Hoewel een van de meest omstreden concepten in de filosofie, is de menselijke aard iets waarover de meeste mensen het eens lijken te zijn. Volgens Rutger Bregman in zijn nieuwe boek ‘De meesten mensen deugen’ hebben we over het algemeen een nogal pessimistisch beeld – niet van onszelf, maar van alle anderen. We zien andere mensen als egoïstisch, onbetrouwbaar en gevaarlijk en daarom gedragen we ons tegenover hen defensief en wantrouwend. Zo zag de 17e-eeuwse filosoof Thomas Hobbes onze natuurlijke staat, in de overtuiging dat het enige wat tussen ons en gewelddadige anarchie stond, een sterke staat en vastberaden leiderschap was.
‘Wees je bewust van wat voor informatie je in je hoofd stopt.’
Maar door Hobbes te volgen, zo betoogt Bregman, zorgen we ervoor dat het negatieve beeld dat we hebben van de menselijke natuur naar ons wordt teruggekaatst. In plaats daarvan stelt hij zijn vertrouwen in Jean-Jacques Rousseau, de 18e-eeuwse Franse denker, die verklaarde dat de mens vrij geboren is en dat het de beschaving was – met haar dwingende macht, sociale klassen en beperkende wetten – die hem in ketens heeft gezet. Hobbes en Rousseau worden gezien als de twee polen van het argument van de menselijke aard en het is geen verrassing dat Bregman sterk de kant kiest van de Fransman. Hij gaat uit van Rousseau’s intuïtie en schetst een beeld van een idylle waarin de Homo Sapiens gedurende het grootste deel van de 300.000 jaar een bevredigend leven leidde in harmonie met de natuur en de gemeenschap, slechts gebonden door de principes van nederigheid en solidariteit.
Toen ontdekten we de landbouw en gedurende de volgende 10.000 jaar draaide alles om bezit, oorlog, hebzucht en onrechtvaardigheid. Onderweg citeert hij Machiavelli, Freud, Richard Dawkins, Jared Diamond en vele anderen. Ondanks de bijna verbijsterende hoeveelheid personages en informatie verliest Bregman nooit zijn centrale stelling uit het oog, dat “mensen in de grond vriendelijk en vreedzaam zijn. Vriendelijkheid is onze geheime superkracht, als soort.”
Het is één ding om vriendschappelijke relaties te onderhouden en op een bezitloze manier te leven als je 30 of 40 jager-verzamelaars bent die het voedsel volgen. Maar het leven wordt veel complexer en de kennis veel omvangrijker als er nederzettingen zijn van vele duizenden. “Beschaving is synoniem geworden met vrede en vooruitgang en wildernis met oorlog en verval,” schrijft Bregman. “In werkelijkheid was het gedurende het grootste deel van het menselijk bestaan precies andersom.”
Hoe dan ook, de angst voor de ineenstorting van de beschaving is volgens Bregman ongegrond. Het is het resultaat van wat de Nederlandse bioloog Frans de Waal de “vernistheorie” noemt – het idee dat vlak onder de oppervlakte onze beestachtige natuur wacht om uit te breken. In werkelijkheid, betoogt Bregman, wanneer steden worden gebombardeerd of wanneer een groep jongens schipbreuk lijdt op een afgelegen eiland, valt de mate van samenwerking en gemeenschapszin op die naar voren komt.
Er zal altijd een strijd zijn tussen onze altruïstische en egoïstische instincten, tussen onze openheid en onze beschermingsdrang – het is de kern van het menselijk drama. Toch is het een welkome afwisseling om zo’n consistent en plezierig eerbetoon aan onze betere natuur te lezen. Het gaat over de “survival of the friendliest”.
Rutger Bregman (1988) heeft een frisse kijk op de mensheid en publiceerde vijf boeken over geschiedenis, filosofie en economie. Zijn boeken Humankind (2020) en Utopia for Realists (2017) waren beide New York Times Bestsellers en zijn vertaald in meer dan 40 talen. Rutger Bregman woont in Nederland.
Zie ook de recensie die in The Guardian is verschenen.
Het is een groots verhaal dat aansluiting heeft met Osho en verder verteld mag worden!