De Hart Sutra: meditatie en concentratie

Deze hele Hart Sutra gaat over de diepste kern van meditatie.  Laten we er op ingaan. 
Ten eerste: meditatie is geen concentratie. Bij concentratie is er een zelf dat concentreert en een object waarop men concentreert: er is dualiteit. Bij meditatie is er niemand binnen en niets buiten. Het is geen concentratie. Er is geen scheiding tussen binnen en buiten. Het binnen gaat over in het buiten; het buiten gaat over in het binnen. De afbakening, de afscheiding, de grens bestaat niet meer.
Het in is uit, het uit is in: het is een non-duaal bewustzijn.

Concentratie is een duaal bewustzijn: daarom schept concentratie vermoeidheid; daarom voel je je uitgeput als je je concentreert.  En je kunt je niet vierentwintig uur lang concentreren, je zult vakanties moeten nemen om uit te rusten. 
Concentratie kan nooit je aard worden. Meditatie vermoeit niet, meditatie put je niet uit. Meditatie kan iets vierentwintiguurs worden – dag in, dag uit; jaar in, jaar uit.
Het kan een eeuwigheid worden. Het is ontspanning zelf.

Concentratie is een handeling, een gewilde handeling. Meditatie is een staat zonder wil: een staat van passiviteit; het is ontspanning; je bent gewoonweg in je eigen wezen gevallen en dat wezen is hetzelfde als het wezen van allen. In concentratie is er een plan, een projectie, een idee. Bij concentratie functioneert de mind vanuit een conclusie: je doet iets; concentratie komt voort uit het verleden.
Bij meditatie zit er geen conclusie achter: je doet niets in het bijzonder, je bent gewoon. Het heeft geen verleden, het is onbezoedeld door het verleden; het heeft geen toekomst, het is zuiver van alle toekomst.
Het is wat Lao Tzu wei-wu-wei noemde (doen door nietsdoen).  

Dit is wat zenmeesters hebben gezegd: 
      Stil zitten
      niets doen,
      de lente komt
      en groeit het gras vanzelf. 

Onthoud, ‘vanzelf’ – er wordt niets gedaan. Je trekt het gras niet omhoog; de lente komt en het gras groeit vanzelf.  Die toestand: wanneer je het leven zijn gang laat gaan; wanneer je het niet wilt sturen; wanneer je er geen controle over wilt hebben; wanneer je het niet manipuleert; wanneer je er geen discipline aan oplegt – die toestand, van pure ongedisciplineerde spontaniteit, is wat meditatie is.

Meditatie is in het heden: puur heden. Meditatie is onmiddellijkheid. 
‘Jij’  kunt niet mediteren, maar je kunt in meditatie zijn. 
Jij kunt niet in concentratie zijn, maar je kunt je wel concentreren. 
Concentratie is menselijk, meditatie is goddelijk.

Concentratie heeft een centrum in je; het komt uit dat centrum. Concentratie heeft een zelf in je; in feite begint de man die zich veel concentreert een zeer sterk zelf te verzamelen. Hij begint steeds krachtiger te worden; hij begint steeds meer een geïntegreerde wil te worden. Hij zal er onverstoorbaarder uitzien; meer uit één stuk.  De man van meditatie wordt niet krachtig: hij wordt stil; hij wordt vreedzaam. 

Macht ontstaat uit conflict; alle macht ontstaat uit wrijving: uit wrijving ontstaat elektriciteit. Je kunt elektriciteit creëren uit water: wanneer de rivier van een berghelling valt, is er wrijving tussen de rivier en de rotsen, en de wrijving creëert energie. Daarom vechten mensen die op zoek zijn naar macht altijd: strijd schept energie; het is altijd door wrijving dat energie wordt gecreëerd (macht wordt gecreëerd). De wereld komt steeds weer in oorlog omdat de wereld te zeer gedomineerd wordt door het idee van macht.
Je kunt niet machtig zijn zonder te vechten.

Meditatie brengt vrede. Vrede heeft zijn eigen kracht, maar dat is een heel ander fenomeen. De kracht die ontstaat uit wrijving is gewelddadig, agressief, mannelijk. De kracht (ik gebruik het woord omdat er geen ander woord is), de kracht die voortkomt uit vrede, is ‘vrouwelijk’, het heeft een gratie.  Het is passieve kracht: het is ontvankelijkheid, het is openheid. Het komt niet voort uit wrijving; daarom is het niet gewelddadig.

Boeddha is krachtig: krachtig in zijn vrede; in zijn stilte. Hij is zo krachtig als een rozenbloem; hij is niet krachtig als een atoombom. Hij is zo krachtig als de glimlach van een kind – heel breekbaar, heel kwetsbaar; maar hij is niet zo krachtig als een zwaard. Hij is zo krachtig als een kleine aarden lamp, de kleine vlam die helder brandt in de donkere nacht. Het is een totaal andere dimensie van macht. Deze kracht is wat wij goddelijke kracht noemen. Het komt uit niet-wrijving.

Concentratie is een wrijving; je vecht met je eigen mind: je probeert de mind op een bepaalde manier te richten, op een bepaald idee, op een bepaald object; je dwingt hem, je brengt hem terug, telkens weer; hij probeert te ontsnappen, hij loopt weg, hij dwaalt af, hij begint aan duizend en één dingen te denken – en je brengt hem weer terug – en je dwingt hem. Je gaat een zelfgevecht aan.

Er wordt zeker macht gecreëerd; die macht is even schadelijk als elke andere macht, die macht is even gevaarlijk als elke andere macht. Die macht zal weer gebruikt worden om iemand kwaad te doen, want de macht die uit wrijving voortkomt is geweld. Iets dat voortkomt uit geweld zal gewelddadig zijn, het zal destructief zijn. 

De kracht die voortkomt uit vrede, geen wrijving, geen gevecht, geen manipulatie: is de kracht van een rozenbloem, de kracht van een kleine lamp, de kracht van een kind dat lacht, de kracht van een vrouw die huilt, de kracht die in tranen en in de dauwdruppels zit. Het is immens maar niet zwaar; het is oneindig maar niet gewelddadig.
Concentratie zal je maken tot ‘een man van de wil’. 
Meditatie zal van jou een leegte maken. 

Dat is wat Boeddha tegen Sariputra zegt. Prajnaparamita betekent precies meditatie: de wijsheid van het hiernamaals.
Je kunt het niet brengen, maar je kunt er wel voor openstaan. Je hoeft niets te doen om het in de wereld te brengen – je kunt het niet brengen; het ligt buiten ‘jou’. Je moet verdwijnen om het te laten komen. De mind moet stoppen voor meditatie.

Concentratie is inspanning van de mind. Meditatie is een staat van no-mind.
Meditatie is puur bewustzijn; meditatie heeft geen motief.
Meditatie is de boom die groeit zonder zaad: dat is het wonder van meditatie, de magie, het mysterie. 
Concentratie heeft een zaadje in zich: je concentreert je voor een bepaald doel; er is een motief – het is gemotiveerd. Meditatie heeft geen motief.

Osho: The Heart Sutra, The Prajnaparamita Hridayam Sutra of Gautama the Buddha #7