De olifant, de horzel en de mus

In ons hoofd vergroten we de zaak voortdurend. Zo zit het ego in elkaar… we maken ons druk om niets, veel gedoe om niets. Je moet dat vergrootglas onmiddellijk laten vallen. En dan zie je alles ineens in het juiste perspectief.
Een olifant had het te kwaad in de jungle, want een horzel bleef haar maar steken vlak bij haar staart en ze kon er helemaal niets tegen doen. Ze bleef maar met haar slurf zwaaien maar ze kon er niet bij.
Een musje zat dit allemaal aan te kijken en pikte de horzel doormidden met zijn snavel.

‘O, dank je wel!’ zei de olifant. ‘Wat een opluchting was dat.’
‘Graag gedaan, mevrouw,’ zei de mus.
‘Luister, meneer Mus, als ik ooit iets voor u kan doen, mag u dat gerust vragen.’
De mus aarzelde even. ‘Nou, mevrouw… ,’ zei hij.

‘Wat is er?’ zei de olifant. ‘U hoeft bij mij niet verlegen te zijn, hoor.’
‘Nou,’ zei de mus, ‘om u eerlijk de waarheid te zeggen heb ik me altijd al afgevraagd hoe het zou zijn om met een olifant te vrijen.’
‘Toe maar,’ zei de olifant. ‘Ga gerust uw gang!’
De mus vloog naar achteren en begon meteen met de olifant te vrijen. Boven hun hoofden zat een aap in de boom het aan te kijken en hij raakte daar heel opgewonden van. Hij begon aan de boom te schudden, er kwam een kokosnoot los die uit de boom viel en die raakte de olifant pats op haar kop.
‘Au!’ zei de olifant.
Waarop de mus van achteren opkeek en zei: ‘Doe ik je pijn, schat?’

Osho, Unio Mystica -Talks on Hakim Sanai’s ‘The Hadiqa’, Volume 2, pp. 146 -147.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.