geen goed antwoord van ons. ‘Ja, de meester heeft gelijk: hoe kan hij nou iets zeggen tegen zulke onwetende mensen?’
Ze haastten zich om de meester weer terug te halen en zeiden: ‘Vraagt u het nog eens. Dat was geen goed antwoord van ons, maar kom mee,  geef ons nog een kans.’
De meester kwam terug en zei: ‘Weten jullie waar ik het over ga hebben?’
Ze zeiden: ‘Ja! We weten allemaal waar u het over gaat hebben.’
Toen zei de meester: ‘Dan is het klaar! Als jullie het al weten, waar hebben jullie mij dan voor nodig om het jullie te vertellen? Zo’n verlicht dorp!’

Nu stonden de mensen nog verbaasder te kijken. En de meester ging opnieuw weg. Ze stonden met elkaar te praten, het hele dorp wond zich op over één ding maar: ‘Wat moeten we nu doen? Morgenochtend gaat hij weg! We moeten er iets op vinden.’
Ze praatten en ze discussieerden en ze vonden er iets op. Midden in de nacht gingen ze de meester wakker maken en zeiden: ‘We zijn er weer, dat antwoord van ons was verkeerd, het spijt ons. Vraagt u het nog eens!’
De meester ging terug naar de moskee en vroeg opnieuw: ‘Weten jullie wat ik jullie ga vertellen?’
Toen zei de helft van de mensen: ‘Ja,’ en de andere helft zei: ‘Nee.’ Dat was de enige weg. Hoe kon hij er nu uitkomen?
En de meester zei: ‘Ha, ha, ha! Dan moeten zij die het weten het maar vertellen aan hen die het niet weten. Waar hebben jullie mij dan voor nodig? Zeg maar tegen de mensen, praat maar onder elkaar. Jullie hebben mij absoluut niet nodig.’

In feite hoef je niemand iets te vragen als je diep in je eigen vragen gaat. Al dat vragen is onnodig, want wat voor antwoord ik jullie ook geef, het zit eigenlijk al in je. Ik maak het alleen duidelijk. Ik help om het aan de oppervlakte te laten komen in je. Ik heb geen kant-en-klaar antwoord voor je. Ik heb geen catechismus. Het is niet zo dat mijn antwoord voor altijd vaststaat.
Jij stelt een vraag. Ik kijk in je vraag. Ik probeer te doen wat je zelf zou hebben gedaan en dan vind ik daar het antwoord, dat ik dan aan je duidelijk maak. Het werk van een meester bestaat uit het duidelijk maken van je eigen vragen aan jou. Hij brengt helderheid, hij geeft je geen antwoorden. Een meester is geen geleerde, hij is geen hoogleraar. Hij geeft je geen antwoorden. Hij brengt gewoonweg helderheid, visie, gezichtsvermogen.

Osho: The Perfect Master, Talks on Sufi Stories, Volume 1, p 56-58.

Image by mostafa meraji from Pixabay. 

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com

Vorige verhalen


Een rabbi heeft een aanrijding met pater Murphy

 


Het kopje thee stroomt over

 

Geluk of ongeluk? De man zonder oordeel

 


De samoerai die zich minderwaardig voelde

 


De monnik en de prostituee