U verwees onlangs naar de ‘niet-competitieve geest’ van de zenmeesters. Is er geen concurrentie in Zen omdat er geen gevoel van hiërarchie is — omdat de idee van hiërarchie essentieel verbonden is met het concept van een opperwezen, los van en boven de mens?
Er is geen competitieve geest. Dat betekent dat geen enkele meester geacht wordt meer te zijn en geen enkele meester geacht wordt minder te zijn. Zelfs de verlichte wordt niet hoger geacht dan de onverlichte. De ene slaapt, de andere is wakker — dat betekent niet dat de wakkere meer verheven is dan de slapende. Het zijn verschillende toestanden, maar er is geen sprake van superioriteit of inferioriteit. In die zin bestaat er geen competitieve geest in Zen.
Geen enkele meester probeert meer mensen, meer volgelingen te verzamelen. Integendeel, er zijn gevallen bekend waarin de meester in de ogen kijkt van de discipel die bij hem komt, zijn hoofd schudt en zegt: ‘Je kunt maar beter naar het andere klooster op de andere heuvel gaan. Hoewel het onderricht daar anders en tegengesteld is aan het mijne, zal het beter bij je passen. En waar het echt om gaat is wat het meest geschikt is voor jou. Het gaat er niet om dat ik meer discipelen zou moeten hebben en de ander minder.’
Het gebeurde eens… Een discipel werd er door de meester uitgegooid omdat hij jarenlang had gemediteerd en antwoorden had aangedragen en klappen had gekregen… en hij was eraan gewend geraakt en er was niets gebeurd.
Op een dag, toen hij binnenkwam, deed de meester de deur dicht. De leerling zei: ‘Ik heb helemaal niets gezegd.’
De meester zei: ‘Je moet hier helemaal niet komen. Ga maar ergens anders naar toe…!’
Natuurlijk kwam de gedachte bij de leerling op: ‘Ik kan het beste naar die meester gaan die tegenovergesteld is; hij onderwijst andere dingen.’
Hij ging naar die meester. De meester keek hem in zijn ogen en zei: ‘Je kunt maar beter teruggaan naar je oude meester; hij heeft veel mededogen voor jou. Achttien jaar heeft hij aan jou verknoeid; zoveel mededogen heb ik niet. Ga gewoon terug! Als hij de deur dichtdoet, betekent dat niet dat hij je geen antwoord geeft — dat is zijn antwoord. Ga voor de deur zitten, doe je ogen niet open en ga niet bij de deur vandaan. Ga gewoon terug.’
En de leerling ging terug, ging voor de deur van de meester zitten en deed zijn ogen dicht.
De hele nacht ging voorbij. Vroeg in de ochtend deed de meester de deur open, en de leerling zat daar zo mooi, zo vredig, dat de meester die een paar bloemen voor Boeddha’s beeld had meegebracht, die bloemen op het hoofd van de leerling strooide.
De leerling deed zijn ogen open. Hij zei: ‘Wat doet u? Die bloemen heeft u voor Boeddha meegenomen.’
De meester zei: ‘Die Boeddha kan het vandaag wel zonder bloemen stellen. Ik heb een levende Boeddha gevonden die gewoon voor mijn deur zit. Kom binnen. Waar ben je al die tijd geweest?’
Hij zei: ‘Waar? Ik ben hier al achttien jaar. Bent u dat vergeten? Gisteren nog heeft u me eruit gegooid!’
Hij zei: ”Dat moest ik wel, want ik wist dat je meteen naar het andere klooster zou gaan. En ik wist dat de meester aan de overkant je niet zou accepteren. Je bent zo’n dodo, en alleen ik accepteer dodo’s en maak er boeddha’s van! Er was dus geen vrees. Waar je ook naartoe zou zijn gegaan, ze zouden je teruggestuurd hebben.’
Er is geen competitie, er is geen veroordeling. Discipelen gaan met hun toestemming van de ene leraar naar de andere — en er is geen hiërarchie. Gautama Boeddha is niet hoger dan Mahakashyapa, en Mahakashyapa is niet hoger dan Bodhidharma. Het woord ‘hiërarchie’ zelf komt van het idee van de mindere en de meerdere.
De wereld is volgens de boeddha’s verdeeld in twee soorten boeddha’s: sommigen slapen en en sommigen zijn wakker — het verschil is niet zo groot. Iemand die vandaag slaapt, kan morgen wakker worden. En je weet maar nooit — wie vandaag wakker is, kan morgen in slaap vallen. In dit wonderbaarlijke bestaan is alles mogelijk.
Osho: The Zen Manifesto # 3
Image by Keith Johnston from Pixabay