De nieuwe mens, niet de supermens

Een passage uit een onlangs verschenen toespraak van Osho op Osho TV:
Zarathustra: a God that Can Dance #3

Adolf Hitler kreeg het idee van de supermens, de Übermensch, van Friedrich Nietzsche, van Zarathustra. Adolf Hitler bezat geen grote intelligentie of inzicht. Hij was bijna achterlijk, krankzinnig. Maar het woord superman in de handen van Adolf Hitler werd de tweede wereldoorlog – het doodde zes miljoen mensen.
Zarathustra zou nooit hebben kunnen denken, noch zou Nietzsche ooit hebben kunnen bedenken dat hun filosofie in de handen van een gek zou belanden; en natuurlijk ook niet dat hij het naar zijn eigen inzicht zou interpreteren.
Voor hem is de superman een super–krijgsman, een super–soldaat, een man van staal. Hij verklaarde dat de Duitsers het ras ging worden van de toekomstige supermens; dat zij over de wereld gingen regeren. Het is in feite het voorrecht van de supermens te regeren over al degenen die minderwaardig zijn.
Een vreemd lot van het woord supermens! In de handen van een gek werd het iets dat Zarathustra nooit had kunnen dromen. Het Duitse ras was bevoorrecht om over de hele wereld te regeren om de eenvoudige reden dat het superieur was; het zou de baarmoeder worden van de supermens. De supermens was het zout van de aarde, de supermens was de bedoeling van de aarde.


Het zelfde woord, supermens, werd gebruikt door Sri Aurobindo in India, en de betekenis verandert totaal. In handen van Sri Aurobindo wordt de supermens de onsterfelijke mens, lichamelijk onsterfelijk. Spiritueel is de mens altijd verteld dat hij onsterfelijk is. Sri Aurobindo geeft zijn eigen interpretatie: ‘Ik werk om de juiste discipline te vinden, de juiste methode om je tot lichamelijke onsterfelijkheid te transformeren.’ En de mensen die het meest bang voor de dood waren, werden zijn discipelen.
Net zoals een boom te herkennen is aan zijn vruchten, kan een meester gekend worden aan zijn discipelen. Ik heb met veel volgelingen van Sri Aurobindo contact gehad, en een van mijn vrienden was in Sri Aurobindo’s ashram toen hij stierf. Ik had met hem besproken dat dit gewoon nonsens was, dat lichamelijke onsterfelijkheid niet mogelijk was. Om fysiek onsterfelijk te zijn, zou je het hele programma van de lichaamscellen moeten veranderen en er zijn zeven miljoen cellen in het lichaam die het hele programma hebben. Zelfs wetenschappers zijn niet in staat om een manier te vinden om het programma daarvan te veranderen.
Als we het programma daarvan kunnen veranderen, dan kunnen de dingen misschien anders liggen. Als je bijvoorbeeld onsterfelijkheid wenst, dan zou de mens op een zekere leeftijd moeten stoppen en niet verder door groeien – hij zou altijd jong blijven en nooit oud worden. Als hij oud wordt is de volgende stap het graf.

Ik vertelde mijn vriend: ‘Je kunt zien dat Sri Aurobindo oud is en spoedig zal sterven. Maar dit is een mooi argument, omdat als hij niet sterft, hij gaat tenminste nu nog door te leven, blijft zijn idee niet te weerleggen. Maar als hij doodgaat, met wie kun je dan argumenteren?  Met het dode lichaam waarvan altijd gezegd werd dat het onsterfelijk was? Maar de persoon die dood is maakt dat niets uit, hij is er niet meer.’ 
Op een dag stierf Sri Aurobindo, en mijn vriend stuurde me een telegram waarin hij zei: ‘Laat je niet door de krantenartikelen bedriegen. Hij is niet gestorven. Hij is diep in samadhi gegaan. Hij is zo diep in zichzelf gegaan dat er nu geen reden is om te ademen, geen reden voor het hart om te kloppen. Hij is gegaan om de laatste kneepjes van zijn methode te zoeken die de mens onsterfelijk zal maken.’
Zij bewaarden zijn lichaam gedurende drie dagen – wachtend, zingend, biddend en hopend dat hij niet dood zou zijn, maar na drie dagen begon het lichaam te stinken. Toen werden zij bang want om nu het lichaam te bewaren was gevaarlijk. Mensen zouden het nieuws verspreiden dat het lichaam was gaan stinken, dat de man dood was.
De gelovigen waren zo blind dat zij zijn lichaam onmiddellijk in een marmeren graf legden, en zij gingen door te geloven dat hij in het graf hard aan het werk was om de geheime formule te vinden.

De Moeder, die de leiding van de ashram had, leefde echt bijna een eeuw. Dat was het bewijs. Zelfs op die leeftijd speelde ze tennis, ging ze zwemmen, maar op een dag ging ook zij dood. Mijn vriend kwam, erg gefrustreerd. Ik zei: ‘Wat is het probleem? Je geloof is niet absoluut; want in plaats van een man, zijn nu een man en een vrouw beiden in hun graf om het geheim van de lichamelijke onsterfelijkheid te vinden. En natuurlijk moet ook een vrouw het weten omdat, wie zal het zeggen, er verschillende geheimen kunnen zijn voor mannen en vrouwen. Het is niet nodig om gefrustreerd te zijn.’
Hij zei: ‘Je bent me belachelijk aan het maken. Je bent altijd tegen geweest en nu vertel je me dat ik terug zou moeten gaan, dat deze twee personen ons hebben bedrogen.’
Ik zei: ‘Zij hebben je niet bedrogen, jij bent bedrogen, dat is waar, maar jij werd bedrogen vanwege je angst voor de dood.’

Ik ken vele volgelingen die nu gefrustreerd zijn omdat zij daarheen gingen om supermens te worden; en supermens in Sri Aurobindo’s filosofie betekent ‘lichamelijk onsterfelijk’ een god in het lichaam. Woorden kunnen allerlei soorten betekenis gegeven worden. Ik heb dat woord compleet laten vallen omdat zowel Adolf Hitler als Sri Aurobindo het compleet hebben besmet.
Ik gebruik een erg neutrale term: de nieuwe mens. Dat was oorspronkelijk de bedoeling van Zarathustra, dat de mens niet zou stoppen waar hij is. Hij heeft veel meer mogelijkheden om te groeien, hij is nog niet aan het einde van de weg gekomen – er ligt nog een lange reis voor hem. Ik zou het als volgt willen veranderen: de nieuwe mens is de zin van de aarde. Laat je wil zeggen: de nieuwe mens zal de wil van de aarde zijn. Wat is de nieuwe mens?  Een mens die alle conditioneringen naast zich neer heeft gelegd die hem in het verleden zijn opgedrongen; die alle geleende kennis heeft laten vallen; die op zoek is naar zijn eigen waarheid, van zijn eigen wezen. Zijn religie is individueel, niet meer een organisatie, niet meer een menigte, niet meer een collectiviteit. Zijn religie is niet synoniem met sociale moraliteit. Zijn religie kan teruggebracht worden tot een enkel woord, meditatie – een staat van no-mind, waarin hij de essentiële kern van zijn wezen kan ervaren, die onsterfelijk is, die eeuwig is.

Meer: Zarathustra, a God that Can Dance #3

Image by ErikaWittlieb from Pixabay