Mededogen en gerechtigheid kunnen niet naast elkaar bestaan.
De dorpsgeestelijke zei tegen Omar Khayyam: ‘Omar, je hebt nu de ouderdom bereikt. Geef nou de drank op. Denk op zijn minst eens aan het Laatste Oordeel, wanneer je voor God zult staan!’
Omar Khayyam was beneveld. Langzaam deed hij zijn ogen open en met de beker in zijn hand richtte hij zich tot de geestelijke.
Rubaiyat van Omar Khayyam.
Versie van William Morris en Edward Berne-Jones (1872).
‘Ik heb een eindeloos vertrouwen in het mededogen van God. God is genadig. Breng alsjeblieft mijn vertrouwen in zijn vriendelijkheid niet aan het wankelen nu de dood nadert. Mijn geloof is onwankelbaar!
Deze kleine beker, dit beetje wijn, deze onbetekenende Omar Khayyam – als hij zo’n onbetekenend wezen niet kan vergeven, wat zal er dan met die grote zondaren gebeuren? Nee, nee, God is vol van genade.’
Als er mededogen is, is gerechtigheid onmogelijk.
Als er gerechtigheid is, is mededogen onmogelijk.
Ze kunnen niet allebei naast elkaar bestaan.
Maar de meerderheid van de religies beschouwen God zowel als rechtvaardig als vriendelijk.
Osho, The Way of Tao – Discourses on Lao Tse’s Tao-Te-King, Volume 2, page 448.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.
Afbeelding:
http://66.media.tumblr.com/tumblr_lmcf8j0o1u1qjjahko1_1280.jpg