De discipel die als taak kreeg op 1000 koeien te passen

De nieuwe mens, hij zal compleet zijn, heel, net zo goed thuis in de buitenwereld als in de binnenwereld, wetenschapper en mysticus tegelijk.
In de Oepanishaden staat een verhaal, waar een paar heel mooie existentiële zaken over het leven worden gesteld.
Er was eens een oude zoeker naar waarheid, hij heette Uddalak. Zijn zoon was Shvetketu. Hij stuurde zijn zoon naar meesters die in het land als heel bekend stonden, om alles te leren wat maar mogelijk was.

  
De zoon ging in de leer bij deze en dan weer bij gene meester.

En vol trots keerde hij terug bij zijn vader, toen hij alles wat hij kon krijgen bereikt had, om te zeggen: ‘Ik heb de taak volbracht.’
Uddalak stond aan zijn raam naar buiten te kijken en zag zijn zoon met veel geschriften terugkomen. En hij kon de trotse blik zien, dat trotse loopje.
Shvetketu kwam binnen en zei tegen zijn vader: ‘Het is me gelukt!’
Uddalak was vast iemand zoals ik. Hij vroeg hem: ‘Heb je jezelf leren kennen?’
Shvetketu zei: ‘Maar nergens in al die scholen heb ik zoiets in de syllabus gezien. Nee, ik weet wel van alles over medicijnen, ik weet van alles over talen, grammatica, ik weet alles over wat daar geleerd wordt. Maar jezelf kennen? Die vraag wordt niet eens gesteld.’
Uddalak zei: ‘Verbrand die geschriften maar en ga terug. Kom er maar achter wie je bent, want als je jezelf niet kent, wat is dan al die kennis waard waar je mee opgezadeld zit ? Je bent de kern van de zaak misgelopen.’
Shvetketu voelde zich erg gekwetst en geschokt, want hij was met zoveel trots aan komen zetten en dacht dat zijn vader hem wel zou belonen. In plaats daarvan wordt hij veroordeeld, tot op het bot veroordeeld: ‘Zoveel jaren van je leven heb je verspild. Ga terug!’ Uddalak liet hem niet eens uitrusten.
Shvetketu ging naar de grootste meester die hij was tegengekomen op zijn zoektocht om te leren en zei tegen hem: ‘Mijn vader heeft mij volledig afgebroken! En hij heeft me teruggestuurd om iets heel simpels. Hij zegt dat al je kennis van geen waarde is als je jezelf niet kent.’

Als je eigen huis in duisternis is gehuld, wat heb je dan aan de wetenschap dat de hele wereld vol sterren en licht is? Je hebt eerst licht nodig in je eigen huis.

De meester zei: ‘Daar was ik al bang voor, want ik ken jouw vader. In onze jonge jaren waren we discipel van dezelfde meester. Ik was al bang dat dit zou gebeuren. Je ging zo vervuld van trots weg en ik ken jouw vader wel, in geleende kennis is hij niet geïnteresseerd. Hij wil het zelf weten. Geloof interesseert hem niet. Hij heeft zijn hele leven alleen gewerkt aan het bereiken van een zekerheid, aan een ervaring die niet geleend is, die van hemzelf is, authentiek van hemzelf. Ik was al bang dat dit met jou zou gebeuren.’
Shvetketu vroeg: ‘Wat moet ik dan gaan doen?’
De meester zei: ‘Alles wat ik weet heb ik je geleerd. Wat zelfkennis betreft ben ik net zo onwetend als jij. Maar ik kan je wel één suggestie doen. Ik heb honderd koeien in de ashram. Neem jij die koeien maar mee de heuvels in en als het duizend koeien zijn geworden, die kalveren baren… Blijf jij maar in de bergen, vergeet alle kennis die je geleerd hebt. Dat heb je in feite niet nodig daar. De koeien zijn in geen enkele vorm van wijsheid geïnteresseerd. Je komt daar zelfs geen andere mensen tegen. Taal heb je niet nodig. Je hebt niets aan grammatica en alle subtiliteiten ervan.’
Shvetketu vroeg: ‘Maar hoe gaat dit me helpen om mezelf te leren kennen?’
De meester zei: ‘Ga nou maar gewoon. Help de koeien om te groeien. Neem ze mee naar versere weiden dieper in de bergen en wacht tot het er duizend zijn geworden. Dan kun je weer terugkomen. En over al het andere zullen we het later wel hebben.’
Meesters hebben hun eigen trucjes. Voor zover ik dit verhaal begrijp weet ik dat de man het wel wist, maar het kon niet verteld worden. Hij schiep een situatie, een trucje.

