Als je leeft, wees dan zo levend dat zelfs de dood, als die komt, je niet kan doden. Een echt levend persoon overstijgt de dood. De dood overkomt alleen dode mensen. Laat me het herhalen: de dood overkomt alleen dode mensen; die al dood zijn, alleen aan die mensen overkomt de dood. Een echt levend persoon overstijgt de dood, gaat verder dan de dood. De dood komt, maar mist zijn doel. Hoe kun je een persoon als Boeddha doden? Hoe kun je iemand als Jezus doden? Hoe kun je Krishna doden met zijn fluit op zijn lippen? Onmogelijk. De dood zelf zal om hem heen beginnen te dansen! Zijn leven is zo overvloedig dat de dood zelf verliefd op hem zal worden.
Onthoud altijd dat gelukkig zijn religieus is, gelukkig zijn deugdzaam is. Feestvieren is bidden. Feestvierend zijn, en onophoudelijk in een feestelijke dimensie blijven, is een sannyasin zijn. Dan geniet je van wat er ook gebeurt. Je geniet van gezondheid wanneer het gebeurt; je geniet ook van ziekte wanneer het gebeurt. Dan worden beide mooi. In gezondheid geniet je van activiteit; wanneer je ziek bent geniet je van ontspanning. Het is soms prachtig om ziek te zijn en gewoon op bed te liggen, uit te rusten, je geen zorgen te maken over de wereld; jezelf een goede vakantie te gunnen; te zingen, te bidden, te mediteren op bed; een beetje te lezen, naar muziek te luisteren; of gewoon niets te doen, gewoon lui te zijn. Het is prachtig! Als je weet hoe je van gezondheid kunt genieten, zul je in staat zijn ook te weten hoe je van ziekte kunt genieten. Dan word je een meester, je wordt vaardig. Dit is de hele kunst van het leven!
Je geniet van je jeugd, en als je oud wordt geniet je van je ouderdom. Ouderdom heeft zijn eigen schoonheden; geen jongeman kan die schoonheden hebben. De jeugd is oppervlakkig; vol energie maar oppervlakkig. Ouderdom is niet zo vol energie, maar de dingen zetten zich neer en er ontstaat diepte. Als je je jeugd mist, zul je ook je ouderdom missen — onthoud dat. Dus ik zeg niet dat je oud moet worden terwijl je jong bent. Ik zeg: wees wat je ook bent; laat dat moment je totaliteit zijn. Wanneer je een kind bent, wees dan een kind; dring nooit je wijsheid op aan een kind want dat is verlammend. Probeer een kind niet oud te maken voordat het oud is, verpletter hem niet.
Dat is wat er in de wereld is gebeurd: oude mensen overheersen kinderen, en zij willen hen sneller uit hun kindertijd trekken dan de natuur toestaat. Ze doden en ze verpletteren — het kind verliest iets voor altijd. En als een kind geen kind was toen hij een kind was, zal hij niet jong zijn als hij jong is. Er zal altijd iets ontbreken. Hij zal altijd te laat zijn in het leven — hij zal de trein missen.
Daarom dromen zoveel mensen dat ze de trein missen. Dit is een van de meest voorkomende dromen in de wereld: mensen haasten zich naar het station, doen alles in allerijl; op de een of andere manier komen ze op het perron en de trein rijdt, of is al in beweging, en ze zien nog net het laatste treinstel het perron verlaten.
Dit is de meest voorkomende droom; hij is van grote betekenis. Het laat eenvoudig zien dat je op de een of andere manier de trein die het leven is hebt gemist. Je komt altijd te laat; je bent nooit op tijd. En het wonder der wonderen is dat iedereen de dienstregeling zo bestudeert. Mensen gaan door met het bestuderen van de dienstregeling, maar als ze aankomen zijn ze altijd te laat. Ze verspillen hun tijd met de dienstregeling.
Dit is wat er gebeurt wanneer je de Bijbel leest of je leest de Koran of je leest de Gita — dit zijn tijdschema’s. En als je de tijdschema’s leest, mis je de trein van het leven. Het is goed om ze soms te lezen, als je niets anders te doen hebt — maar maak ze geen vervanging voor het leven. Ze zijn niets vergeleken met het leven. Zolang je het boek van het leven kunt lezen, moet je het niet vervangen door een ander boek. Als je een boom kunt lezen, lees dan de boom! Als je de rozenstruik kunt lezen, lees de rozenstruik! Als je een man kunt lezen, lees dan de man! Als je een vrouw kunt lezen, lees dan de vrouw! Dit zijn levende boeken, de echte Bijbels. Maar jullie houden je te veel bezig met dode boeken, en tegen de tijd dat je je ogen opheft, is de trein al vertrokken.
Osho: A Sudden Clash of Thunder # 6 Q 2