‘Zeg eens, jongen, hoe oud ben je eigenlijk?’
Een jonge priester nam eens honderd duizend dollar mee uit de brandkast van de kerk en raakte alles kwijt op de beurs. Toen ging zijn mooie vrouw ook nog bij hem weg. In wanhoop liep hij naar de rivier en hij stond net op het punt om van de brug af te springen toen hij tegengehouden werd door een oude vrouw met een zwarte cape, een gerimpeld gezicht en draderige grijze haren.
‘Niet springen,’ kraste ze. ‘Ik ben een heks en ik zal drie wensen van je uit laten komen als je iets voor me wilt doen!’
‘Ik ben niet meer te redden,’ antwoordde hij.
‘Doe niet zo dwaas,’ zei ze.
‘Hocus pocus pas! Het geld is weer terug in de kluis.
Hocus pocus pas! Je vrouw zit thuis op je te wachten met een hart vol liefde.
Hocus pocus pas! Je hebt nu tweehonderd duizend dollar in de bank!’
‘Dat is g-geweldig,’ stamelde de priester. ‘Wat moet ik voor u doen?’
‘Vannacht met mij naar bed gaan.’
De gedachte aan vrijen met de tandeloze oude feeks stootte hem tegen de borst, maar wel degelijk de moeite waard, dus ze trokken zich terug in een motel in de buurt.
De volgende ochtend, toen de walgelijke beproeving voorbij was, stond de priester zich aan te kleden en zei de vleermuis vanuit het bed: ‘Zeg eens, jongen, hoe oud ben je eigenlijk?’
‘Ik ben tweeënveertig,’ zei hij. ‘Hoezo?’
‘Ben je dan niet te oud om nog in heksen te geloven?’
Dat krijg je ervan. Als je in God gelooft kun je ook in heksen geloven, dat zit in hetzelfde pakket. Als je in één soort onzin gelooft kun je van allerlei onzin geloven.
Maar dan word je nooit groot. Dan blijf je kinderlijk.
Osho: Zen, the Path of Paradox, Volume 1, pp. 13-14.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.
Afbeeldingen:
https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/736x/91/a3/4d/91a34d25da5a1e2a8d15c9ef9dfaeac3.jpg
https://playingwithresearch.files.wordpress.com/2014/09/the-rite-movie-13.jpg