Shvetketu trok de bergen in. Een paar dagen lang ging zijn hoofd door met alle kennis die het vergaard had, maar wat had het voor zin? De koeien waren gewoon gras aan het kauwen en Shvetketu zat tussen die honderd koeien te wachten tot het er duizend zouden worden.
Er gingen dagen, maanden voorbij. En het is echt een prachtig verhaal, want Shvetketu vergat alles: kennis, taal, rekenen. Dat was nergens voor nodig… geleidelijk aan werd alles nutteloos.
Hij werd bijna zo onschuldig als een koe. Wat moest hij anders doen? Je kent iemand aan zijn gezelschap. Nou, als je jarenlang tussen de koeien leeft, alleen luistert naar hoe ze gras kauwen… Hij zat onder een boom op ze te passen. Het werden er duizend.
En hier komt er iets moois: een van de koeien begon tegen Shvetketu te praten en zei: ‘We zijn nu met zijn duizenden, nu is het weer tijd om terug naar huis te gaan. Het lijkt wel of je ook vergeten bent hoe je moet tellen!’ En dat was hij ook echt vergeten.

Hij bracht die koeien weer terug naar het huis van de meester. Andere discipelen stonden ook stomverbaasd over dit experiment. Het zag er zo vreemd uit, dat je, om jezelf te leren kennen, honderd koeien mee de bergen in moest nemen en moest wachten tot het er duizend geworden waren!
De discipelen stonden te kijken: de koeien kwamen eraan. Ze stormden het huis in naar de meester en zeiden: ‘Daar komen duizend koeien aan!’
De meester zei: ‘Nee, duizend en één.’
De discipel zei: ‘Maar u had om duizend gevraagd.’
Hij zei: ‘Ja, dat klopt, maar Shvetketu dan?’ Hij liep gewoon midden tussen de koeien in, zo onschuldig, zo kinderlijk als maar zijn kan.
De discipelen van de meester waren erg opgewonden, want de meester had beloofd: ‘Als Shvetketu terugkomt zullen we het er allemaal wel over hebben. Voorlopig doe je dit maar en later stel je die vraag maar.’

Shvetketu kwam en gaf de koeien over aan de meester en zei: ‘Kan ik nu gaan? Mijn vader is vast al erg oud geworden en ik wil niet dat hij teleurgesteld in mij komt te overlijden.’
De meester zei: ‘Hoe zit het dan met die andere dingen waar we het achteraf over zouden hebben?’
Shvetketu moest lachen. Hij zei: ‘Laat dat maar allemaal zitten! Met koeien samenleven, langzaam, langzaam aan… er was geen opwinding, geen vermaak. Onder bomen zitten wachten, onder bomen niets zitten doen, langzaam, langzaam aan begon er vanzelf een stilte te gebeuren. Ik zat niet te mediteren, maar mediteren gebeurde gewoon met mij. En er kwam een moment dat al mijn gedachten verdwenen, al mijn gevoelens verdwenen – er bleef alleen een zuiver is-heid over.
Ik kon niet eens zeggen: “ik ben,” want er was geen ik. Toen kwam ik erachter dat de grammatica er helemaal naast zit. “Ik” bestaat niet. Het enige wat ik kan uitdrukken is dat ik een zekere ben-heid voelde en ervoer. Niet “ik ben”, maar ben-heid, een diepe existentiële ervaring. Nu weet ik wat mijn vader wilde dat ik wist en valt er nergens meer over te discussiëren.’
De meester zei: ‘Ik wist het wel. Als je dezelfde vraag weer was komen stellen zou dat betekend hebben dat mijn trucje niet had gewerkt. Je hebt mijn zegen om terug naar je vader te gaan.’

Hij kwam weer thuis. De vader was echt heel oud geworden, hij zat op zijn zoon te wachten. Hij kon hem weer vanuit zijn raam aan zien komen en dit is waar hij op had zitten wachten – Shvetketu, zo nederig, zo eenvoudig, zonder geschriften, als een koele bries.
Hij kwam het huis binnen. Je zou kunnen verwachten dat hij verklaard zou hebben: ‘Nu heb ik aan uw verlangen voldaan.’ Nee, hij raakte gewoon zijn vaders voeten aan, kuste zijn voeten, met tranen langs zijn wangen.
De vader zei: ‘Het is dus gebeurd. Nu kan ik in vrede sterven. Ik heb mijn plicht gedaan, ik laat geen onwetende man achter vol met onzinkennis. Ik laat een zuivere ruimte achter me, een wezen, alert, bewust, dat zichzelf kent. En dat is ge grootste kennis ter wereld.’

