Geniet van elk klimaat. Geniet van elke stemming van de natuur. Ze zijn allemaal diep in harmonie. Alles is nodig om van deze wereld iets perfects te maken. Alleen maar zon is niet genoeg.
Ik heb eens een oude parabel gehoord – het moet wel een heel oude zijn, want God leefde toen nog op aarde. Geleidelijk aan begon hij genoeg te krijgen van de mens, want mensen bleven hem voortdurend lastig vallen. Midden in de nacht klopte er dan iemand bij hem aan om te zeggen: ‘Waarom hebt u dit gedaan? Waarom doet u het niet zo?’
Iedereen gaf advies, iedereen zegde zijn gebeden op en die gebeden spraken elkaar tegen. De ene kwam langs en zei: ‘Laat vandaag de zon schijnen want ik ga mijn kleren wassen.’ Dan kwam iemand anders langs die zei: ‘Laat het vandaag regenen, want ik ga bomen planten.’
Wat moest hij nou doen? Ze maakten God helemaal gek! Hij moest wel van de aarde verdwijnen. Hij moest wel ontsnappen om te overleven. Hij moest wel onzichtbaar worden.
Op een dag kwam er een boer langs, een oude boer, die zei: ‘Luister eens, u bent misschien wel God en u hebt de wereld geschapen, maar er is één ding wat gezegd moet worden: u bent geen boer en u weet nog niet het ABC van het boerenbedrijf. Heel de natuur en hoe ze in elkaar zit is zo absurd, en dit zeg ik vanuit mijn levenslange ervaring. U hebt nog iets te leren.’
God zei: ‘Wat raadt u me aan?’
De boer zei: ‘Geef me één jaar de tijd en laat mij de dingen bepalen, moet u eens kijken wat er gebeurt. Dan is er nergens meer armoede!’
God wilde wel meewerken en de boer kreeg een jaar. Nu gebeurde alles zoals hij het wilde. Het sprak vanzelf dat hij om het beste vroeg – geen donder, geen harde wind, geen gevaar voor het gewas. Alles comfortabel, knus, en hij was heel blij.
Het graan groeide zo hoog! Er waren geen gevaren, er was geen hinder. Alles gebeurde zoals hij het verlangde. Als hij zon wilde hebben, was er zon. Als hij regen wilde hebben, was er regen, zoveel hij maar wilde. In vroegere tijden viel er soms zoveel regen en dan stroomden de rivieren over en vernietigden ze het gewas. En andere keren viel er niet genoeg regen, dan bleef het land droog en ging het gewas dood… en soms gebeurde er iets anders… en soms weer iets anders. Het kwam zelden voor, heel zelden, dat alles klopte. Maar dit jaar klopte alles, als een bus.
Het graan groeide zo hoog, dat de boer er heel blij van werd. Hij ging naar God en zei: ‘Kijk nou! Dit keer is het gewas zodanig, dat er voor tien jaar genoeg te eten zal zijn, ook al werken de mensen niet.’
Maar toen het gewas geoogst werd… zat er geen graan in.
Hij stond verbaasd – wat was er nu gebeurd?
Hij vroeg aan God: ‘Wat is er nu gebeurd? Wat is er misgegaan?’
God zei: ‘Omdat er geen uitdaging was, omdat er geen moeilijkheden waren, omdat er geen conflict was, geen wrijving, omdat alles goed was, omdat u alles wat verkeerd was heeft vermeden, is het graan impotent gebleven. Een klein beetje inspanning is noodzakelijk. Je hebt stormen nodig, donder, bliksem. Ze schudden de ziel op die in het graan zit.’
Een verstandig mens gaat met de rivier mee, stroomt met de stroom mee, stroomt met de wind mee… De dingen volgen simpelweg hun natuur. Lao Tse noemt deze natuur Tao. Boeddha noemt deze natuur Dhamma. Mahavir heeft religie gedefinieerd als de natuur van de dingen…
En die overgave brengt geweldig veel zegening met zich mee.
Osho, The Perfect Master -Talks on Sufi stories, Vol. 2, p 307–310.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.