Laatst las ik een beroemde haiku van Basho*, de Zenmysticus en -meester. Het lijkt geen grote poëzie voor de westerse mind of voor de mind die op westerse wijze is geschoold. Luister er stil naar, want het is niet wat je noemt grote poëzie, maar het is een groot inzicht — wat veel belangrijker is. Het heeft enorme poëzie, maar om die poëzie te voelen moet je heel subtiel zijn. Intellectueel kan het niet begrepen worden; het kan alleen intuïtief begrepen worden. Dit is de haiku:
Als ik aandachtig kijk,
zie ik de nazuna bloeien
bij de heg!
Er lijkt niets van poëzie in deze haiku te zitten. Maar laten we er met meer sympathie op ingaan, want de grote Japanse dichter Basho is vertaald; in zijn eigen taal heeft het een totaal andere smaak. De nazuna** is een heel gewone bloem – het groeit vanzelf langs de kant van de weg, een grasbloem. Het is zo gewoon dat niemand er ooit naar kijkt. Het is geen kostbare roos, geen zeldzame lotus. Het is gemakkelijk om de schoonheid te zien van een zeldzame lotus die op een meer drijft, een blauwe lotus — hoe kan je dat niet zien? Voor een ogenblik ben je geboeid door de schoonheid ervan. Of een mooie roos die danst in de wind, in de zon… voor een fractie van een seconde neemt ze bezit van je.
Het is prachtig. Maar een nazuna is een heel gewone, gewone bloem; ze heeft geen tuinieren nodig, geen tuinman, ze groeit overal vanzelf. Om een nazuna aandachtig te bekijken is een meditator nodig, een zeer delicaat bewustzijn; anders ga je er aan voorbij. Zij heeft geen schijnbare schoonheid, haar schoonheid is diep. Haar schoonheid is die van het heel gewone, maar het heel gewone bevat het buitengewone, want alles is vol van God — zelfs de nazuna. Tenzij je er met een sympathiek hart in doordringt, zul je het missen.
Als je deze haiku van Basho voor het eerst leest, denk je: ‘Wat is er zo belangrijk aan een nazuna die bij de heg bloeit?’
In Basho’s gedicht wordt de laatste lettergreep — kana in het Japans — vertaald met een uitroepteken omdat we geen andere manier hebben om het te vertalen. Maar kana betekent: ‘Ik sta versteld!’ Waar komt de schoonheid vandaan? Komt het van de nazuna? — omdat duizenden mensen langs de heg zijn gekomen en niemand naar deze kleine bloem heeft gekeken. Maar Basho is bezeten door de schoonheid ervan, wordt meegevoerd naar een andere wereld. Wat is er gebeurd? Het is niet echt de nazuna, anders zou het ieders aandacht hebben getrokken. Het is Basho’s inzicht, zijn open hart, zijn sympathieke visie, zijn meditatie. Meditatie is alchemie: het kan onedel metaal in goud veranderen, het kan een nazuna bloem in een lotus veranderen.
Als ik aandachtig kijk…. En het woord ‘aandachtig’ betekent zorgvuldig, met bewustzijn, meditatief, met liefde, met zorg. Men kan gewoon kijken zonder enige zorg, dan mist men het hele punt. Dat woord ‘aandachtig’ moet je in al zijn betekenissen onthouden, maar de grondbetekenis is meditatief. En wat betekent het als je iets meditatief bekijkt? Het betekent zonder mind, kijken zonder de mind, geen wolken van gedachten in de lucht van je bewustzijn, geen herinneringen die voorbij komen, geen verlangens… helemaal niets, volkomen leegte.
Wanneer je in zo’n staat van no-mind kijkt, wordt zelfs een nazuna bloem naar een andere wereld getransporteerd. Ze wordt een lotus van het paradijs, ze maakt niet langer deel uit van de aarde; het buitengewone is gevonden in het gewone. En dit is de weg van Boeddha: het buitengewone vinden in het gewone, alles vinden in het nu, het geheel vinden in dit — Boeddha noemt dit tathata.
Basho’s haiku is een haiku van tathata: deze nazuna bloem, liefdevol bekeken, zorgzaam, met onbewolkt bewustzijn, in een staat van no-mind… en men is verbaasd, men heeft eerbied, ontzag. Er ontstaat een grote verwondering: Hoe is het mogelijk? En als een nazuna mogelijk is, dan is alles mogelijk. Als een nazuna zo mooi kan zijn, dan kan Basho een Boeddha zijn.
Osho: The Way of the Buddha, Vol 3 # 3
*Basho (1644 – 1694).
** Nazuna (Ned. herderstasje).