De wetenschap moet de deuren van trucjes opengooien die de religies op slot hebben gehouden.
Buiten jou is er een uitgestrekt universum, eindeloos. Je kunt het steeds maar weer blijven verkennen, er komt geen eind aan. Maar er is een groter universum binnen in je, en zo dichtbij, gewoon binnen in je! En die kun je blijven verkennen. Je zal er achter komen wie je bent maar dat is niet alles: die ervaring gaat eindeloos door met zich te verdiepen.
Een mens kan beide zijn, en dat zal de totale mens worden. Ik heb de nieuwe mens op allerlei manieren gedefinieerd, vanuit verschillende ooghoeken. Laten we dit ook opnemen in de definitie ban de nieuwe mens: hij zal compleet zijn, heel, bekend zowel met de buitenwereld als met de binnenwereld. En zo gauw je ze beide leert kennen, kom je erachter dat ze niet met zijn tweeën zijn. Het is dezelfde energie die zich naar twee polen toe uitstrekt. De ene wordt het object, de andere wordt het subject. Ik zou het de wetenschap van het innerlijke willen noemen. En alles wat we vandaag de dag kennen als wetenschap noem ik de wetenschap van het uiterlijke.
Maar het innerlijke en het uiterlijke zijn twee kanten van dezelfde medaille. Het uiterlijke kan zonder het innerlijke niet bestaan, het innerlijke kan zonder het uiterlijke niet bestaan. Dus is er geen onderscheid en is er geen sprake van een brug slaan…

De wetenschappelijke benadering van het bestaan en de religieuze benadering zijn in het verleden gescheiden en onoverbrugbaar geweest. De reden daarvoor was dat religies vasthielden aan bijgeloof, geloofssystemen, ontkenning van onderzoek en twijfel. In feite is er niets onoverbrugbaars tussen wetenschap en religie en is er ook geen scheiding. Maar religie bleef vasthouden aan geloof – wetenschap kan dat niet accepteren.
Geloof verdoezelt je onwetendheid. Het openbaart nooit de waarheid aan je, het geeft je alleen maar dogma’s, geloof, en daarmee kun je een illusie van kennis creëren. Maar die kennis is alleen maar een waanidee. Alles wat op geloof berust is onecht.
De scheiding ontstond omdat religies voortdurend bleven staan op geloven en de wezenlijke methode van de wetenschap bestaat uit twijfel. En ze werd onoverbrugbaar. Het is onoverbrugbaar als religie niet opstaat om de uitdaging van de twijfel aan te nemen. Religies zijn helemaal verantwoordelijk voor het gescheiden houden van beide.
In mijn visie heb je alleen wetenschap met twee dimensies. De ene dimensie benadert de uiterlijke werkelijkheid, de andere dimensie benadert de innerlijke werkelijkheid. De ene is objectief, de andere is subjectief. Hun methoden verschillen niet, hun conclusies verschillen niet. Ze gaan allebei uit van twijfel. Ze hebben twijfel zo veroordeeld dat je vergeten bent hoe mooi het was, je bent vergeten hoe rijk het was.

Een kind wordt geboren, zonder enig geloof, maar met een heel nieuwsgierig, twijfelend, sceptisch bewustzijn. Twijfel is natuurlijk, geloof is onnatuurlijk.
Geloof wordt opgedrongen door ouders, de maatschappij, onderwijssystemen, religies. Al deze mensen staan in dienst van de onwetendheid en ze hebben de onwetendheid duizenden jaren gediend. Ze hebben de mensheid in het duister gehouden en daar hadden ze een reden voor: als de mensheid in het duister verkeert, niets van de werkelijkheid af weet, dan kan ze gemakkelijk uitgebuit worden, in slavernij worden gehouden, om de tuin worden geleid, arm gehouden, afhankelijk. Het ging om al deze dingen.
Het ging de oude religies niet om de waarheid. Ze hadden het er wel over, maar het ging hen erom hoe ze de mensen van de waarheid af konden houden. En tot zover zijn ze erin geslaagd. Maar nu liggen al die religies op hun sterfbed en hoe eerder ze doodgaan, hoe beter.
Waar heb je om te beginnen een religie voor nodig? Je gelooft niet in een roos. Niemand vraagt je: ‘Geloof jij in een roos?’ Dan moet je gewoon lachen en zeg je: ‘Er is hier helemaal geen sprake van geloof. Ik ken de roos wel.’ Kennis heeft geen geloof nodig… Elk geloof geeft je onwetendheid aan, je blindheid, maar het geeft je een vals gevoel – alsof je het wel weet.


Uddalaka of Uddalaka Aruni (ca. 8e eeuw v.Chr.), wordt in het Hindoeïsme als een Vedische wijze geëerd. Hij komt voor in vele Vedische en Sanskriet teksten en zijn leer staat vermeld in de Brihadaranyaka Upanishad en de Chandogya Upanishad, twee van de oudste Oepanishaden geschriften.

Osho: From Death to Deathlessness – Answers to the Seekers of the Path, p 251-254 en p 247-248.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com
Foto: oaks.nvg.org.