Geweldig veel liefde voor het leven, geweldig veel liefde voor deze aarde, geweldig veel liefde voor al wat bestaat.
Ik heb eens horen vertellen…
Op een goede dag kwam er een engel naar de aarde om de mens en zijn wereld te bekijken, want hij had al zoveel verhalen gehoord over de pracht van de mens dat hij zijn nieuwsgierigheid niet meer kon bedwingen.
Hij werd overweldigd door de schoonheid van de wereld: de bergtoppen in de zon en donkere bossen, de gierende winden en de kronkelende, regenboogkleurige valleien, de aarde door de dauw gekust, de krachtige geur van de aarde, de dieren, woeste en tamme. Overal was er zoveel schoonheid.
Maar de engel was vol ontzag toen hij de mens zag, want hij hoorde de muziek van het hart van de mens en het lied van de ziel van de mens. Hij werd tot over zijn oren verliefd op het mysterie van de mens. Het werd donker, maar hij bleef nog even hangen. De mens en zijn wereld hadden de engel zo bewogen dat hij aarzelde om weer te vertrekken. Maar uiteindelijk moest hij wel, zijn tijd was om, met tranen in zijn ogen gaan. Hij was zo omringd, verrijkt door dit avontuur op aarde, door deze ervaring, dat hij, voordat hij terugging naar zijn eigen wereld, een paar van ons op weg wilde helpen, gewoon uit pure blijdschap.
Hij keek eens rond, zag vier mensen samen wandelen. Hij ging naar ze toe en zei: ‘Ik ben gekomen om jullie allemaal een wens te laten doen.’ Door een gelukkig toeval waren het alle vier aspiranten op het spirituele pad.
De eerste nam het woord: ‘Onafgebroken ben ik op zoek geweest naar verre goddelijke waarheid, alleen maar strijd, strijd, strijd. Geef me spirituele vrede!’
‘Maar strijd is een van de vreugden van het leven,’ zei de engel, die de wens van de eerste zoeker niet begreep.
‘Ik zou graag vrede willen hebben,’ bleef de man aandringen.
Omdat dit zijn wens was veranderde de engel de jongeman in een koe die tevreden op het gras van een verafgelegen weide zat te kauwen.
Een beetje verstoord wendde de engel zich tot de andere aspirant.
‘God is zuiver maar ik niet,’ zei de ander. ‘Verlos me alstublieft van alle onzuiverheden, van passies, emoties, verlangens.’
‘Zijn die niet de bron zelf van het leven?’ vroeg de engel.
‘Maar ik wil het leven niet, ik wil zuiverheid!’ bleef de tweede man aandringen. Toen sloot hij zijn ogen en wachtte op zijn transformatie. In een oogwenk was hij verdwenen en in een verre tempel verscheen er een marmeren beeld met zijn gelijkenis.
Toen zei de derde: ‘Maak mij volmaakt, ik neem gewoon geen genoegen met minder.’ Hij verdween maar verscheen nergens anders, want op de aarde is er niets volmaakt of kan dat ook zijn.
De engel wendde zich tot de vierde: ‘En wat is jouw wens?’
‘Ik heb geen wens,’ antwoordde deze gelukkige man.
‘Helemaal geen wens?’
‘Nee. Alleen om mens te zijn, volledig mens en levend.’
Er begon zich binnenin de engel weer een bijna uitgedoofde vreugde te roeren. Hij keek met verlangen op deze gezegende man neer en leunde toen naar voren om hem met een diepe liefde te omarmen. De vierde man vervolgde zijn weg en bezong de glorie van het leven, danste de vreugde van het leven.
Deze vierde man is de Baul. Je kunt een Baul niet op een andere manier definiëren. De Baul is geweldig veel liefde voor het leven, geweldig veel liefde voor deze aarde, geweldig veel liefde voor al wat bestaat.
De Baul is geen idealist, hij is een realist, heel aards. De Baul vraagt niet om een paradijs ergens anders, hij is al in het paradijs, hier-nu. De Baul is niet iemand die op zoek is, hij is iemand die het gevonden heeft.
De Baul is een siddha: iemand die het leven bekeken heeft en tot het besef is gekomen dat alles voorhanden is en dat het nergens voor nodig is om te zoeken. Je hoeft alleen maar deel te nemen aan dit mysterie dat wij leven noemen.
Hij danst, hij zingt, hij geniet, hij voelt zich gelukkig, zonder enige reden.
Dit is maar de helft van het verhaal, de andere helft komt nog.
De engel kwam in de hemel aan. God riep hem bij zich en vroeg hem: ‘Wat deed je daar op de aarde? Zat je weer aan mijn schepping te prutsen?’
De engel zei: ‘Het spijt me maar die mensen hadden verlangens, dat waren hun wensen. Ik heb ze gewoon geholpen om ze te vervullen.’
God zei: ‘Dat klopt. Ik ben niet boos, ik wilde het gewoon weten. Heb jij nog een wens om te vervullen?’
De engel zei: ‘Maak mij de vierde man terug op de aarde. Stuur me terug en maak de vierde man van mij.’
Laat dat ook jouw wens zijn. En je hoeft er niet eens om te vragen, want ze is al vervuld. Je bent een man op de aarde, een vrouw op de aarde. Geniet van deze gave van God! In diepe dankbaarheid, zing het lied, dans de dans die diep in je binnenste zit te wachten om tot uiting te worden gebracht. Wees creatief. Kom tot bloei.
Osho, The Beloved, Songs of the Baul mystics,
Volume 2, pp. 260 – 262.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.
Afbeeldingen:
http://natbg.com/wp-content/uploads/2016/06/mountains-rain-rainbow-sunlight-sky-mountains-trees-free-desktop-background.jpeg
https://en.wikipedia.org/wiki/Baul#/media/File:Tharundas_baul.jpg