The Art of Living and Dying.
Osho geeft in dit boek aan dat onze angst voor de dood gebaseerd is op het niet-begrijpen van de dood. Sterven is, volgens hem, juist een kans om innerlijk te groeien. Wanneer er sprake is van bewust en totaal leven, is de dood geen ramp maar een vreugdevolle climax. ‘Vrijheid van gehecht zijn stelt je in staat om het universele licht binnen te gaan en er één mee te worden. En dat is de grootste genade, de ultieme extase waarna er verder niets meer bestaat. Je bent thuis gekomen.’
‘Het leven strekt zich uit over een lange periode – zeventig jaar, honderd jaar. De dood is intens omdat die niet uitgestrekt is – ze is er in één enkel ogenblik. Het leven moet honderd jaar of zeventig jaar duren, het kan niet zo intens zijn. De dood vindt in één enkel moment plaats; die komt in z’n geheel, niet fragmentarisch. Die zal zo intens zijn dat je niets weet dat intenser is.’
Naast deze inzichten die in het boek verder uitgewerkt worden, beantwoordt Osho vragen van zoekers, zoals:
– Wat is acceptatie als je geconfronteerd wordt met kanker?
– Hoe kan ik bepalen wiens advies ik op moet volgen?
– Hoe kunnen we relaxen als de zekerheid van de dood zich voordoet?
– Moeten we iemand vertellen dat hij/zij stervende is of niet?
– Is de theorie van reïncarnatie waar?
Osho beantwoordt deze vragen en daarnaast veel andere van hen die zich onverklaarbaar aangetrokken voelen tot het onderwerp, evenals van hen die geconfronteerd worden met een naderende dood en van hun verzorgers.