Het volgende is een citaat uit een toespraak van Osho, terug te zien op Osho TV On Demand: From Misery to Enlightenment #2.
Concentratie is je gedachten richten op één punt. Het heeft zijn nut, want dan kun je steeds dieper in een bepaald object doordringen. Dat doet de wetenschap juist: steeds meer te weten komen over de objectieve wereld. Iemand wiens gedachten steeds van de hak op de tak springen kan geen wetenschap bedrijven. De kunst van een wetenschapper is nu juist dat hij in staat is de hele wereld te vergeten en zijn volle bewustzijn op één zaak te richten. En als het volle bewustzijn op één enkele kwestie wordt gericht, is het bijna als zonlicht dat geconcentreerd wordt door een lens: dan kun je er vuur mee maken.
De stralen zelf kunnen geen vuur maken, want ze zijn diffuus; ze lopen uit elkaar. Hun beweging is juist het tegenovergestelde van concentratie. Concentratie betekent dat de stralen samenkomen, elkaar op één punt ontmoeten. En als zoveel stralen op één punt samenkomen, hebben ze samen genoeg energie om vuur te maken. Bewustzijn heeft dezelfde eigenschap: als je het concentreert, kun je dieper in de mysteries van objecten doordringen.
Dat doet me denken aan Thomas Alva Edison–een van de grote wetenschappers van Amerika. Hij was zo geconcentreerd ergens mee bezig, dat zijn vrouw, die hem zijn ontbijt kwam brengen, merkte dat hij er zo door in beslag genomen werd dat hij haar niet eens had horen binnenkomen. Hij keek niet eens naar haar, hij was zich niet bewust van haar aanwezigheid, en ze wist dat dit geen goed moment was om hem te storen. Natuurlijk wordt het ontbijt dan koud, maar hij wordt ontzettend kwaad als ik hem stoor–je weet nooit waar hij zit met zijn gedachten.’
Daarom zette ze het ontbijt gewoon maar naast hem neer, zodat hij het, als hij uit zijn concentratie kwam, zou zien staan en opeten. Maar wat gebeurde er? Ondertussen was er een vriend langsgekomen–hij zag ook hoe geconcentreerd hij bezig was. Hij zag het ontbijt dat koud stond te worden en dacht: ‘Laat hem maar aan zijn werk blijven. Ik zal het ontbijt eerst maar opeten, voordat het koud wordt.’ Hij at het ontbijt en Edison was zich er niet eens van bewust dat zijn vriend daar zat en zijn ontbijt had opgegeten.
Toen hij uit zijn concentratie kwam, keek hij om zich heen, zag de vriend zitten en zag de lege schalen. Hij zei tegen zijn vriend: `Sorry, het spijt me. Je was net te laat, ik had mijn ontbijt al op.’ Omdat de schalen leeg waren had iemand het kennelijk opgegeten, en wie anders had het kunnen opeten? Dat moest hij zelf hebben gedaan! De arme vriend wist zich geen raad. Hij was van plan hem te verrassen, maar deze man bezorgde hem een nog grotere verrassing. Hij zei: ‘Je was net te laat…’
Maar zijn vrouw zag het allemaal gebeuren. Ze kwam binnen en zei: `Hij was niet te laat, jij was te laat! Hij heeft je ontbijt opgegeten. Ik zag het gebeuren, maar ik zag dat het toch koud stond te worden; iemand heeft het nu ten minste opgegeten. Je bent me de wetenschapper wel! Ik snap niet hoe je je wetenschap klaarspeelt.’
Zijn vrouw zei: `Je weet niet eens wie je ontbijt heeft opgegeten en je vraagt hem je te excuseren: “Je was net te laat, het spijt me…”‘
Concentratie betekent altijd dat je bewustzijn zich toespitst. Hoe meer het zich toespitst, des te sterker wordt het. Het is als een zwaard dat alle geheimen van de natuur doorklieft; je moet al het andere vergeten. Maar dat is geen religie. Veel mensen hebben het verkeerd begrepen–niet alleen in het Westen, maar ook in het Oosten. Ze denken dat concentratie hetzelfde is als religie. Concentratie geeft je geweldige vermogens, maar die vermogens behoren tot het denken.
Osho: From Misery to Enlightenment #2
Thomas Alva Edison (Milan (Ohio), 11 februari 1847 – West Orange (New Jersey), 18 oktober 1931) was een Amerikaanse uitvinder en grootaandeelhouder van de General Electric Company, die zijn fortuin maakte door uitvindingen op te kopen waar hij marktkansen zag en de octrooien op zijn naam vast te laten leggen. Als deze succesvol bleken, verbeterde hij ze of breidde ze uit. Edison was lange tijd recordhouder voor het grootste aantal octrooien toegekend aan een persoon (ongeveer 1400).
Wikipedia.