De koning van Shravasti die sitar speelde

Het leven is als sitar spelen: als je te los staat, ben je verloren, als je te strak staat, ben je verloren. De wijzen hebben altijd de middenweg gevolgd.
Er is een prachtig verhaal uit het leven van Boeddha… Hij kwam langs Shravasti – een heel erg rijke en beroemde stad in die dagen- en de koning van Shravasti was in alle opzichten een van de meest egoïstische personen. Hij was buitensporig in alles. Hij leefde in buitensporige luxe. Overdag lag hij altijd te slapen en de hele nacht was een nacht van wijn drinken en dineren en dansen en gokken – heel zijn leven stond op zijn kop.
Hij had een prachtig paleis. Op de treden had hij helemaal geen reling laten maken. Op elke trede stond er een naakte jonge vrouw dienst te doen als reling, zodat hij zijn hand van de ene naar de andere naakte jonge vrouw kon leggen.


 Boeddha bracht 25 seizoenen in Shravasti door, waar de ‘reling’ verdwenen is!

Deze man kwam over Boeddha te horen omdat zoveel mensen tegen hem zeiden: ‘U zou eens naar deze man moeten luisteren, al is het maar voor één keer. Er zit iets van schoonheid, er zit iets van waarheid en er zit iets van een magneetkracht in die man. Wat hij zegt is niet theoretisch, wat hij zegt lijkt wel vanuit het diepste wezen te komen, zijn eigen ervaring. Hij haalt geen autoriteiten aan, hij is geen geleerde. Hij zegt wat hij heeft gekend en hij zegt het met zoveel autoriteit dat het onmogelijk is om er niet door geraakt te worden.’ Zoveel mensen hadden dit tegen hem gezegd dat het hem uiteindelijk lukte om ’s morgens vroeg op te staan om naar Gautam Boeddha te gaan luisteren.
Er was niets overdreven aan alles wat ze hem verteld hadden. In werkelijkheid was de man nog veel meer dan wat ze over hem verteld hadden. Hij had een bepaalde zwaartekracht die je naar hem toe trok.
Shron stond op -zo heette de koning van Shravasti- raakte de voeten van Boeddha aan en zei: ‘Initieer me alstublieft, ik wil monnik worden.’
Het kwam als een verrassing. Niemand had ooit gedacht dat deze man monnik zou worden. Zelfs Gautam Boeddha zei tegen hem: ‘U heeft pas één keer naar me geluisterd, neem nog wat tijd om erover na te denken. Het heeft geen haast.’
Maar zo zat Shron niet in elkaar. Hij zei: ‘Toen ik zei dat ik monnik wilde worden wilde ik ook monnik worden – en wel meteen!’ Hij was buitensporig. Hij werd monnik. Hij deed afstand van het koningschap.
Boeddhistische monniken lopen niet naakt rond, maar Shron begon naakt rond te lopen. Mensen rapporteerden aan Boeddha dat het leek alsof hij echt een groot asceet geworden was. Boeddha zei: ‘Je hebt die man niet echt begrepen. Hij is gewoon buitensporig.’
Boeddhistische monniken eten één maaltijd per dag. Shron at maar één maaltijd in twee dagen. Hij overtrof alle monniken. Hij overtrof zelfs Gautam Boeddha. Als ze op reis waren liepen alle monniken over de weg, maar Shron liep altijd naast de weg. Door de doorns, de ruwe stenen gingen zijn voeten bloeden. En men begon hem enorm te respecteren. Zelfs de andere monniken vonden dat ze tegenover Shron tekortschoten in verloochening. Sommigen begonnen zelfs te denken dat ze beter Shron dan Boeddha konden volgen.
Na zes maanden werd Shron zwart -hij was een mooie man geweest- omdat hij altijd naakt in de hete zon stond. Hij verwoestte zijn lichaam door niet te eten, hij verwoestte zijn voeten door over ruwe stenen, doorns, struiken te lopen in plaats van over de weg. Binnen zes maanden was hij ernstig ziek en Gautam Boeddha ging hem zelf opzoeken.
Dat was iets zeldzaams want het was nooit eerder vermeld dat Boeddha een of andere zieke monnik ging opzoeken, daarvoor of daarna. Als een lopend vuurtje ging het nieuws rond bij alle monniken dat Shron wel degelijk een groot asceet was, anders was Boeddha hem nooit gaan opzoeken alleen omdat hij ziek was.
Maar Boeddha was er om een andere reden heen gegaan. Hij vroeg Shron niet naar zijn ziekte. Hij zei tegen hem: ‘Ik heb gehoord dat u op de sitar speelde toen u koning was en dat u een meester musicus was. Er was niemand in het hele land die eraan kon tippen, klopt dat?’
Shron zei: ‘Ja. Ik vind het heerlijk om op de sitar te spelen en ik had heel mijn leven gewijd aan de sitar. Ik had zo’n staat van beheersing bereikt dat niemand zich met mijn kon meten.’


De 13 stempennen van de resonantiesnaren op een sitar.

Boeddha zei: ‘Ik kom een paar vragen stellen. Ten eerste: als de snaren van de sitar te strak staan, krijg je dan mooie muziek?’
Shron zei: ‘Mooie muziek? Dan krijg je helemaal geen muziek. Te strakke snaren breken gewoon.’
Boeddha zei: ‘En als de snaren te los staan, krijg je dan mooie muziek?’
Shron zei: ‘Wat een vreemde vragen stelt u. Als de snaren te los staan hebben ze niet genoeg spanning om muziek te maken.’
Toen zei Boeddha: ‘Hoe moeten de snaren dan afgesteld staan om mooie muziek te maken?’
En Shron zei: ‘Ze moeten precies in het midden zijn afgesteld, waar je kunt zeggen dat ze niet te los en niet te strak staan. Dat is nou een van de geheimen van de kunst om de snaren precies in het midden af te stellen.’
Boeddha zei: ‘Verder heb ik u niets te vragen. Ik ben alleen gekomen om u eraan te herinneren dat het leven net zoals het spelen op de sitar is: als je te los bent ben je verloren, als je te strak bent ben je verloren. Elk uiterste is een dood en het is de hele kunst om precies het midden te vinden. U was te los toen u ontzettend luxe leefde. Nu bent u te strak bezig om op een onnodig ascetische manier te leven. Kom naar het midden, luister naar me, want de wijzen hebben altijd de middenweg gevolgd, ze gaan nooit naar de uitersten. Alleen dwazen gaan naar de uitersten.’

Osho: The Sword and the Lotus – Talks in the Himalayas, pp. 138 -139.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com. 

Afbeeldingen: 
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/26/Anathapindikastupa1.jpg
http://www.joerizzo.com/sitar/images/sympathetic_strings.png